direct naar inhoud van 5.3 Bestemmingen
Plan: Oude Kom Volendam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOudeKomVolendam-vg01

5.3 Bestemmingen

Bedrijf (artikel 3)

Deze bestemming is toegewezen aan de bestaande bedrijven en nutsvoorzieningen. Bebouwing is toegestaan binnen de bouwvlakken volgens de op de verbeelding opgenomen bouwregels. Buiten het bouwvlak is ruimte voor verharding, ontsluiting, opslag, parkeren, manoeuvreren, laden en lossen e.d. In deze regeling is gebruik gemaakt van de zoneringmethodiek 'gebieden met functiemenging' conform de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (2009), om de potentiële milieubelasting van bedrijven naar hun omgeving binnen aanvaardbare normen te houden.

Bedrijven in de categorie A en B zijn toegestaan, zoals die voorkomen in de bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging'. Dit zijn de zogenaamde lichte(re) bedrijven, die voor wat betreft mogelijke geluidproductie, verkeersaantrekkende werking, gevaar, stof e.d. in de nabijheid van woningen kunnen worden geplaatst. Het scheepsreparatiebedrijf op het perceel Haven 47 komt niet voor in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging'. Dit bedrijf is toegestaan door middel van het opnemen van een specifieke functieaanduiding.

Voor bedrijfsfuncties, die niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging' worden genoemd, maar die qua milieubelasting vergelijkbaar zijn met categorie B bedrijven, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van bovengenoemde planregel. Door middel van een specifiek milieurapport zal in een dergelijk geval moeten worden aangetoond, dat het bewuste bedrijf voldoet aan maximaal categorie B. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de planregels voor bedrijven uit ten hoogste één categorie hoger, mits het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de toegelaten categorieën.


Gemengd (artikel 4)

Binnen deze bestemming is detailhandel met daaraan ondergeschikt ondersteunende horeca en dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag toegestaan. Daarnaast is uitsluitend vanaf de tweede bouwlaag wonen toegestaan. Doordat toegangen en bergingen ten behoeve van dergelijke woningen doorgaans op de begane grond zijn gerealiseerd is voor deze onderdelen een uitzondering gemaakt, waardoor ze tevens op de begane grond kunnen worden gerealiseerd.
Om van ondersteunende horeca te kunnen spreken is onder de algemene gebruiksregels een aantal criteria geformuleerd, waaraan moet worden voldaan.
Bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak volgens de op de verbeelding opgenomen maatvoering. Buiten het bouwvlak zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel' uitsluitend luifels toegestaan.
Binnen de bestemming 'Gemengd' aan de Edammerweg is eveneens horeca van categorie 1a toegestaan. Ten behoeve hiervan is onder de specifieke gebruiksregels bepaald dat ter plaatse maximaal één vestiging van een horecabedrijf van categorie 1a is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 202 m². Deze functie is niet gekoppeld aan een bepaald pand, zodat op deze manier het gebruik van het pand kan wijzigen en dat bij bijvoorbeeld bedrijfsbeëindiging een dergelijke horecafunctie ook in een ander pand mogelijk is.
Op het perceel Haven 102 bevindt zich op kelderniveau een café. Door binnen de bestemming 'Gemengd' op dit perceel de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2a' op te nemen is dit café planologisch ter plaatse toegestaan.
Het concept Beeldkwaliteitsplan 'Oud Volendam' geeft aan dat balkons en loggia´s aan de straatzijde afbreuk doen aan het Volendams beeld van vlakke gevelwanden. De gemeentelijke monumentencommissie ziet de vlakke gevelwanden in de oude kom ook als een 'kwaliteit', die behouden dient te blijven. Balkons en loggia´s doen afbreuk aan een consistent en oorspronkelijk beeld. Voor woningen binnen de bestemming 'Gemengd' zijn dan ook uitsluitend balkons in de vorm van een 'Frans balkon' toegestaan.
Vanwege het feit dat aan de Haven al sprake is van een 'uitbundige detaillering' en hier niet meer gesproken kan worden over een vlakke gevelwand, vormt dit gebied een uitzondering op de regel om uitsluitend Frans balkons toe te staan aan de voorgevel. Het bevoegd gezag kan daarom voor de panden gelegen aan de Haven, Noordeinde en Zuideinde, met een bestemming 'Gemengd', afwijken van het bestemmingsplan ten aanzien van het realiseren van een balkon anders dan een 'Frans balkon'.

