direct naar inhoud van Artikel 5: Water
Plan: Gommerwijk West - West fase 1a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0388.BPGommerwijkww1a-VA01

Artikel 5: Water

5.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterlopen en waterpartijen;
  • b. oevers en kaden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. steigers en aanleggelegenheden;
  • e. een ecologische verbindingszone, ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone';

met de daarbijbehorende:

  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder oeverbeschoeiingen, bruggen, duikers en/of dammen.
5.2. Bouwregels
5.2.1. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

5.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van oeverbeschoeiingen zal ten hoogste 0,40 m bedragen;
  • b. per bouwperceel zal ten hoogste twee steigers of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • c. de afstand van een steiger of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk, geen gebouw zijnde, tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 1,00 m te bedragen;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van steigers of naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m² bedragen;
  • e. de lengte van een steiger of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk, geen gebouw zijnde, zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de doorvaart breedte van het water ten minste 6,00 m zal bedragen;
  • f. de bouwhoogte van steigers en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 0,40 m bedragen;
  • g. de doorvaarthoogte van bruggen, duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten minste 1,80 m bedragen;
  • h. de doorvaart breedte van bruggen, duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten minste 3,00 m bedragen;
  • i. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
5.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een goede waterhuishouding;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische waarden;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' het gebruik van gronden en bouwwerken zodanig dat de ecologische waarden worden verstoord.