direct naar inhoud van 4.1 Natuur- en ecologietoets
Plan: Oude Kom Volendam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOudeKomVolendam-vg01

4.1 Natuur- en ecologietoets

4.1.1 Stadsecologie

De ecologische waarden van de oude kom van Volendam betreffen voornamelijk de oudere bebouwing waarin beschermde vleermuizen kunnen verblijven. Tevens worden in het gebied broedvogels verwacht waaronder een tweetal jaarrond beschermde soorten (Huismus en Gierzwaluw) die ook afhankelijk zijn van de oudere bebouwing. De wateren van de oude kom staan in verbinding met omliggende wateren en kunnen als leefgebied dienen voor de beschermde Bittervoorn. De met stenen verzwaarde oeverzone van het Markermeer is geschikt voor de beschermde Rivierdonderpad.
De oude kom van Volendam grenst aan Natura2000-gebied Markermeer & IJmeer. Plannen en projecten die van invloed kunnen zijn op in dit gebied beschermde waarden zijn daarmee toetsingsplichtig. Dit gebied is tevens opgenomen in de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) grote wateren. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 19 van de provinciale verordening over de ecologische hoofdstructuur is binnen de bestemming Water (artikel 13 van het bestemmingsplan), toegevoegd dat deze gronden zijn bestemd voor natuur.


Gebiedsbescherming
Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan worden geen nieuwe, meer grootschalige voorzieningen of ruimtelijke ingrepen mogelijk gemaakt. Dit bestemmingsplan heeft een overwegend consoliderend karakter waardoor kan worden geconcludeerd dat de uitvoering van dit bestemmingsplan geen (significante) invloed zal hebben op de beschermde waarden van het Natura2000-gebied.


Soortbescherming

De aantasting en verstoring van vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het vogelbroedseizoen (broedseizoen is globaal van 15 maart tot en met 15 juli) te laten starten. Als (ingrijpende bouw)werkzaamheden worden gepland dient voorafgaand daaraan specifiek onderzoek te worden uitgevoerd naar verblijvende vleermuizen en (jaar rond) beschermde broedvogels. Het betreft dan voornamelijk de oudere bebouwing. In het onderzoek naar vleermuizen kan het wenselijk zijn alle gebiedsfuncties hierbij te betrekken.
Bij ontwikkeling van de aanwezige wateren waarbij vis gedood of verstoord kan worden, dient voorafgaand daaraan onderzoek te worden uitgevoerd naar beschermde vissoorten. Hierbij is ook inbegrepen het werken aan de oeverbescherming van het Markermeer.

4.1.2 Haven

Natura2000

De haven grenst aan het Natura2000 gebied 'Markermeer & IJmeer'. Daarnaast ligt het Natura2000 gebied Polder Zeevang op korte afstand, d.w.z. op een afstand minder dan 2 km. Het gebied Markermeer & IJmeer valt ook in de categorie meren en moerassen en is beschermd vanwege zowel de vogelrichtlijn als de habitatrichtlijn. Het beschermde gebied heeft een oppervlakte van 68.508 ha. Het Markermeer ontstond als gevolg van voltooiing van de Houtribdijk tussen Enkhuizen en Lelystad in 1976.

In luwere en ondiepere delen van het Markermeer, zoals de Gouwzee (het deelgebied tussen het eiland Marken en het vasteland van Noord-Holland dat is aangewezen onder de Habitatrichtlijn) en de kustzone Muiden zijn kranswierbegroeiingen ontstaan. Momenteel bevat het zuidelijk deel van de Gouwzee de grootste oppervlakte aan kranswiervegetatie met sterkranswier in ons land. De kranswieren vormen in de zomer en de herfst een belangrijke voedselbron voor o.a. krooneenden. Belangrijk broedgebied voor visetende watervogels (visdief). Het Markermeer & IJmeer is van belang voor visetende (fuut, aalscholver, nonnetje, grote zaagbek, dwergmeeuw, zwarte stern), mosseleters (kuifeend, tafeleend, topper) en waterplanten etende (krooneend, meerkoet, tafeleend) watervogels. Voor de soorten van de eerste twee categorieën zijn de omstandigheden in de jaren negentig verslechterd door afname van de driehoekmossel in het Markermeer en afname van de spiering in zowel het IJsselmeer als het Markermeer. Het eerste proces is verbonden aan afname van de voedselrijkdom na de aanleg van de Houtribdijk in combinatie met de hoge slibvracht, het tweede proces is mogelijk klimaat- gerelateerd. Ondanks afname is vooral het aantal kuifeenden en het aantal nonnetjes nog steeds van internationale en grote nationale betekenis. De betekenis van het gebied voor grote concentraties ruiende watervogels is niet verminderd. De Gouwzee heeft een bijzondere betekenis door het voorkomen van een groot veld sterkranswier, waarop door grote aantallen duikende herbivoren (krooneend, tafeleend, meerkoet) wordt gefoerageerd. In de paragraaf ecologie wordt hier dieper op ingegaan.

De planregeling voor de Haven in dit bestemmingsplan heeft eveneens een overwegend consoliderend karakter. In verband hiermee kan worden geconcludeerd dat de uitvoering van dit bestemmingsplan geen (significante) invloed zal hebben op de beschermde waarden van deze Natura2000-gebieden.