Indien bij de functie wonen binnen de bestemming 'Gemengd' de bouw van een balkon of de aanleg van een dakterras niet mogelijk is, zal pas medewerking worden verleend aan het realiseren van een loggia.


Groen (artikel 5)

Binnen deze bestemming zijn de grotere groenelementen opgenomen. Het snippergroen is in de bestemming verkeer - verblijfsgebied opgenomen. Binnen de bestemming 'Groen' zijn ten behoeve van de flexibiliteit ook water, wegen en paden, ondergeschikt parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen toegestaan.

Horeca (artikel 6)

Uitgangspunt voor het plangebied is de bestaande horecabedrijven als zodanig te bestemmen. De grootste concentratie van horecabedrijven bevindt zich aan de Haven. Aan de hand van de Staat van horeca-activeiten, zoals opgenomen in bijlage 1 van de planregels, wordt binnen de bestemming horeca een onderscheid gemaakt tussen lichte, middelzware en zware horeca. Bij de categorie lichte horeca gaat het om bedrijven die in beginsel alleen overdag en ´s avonds zijn geopend. Vanwege de openingstijden veroorzaken dergelijke bedrijven slechts beperkte hinder voor omwonende en hun omgeving. De middelzware horeca heeft betrekking op de bedrijven die normaal gesproken ook ´s nachts of delen daarvan geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor de omgeving en omwonenden kunnen veroorzaken.
De hoogste categorie is categorie 3 oftewel 'zware horeca'. Dat zijn bedrijven, die voor een goed functioneren ook ´s nachts geopend moeten zijn, in de regel grote aantallen bezoekers trekken en daardoor grote(re) hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen.

Binnen de bestemming 'Horeca' is het verstrekken van maaltijden en/of dranken uitsluitend toegestaan op één bouwlaag, zijnde de eerste bouwlaag, gemeten vanaf het peil. Bij een drietal gevallen binnen het plangebied is sprake van horeca-activiteiten op meer dan één bouwlaag. Door middel van het opnemen van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1 t/m 3' met de daarbij behorende planregels, zijn deze drie gevallen positief bestemd. Nieuwe gevallen van horeca-activiteiten, die verband houden met het schenken van dranken en/of het verstrekken van maaltijden e.d. op meer dan één bouwlaag, zijn binnen de planregeling vanwege het veiligheidsaspect uitgesloten.

Bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak volgens de op de verbeelding opgenomen maatvoering. Binnen de bestemming Horeca is vanaf de tweede bouwlaag tevens wonen toegestaan. Bij horeca van de categorie 2 en zwaarder is wonen alleen toegestaan in de vorm van een dienstwoning. Ook binnen de bestemming 'Horeca', zijn ten behoeve van de functie wonen uitsluitend balkons in de vorm van een 'Frans balkon' toegestaan. Conform hetgeen vermeldt onder de bestemming 'Gemengd', kan het bevoegd gezag voor de panden gelegen aan de Haven, Noordeinde en Zuideinde, met een bestemming 'Horeca', afwijken van het bestemmingsplan ten aanzien van het realiseren van een balkon anders dan een 'Frans balkon'.
Indien bij de functie wonen binnen de bestemming horeca de bouw van een balkon of de aanleg van een dakterras niet mogelijk is, zal pas medewerking verleend worden aan het realiseren van een loggia.


Maatschappelijk (artikel 7)

De culturele en maatschappelijke functies binnen het plangebied zijn aangewezen als 'Maatschappelijk'. Binnen het bouwvlak mag worden gebouwd conform de regels zoals die staan opgenomen op de verbeelding.
Buiten het bouwvlak is ruimte voor parkeer-, groen- en speelvoorzieningen, alsmede voor erven en open terreinen.
Centraal gelegen aan de Haven bevindt zich de visafslag. Een zeldzaam en gaaf bewaard gebleven rijksmonument, gebouwd in 1934 in opdracht van de Coöperatieve Afslagvereniging G.A. St. Vincentius. Sinds de jaren 90 heeft de Visafslag zijn functie verloren, maar bij schoolprojecten of volksfestiviteiten wordt de werkwijze van de visafslag incidenteel gesimuleerd. Door middel van het opnemen van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - visafslag' is deze visafslag binnen de bestemming maatschappelijk opgenomen. In het bestemmingsplan krijgen de zogenaamde rijksmonumenten een 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument'.


Recreatie (artikel 8)

Onder 'recreatie' wordt verstaan het bedrijfsmatig uitoefenen van diensten op het gebied van recreatie, sport-, educatie, toerisme of cultuur welke geheel of in overwegende mate in de open lucht worden aangeboden, met de daarbij behorende voorzieningen. Onder deze voorzieningen wordt begrepen de openbare sanitairvoorzieningen en berging en kantoor van de Marken Express aan de Haven. Deze voorzieningen zijn dan ook opgenomen binnen de bestemming 'Recreatie'. Bebouwing is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak met de daarbij behorende maatvoering.

Ten behoeve van het aanwezige terras op het dak van de berging van de Marken Express is de aanduiding 'terras' opgenomen binnen de bestemming recreatie. Voor de bestaande standplaatsen op het dak van de sanitairgebouwen is binnen de bestemming 'Recreatie' de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats' opgenomen ten behoeve van ambulante handel.

Tuin (artikel 9)

De bestemming 'Tuin' is in ieder geval op gronden aan de voorzijde van de woningen gelegd. Op deze gronden aan de voorzijde van de woning mogen geen gebouwen worden gebouwd, maar uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde in de vorm van luifels en erf- en terreinafscheidingen.

Binnen het plangebied zijn de woningen met aan de voorzijde de bestemming tuin doorgaans dicht aan de weg gesitueerd, om welke reden er voor is gekozen geen bouwmogelijkheid voor een bijbehorend bouwwerk, zijnde erker, op te nemen. In de beoogde situatie waarin wel voldoende afstand bestaat tot de weg, is doorgaans sprake van een stedenbouwkundige eenheid waardoor een erker aldaar niet gewenst is. Uit oogpunt van het behoud van de ruimtelijke kwaliteit wordt 'de voorkant' in het algemeen als meer kwetsbaar aangemerkt, zodat de planregels voor het bouwen aan de 'achterkant' overwegend ruimer geformuleerd zijn. Dit past in de 'voor- en achterkantbenadering' van het 'vergunningvrij bouwen'. In de regel is er voor gekozen om de tuinen naast de woningen als 'Tuin' te bestemmen, teneinde de meer open structuur te behouden.

Bij de woningen gesitueerd aan het Noordeinde is tevens de bestemming 'Tuin' aan de voorzijde neergelegd. Door middel van het opnemen van de aanduiding 'bijgebouwen' is bij deze woningen, mits de gronden met de bestemming tuin ten minste 3m diep zijn, een bijbehorende bouwwerk in de vorm van een erker of een tochtportaal toegestaan. Men kan kiezen voor een erker of een tochtportaal, maar niet voor beide bouwwerken. In totaal is hier maar één bijbehorende bouwwerk toegestaan. De erker mag maximaal 50% van de gevel beslaan en niet dieper zijn dan 1m en het tochtportaal mag maximaal 1,25 m breed en diep zijn. Naast de bouwmogelijkheid voor een erker of tochtportaal kan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' nog wel medewerking verleend worden aan de bouw van een balkon met balkonhek en een trap of toegangsbrug om het niveauverschil te overbruggen, met inachtneming van de opgenomen criteria in de planregels.


Tuin - Bebouwd (artikel 10)

Uitgangspunt voor de bebouwingsmogelijkheden op het voorerf bij woningen is dat bij tuinen met een minimale diepte van 3m de bouw van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, zijnde erker, is toegestaan tot een maximale breedte van 50% van de gevelbreedte, een maximale diepte van 1m en een maximale bouwhoogte van 3m. Binnen het plangebied is dan ook bij woningen met een voorerf dieper dan 3m de bestemming 'Tuin - Bebouwd' neergelegd. In afwijking van dit uitgangspunt is bij de woningen aan het Zuideinde 107 t/m 149 en Julianaweg 2 t/m 28 tevens de bestemming 'Tuin - Bebouwd' ten behoeve van het voorerf opgenomen, ondanks het feit dat de voorerven hier kleiner zijn dan 3m. In het verleden is hier reeds veelvuldig medewerking verleend aan de bouw van een zogenaamde erker, zodat hier een bestemming 'Tuin - Bebouwd' gerechtvaardigd is.

Bij de woningen Pr. Margrietstraat 1 t/m 24 is ondanks het feit dat de voorerven hier dieper zijn dan 3m, de bestemming 'Tuin' neergelegd, zodat de bouw van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk niet mogelijk is. In verband met de lage langskap bij deze woningen is de bouw van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk in de vorm van een erker welstandelijk niet gewenst. Een dergelijk bouwwerk zou dan direct onder de goot van het hoofdgebouw komen te liggen.


Verkeer (artikel 11 )

De gronden met de bestemming 'Verkeer' zijn wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, waar 50 km/h mag worden gereden. In feite het verkeersgebied met een functie voor doorgaande verplaatsing. Verder zijn de bijbehorende voorzieningen, toegestaan, zoals nutsvoorzieningen, groen-, parkeer- en speelvoorzieningen en reclame-uitingen.


Verkeer - Verblijfsgebied (artikel 12)

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden betreffen het openbare verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen. Binnen deze bestemming zijn tevens toegestaan, parkeer-, groen-, nuts- en speelvoorzieningen, kunstwerken en reclame-uitingen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Ter plaatse van de aanwezige dijkbeunen aan de Haven is binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dijkbeun' opgenomen teneinde de aanwezige houten beunen en het gebruik positief te bestemmen. Deze dijkbeunen mogen tevens gebruikt worden voor het innemen van een standplaats ten behoeve van ambulante handel.

Binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming toegestaan. Binnen het plangebied komt het regelmatig voor dat met name winkels aan hun voorgevel een luifel hebben gerealiseerd buiten het bouwvlak boven openbare gronden. Doordat uitsluitend bouwwerk ten behoeve van de bestemming zijn toegestaan past een dergelijk luifel niet binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' Door middel van een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de planregels ten behoeve van een dergelijke luifel, met inachtneming van een aantal criteria.

Water (artikel 13 )

De in het plangebied voorkomende watergangen en waterpartijen zijn als 'Water' aangewezen. Binnen de bestemming 'Water' zijn alle bestaande bruggen en overkluizingen aangeduid met de aanduiding 'brug'. Nieuwe bruggen en overkluizingen zijn niet toegestaan. Ten behoeve van een aan- en afmeren van vaartuigen in de Haven is hier binnen de bestemming water de aanduiding 'haven' neergelegd. Onder haven wordt in de begrippen verstaan een plaats waar in hoofdzaak vaartuigen, al dan niet beroepsmatig een ligplaats kunnen innemen. Door middel van het opnemen van de aanduiding 'aanlegsteigers' ter plaatse van de haven, zijn hier tevens aanlegsteigers toegestaan.


Wonen (artikel 14 )

Dit artikel regelt de voornamelijk bestaande woningen en de daarbij behorende erven. De gedetailleerde woonbestemming heeft een bouwvlak, waarin het hoofdgebouw is toegestaan.In bijlage 1 van deze toelichting is de exacte diepte van het bouwvlak terug te vinden. Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn ondergebracht onder het begrip 'bijbehorende bouwwerken' en mogen worden gebouwd zowel binnen als buiten het bouwvlak. De gezamenlijke oppervlakte hiervan, buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 50% van het achtererfgebied (zij- en achtertuin) tot een maximum van 40 m². Bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak mogen over een diepte van 2,5 m over de volle gevelbreedte van de woning worden gebouwd. Daarachter is een breedte van maximaal 50% van de gevelbreedte toegestaan. Bij woningen binnen het gebied 'Doolhof' mag uitsluitend tot een maximale breedte van 50% van de gevelbreedte worden gebouwd. De maximale bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3m.

Op het achtererfgebied bij woningen met een langskap, in de verbeelding aangeduid met de aanduiding 'nokrichting', is een bijbehorend bouwwerk over de volle gevelbreedte toegestaan over twee bouwlagen. Binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende erfbebouwing 1 t/m 3' is een dergelijk bouwwerk toegestaan. Hierachter is vervolgens 50% aan bijbehorende bouwwerken toegestaan tot een maximum van 40m² en een maximale breedte van 50% van de gevelbreedte. De maximale bouwhoogte bedraagt hier 3m.

Een bouwhoogte van 3m voor bijbehorende bouwwerken is een beperking ten opzichte van het voormalige bestemmingsplan Oud Volendam. In het bestemmingsplan Oud Volendam was een goothoogte van 3m opgenomen, waarbij de dakhelling tussen de 50 en 60 graden moest liggen.
De mogelijkheid voor het realiseren van een kap op een bijbehorend bouwwerk tot een hoogte van maximaal 5m is in het nieuwe bestemmingsplan uitsluitend mogelijk via de afwijkingregels van het bestemmingsplan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het straat- en bebouwingsbeeld en de sociale veiligheid. Zo ontstaat een nader afwegingsmoment ter bescherming van de gebruikswaarde van eventuele belendende panden en ter bescherming van de kwaliteit van de omgeving.

Aan-huis-verbonden beroepen worden bij recht toegestaan tot een oppervlakte van 20m², mits voldaan wordt aan een bperkt aantal voorwaarden. Eventueel kan ten behoeve van specifieke situaties worden afgeweken van de planregels voor een aan-huis-verbonden beroep tot een maximale oppervlakte van 35m².

In de jurisprudentie is uitgemaakt, dat de uitoefening van vrije beroepen in overeenstemming is met de functie wonen. Vrije beroepen vallen zonder discussie dan ook onder de definitie ´aan-huis-verbonden beroep´ van dit bestemmingsplan. Onder de definitie van ´aan-huis-verbonden beroep´ is expliciet aangegeven dat de uitoefening van horeca- en detailhandelactiviteiten of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten niet onder deze definitie vallen. Onder een aan-huis-verbonden bedrijf wordt vervolgens wel consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten verstaan. Dit zijn ondermeer de schoonheidsspecialisten, de kapsalons, de nagelstudio´s, manicure, pedicure en sportmasseur en hiermee gelijk te stellen activiteiten.

Aan-huis-verbonden bedrijven zijn uitsluitend mogelijk via de afwijkingsregels, tot een maximale oppervlakte van 20m², met inachtneming van ondermeer de volgende criteria:

  • het ondergeschikt blijft aan de woonfunctie. De bedrijfsfunctie mag de woonfunctie niet overheersen. Daarom geldt een maximum van 20m² ten behoeve van een aan-huis-verbonden bedrijf. De woonfunctie dient als hoofddoel en primaire functie gehandhaafd te blijven.
  • er mag geen enige vorm van horeca, detailhandel of groothandel plaatsvinden, met uitzondering van een beperkte verkoop van aan het bedrijf gerelateerde producten en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep.
  • de persoon die de activiteit uitoefent dient tevens een bewoner van het huis te zijn. Er mogen daarnaast geen personen worden ingehuurd voor ondersteunende werkzaamheden.
  • het geen nadelige invloed heeft op het verkeer. De noodzakelijke aanvullende parkeervoorzieningen voor de activiteit en als gevolg van de activiteit (bezoekers/laden en lossen) dienen op eigen terrein te worden gesitueerd. De activiteit mag geen duidelijk waarneembare nadelige invloed hebben op de verkeerssituatie ter plaatse. Er mag geen directe overlast ontstaan door een toename van verkeersbewegingen en parkerende bezoekers of leveranciers.
  • geen publiekgericht karakter en onbelemmerde en onbeperkte toegang van publiek. Bij het werken met klanten die op afspraak komen, ontbreekt dit ´publieke´, dat wil zeggen onbelemmerd toegankelijke karakter. Hierbij wordt onder beperkt cliëntenbezoek uitgegaan van maximaal 2 cliënten tegelijk.
  • reclame-uitingen aan de woning zijn niet toegestaan.


Naast de mogelijkheid tot het vestigen van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf voorziet de planregeling ook in een mogelijkheid tot het vestigen van een bed & breakfast uitsluitend in het hoofdgebouw, met inachtneming van een aantal voorwaarden.

Ook bij woningen geldt als hoofdregel, balkons uitsluitend in de vorm van een 'Frans balkon'.
Via de algemene afwijkingsregels kan het bevoegd gezag hiervan afwijken en omgevingsvergunning verlenen voor een balkon aan de zij- of achterzijde van een woning, met inachtneming van een aantal criteria.

Indien bij een woning een hoogteverschil bestaat ten opzichte van het maaiveld, kan het bevoegd gezag op basis van de algemene afwijkingsregels tevens afwijken van de planregels, en omgevingsvergunning verlenen voor de bouw van een steg, met inachtneming van een aantal genoemde criteria.


Wonen - Dijkwoning (artikel 15)

Dit artikel regelt de voornamelijk bestaande woningen gelegen aan een dijk en de daarbij behorende erven. Deze gedetailleerde woonbestemming heeft een bouwvlak, waarbinnen het hoofdgebouw dient te zijn gesitueerd. In bijlage 1 van deze toelichting is de exacte diepte van het bouwvlak terug te vinden. Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn ondergebracht onder het begrip 'bijbehorende bouwwerken' en mogen worden gebouwd zowel binnen als buiten het bouwvlak. De gezamenlijke oppervlakte hiervan, buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 50% van het achtererfgebied (zij- en achtertuin) tot een maximum van 40 m². De bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 3m, gemeten vanaf het maaiveld.

Binnen een afstand van 2,5m buiten het bouwvlak is echter een bouwhoogte van ongeveer 3m, gemeten vanaf het peil, zijnde de kruin van de dijk, toegestaan.

Voor de woningen aan het Zuideinde 11 t/m 149 (oneven) is een afwijkende erfbebouwingsregeling opgenomen. Buiten het bouwvlak is over de volle gevelbreedte, tot een diepte van 3m, een aanbouw mogelijk, met een maximale bouwhoogte van 3m, gemeten vanaf het maaiveld. Over een breedte van 50% van de gevelbreedte kan vervolgens tot een hoogte van 3m, gemeten vanaf het peil, zijnde de kruin van de dijk, worden gebouwd. Achter deze aanbouw van 3m is uitsluitend nog een balkon tot een maximale diepte van 1m en een trapopgang toegestaan.

Ook hier kan het bevoegd gezag afwijken van de maximale toegestane bouwhoogte en omgevingsvergunning verlenen voor de bouw van een kap op een bijbehorend bouwwerk tot een bouwhoogte van maximaal 5m en een goothoogte van maximaal 3m.


Wonen - Woongebouw (artikel 16)

Binnen het plangebied is een aantal appartementengebouwen aanwezig. De bouwvlakken zijn strak om deze gebouwen neergelegd. Bebouwing is uitsluitend toegestaan binnen deze bouwvlakken. Buiten het bouwvlak is ruimte voor wegen en paden, parkeer-, groen- en nutsvoorzieningen, water en de daarbij behorende tuinen, erven en terreinen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Binnen de bestemming 'Wonen - Woongebouw' zijn uitsluitend aan-huis-verbonden beroepen toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 20 m². Eventueel kan ten behoeve van specifieke situaties worden afgeweken van de planregels voor een aan-huis-verbonden beroep tot een maximale oppervlakte van 35m².

Waarde - Archeologie 1 en Waarde - Archeologie 2 (artikel 17 en 18 )

Op zowel de Archeologische Monumentenkaart (AMK) als de Cultuurhistorische Waardekaart (CHW) van de provincie Noord-Holland maakt (een groot deel van) het plangebied deel uit van een archeologisch monument van hoge archeologische waarden (AMK: monumentnummer 14649). Het gaat hierbij om de historische kern van Edam, zoals vastgesteld op basis van kaartmateriaal uit de eerste helft van de 19de eeuw.

Ter bescherming van deze toegekende archeologische waarde is een zgn. dubbelbestemming conform de SVBP 2008 noodzakelijk. Zowel op de verbeelding als in de planregels is dit tot uitdrukking gebracht. Centraal uitgangspunt daarbij is dat bouwinitiatieven eerst mogelijk zijn, nadat op basis van voldoende onderzoek is aangetoond dat mogelijke archeologische waarden niet worden teniet gedaan en/of voldoende zeker worden gesteld.

Binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' geldt een archeologieregime van de tweede categorie. Bij grondroerende werkzaamheden in plannen met een oppervlakte van 50m² of groter, die dieper reiken dan 40 cm beneden het maaiveld, dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische waarden.

Binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geldt een archeologieregime van de vierde categorie. Bij grondroerende werkzaamheden in plannen met een oppervlakte van 2.500m² of groter, die dieper reiken dan 40 cm beneden het maaiveld, dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische waarden.


Waarde - Edams-Volendams erfgoed (artikel 19)

De Erfgoedverordening Gemeente Edam-Volendam 2010 is de wettelijke basis voor het zgn. Edams-Volendams Erfgoed. In bedoelde Erfgoedverordening Gemeente Edam-Volendam 2010 wordt een koppeling gemaakt met het bestemmingsplan. De panden of objecten met de aanduiding 'karakteristiek waardevol bouwwerk', 'beeldbepalend bouwwerk', 'stolp', 'waardevol cultuurhistorisch element' of 'cultuurhistorisch attentiegebied', worden in deze erfgoedverordening nader gedefinieerd en ingedeeld. Voorts dienen zij als gemeentelijk monument te worden aangemerkt, voor zover zij op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan zijn aangemerkt als objecten om onder de beschermende werking van de planregels te worden gebracht.

Ter uitvoering van deze systematiek is het bestemmingsplan dus het instrument dat wordt gebruikt om de (gemeentelijke) monumenten en beeldbepalende panden daadwerkelijk te beschermen. Door het opnemen van een 'dubbelbestemming' wordt deze bescherming via de planregels nader ingevuld wat qua bouw- en gebruiksmogelijkheden is toegestaan. Voor de bouwwerken die op de verbeelding onder deze 'dubbelbestemming' zijn gebracht is een cultuurhistorisch rapport opgesteld, waarin deze bescherming nader is gerechtvaardigd en gemotiveerd. Binnen die 'dubbelbestemming' is in lijn met de eerder aangehaalde Erfgoedverordening een aantal verschillende beschermingsgradaties opgenomen, te weten:

  • karakteristiek waardevol bouwwerk;
  • beeldbepalend bouwwerk;
  • stolp;
  • waardevol cultuurhistorisch element;
  • cultuurhistorisch attentiegebied.

Tijdens het onderzoek naar de cultuurhistorische beschermmenswaardigheid van alle waardevolle objecten binnen het plangebied is een eerste indruk/waardering in kaart gebracht van de onderhoudsstaat van alle objecten. Vervolgens is op basis van een nauwkeurige inspectie de onderhoudsstaat van alle objecten beschouwd en vastgelegd. Aan de hand van dit onderzoek is geconcludeerd, dat alle gemeentelijke monumenten zich voldoende kunnen handhaven, zodat het de bescherming van de cultuurhistorische waarde niet in de weg staat.


Waterstaat - Waterkering

De gronden die een functie vervullen bij de waterkering hebben de dubbelbestemming Waterstaat - waterkering gekregen, naast de enkelbestemming die is toegekend ingevolge het feitelijk gebruik ervan. Wanneer ten behoeve van de enkelbestemming bouwen is toegestaan, zal getoetst moeten worden of er uit een oogpunt van waterkeringsbelangen bezwaren tegen dit bouwen bestaan. De beheerder van de betreffende gronden dient hiertoe advies te worden gevraagd.