8.1 Nota van zienswijzen
Het ontwerp-bestemmingsplan Oorgat e.o. heeft vanaf 8 februari 2011 gedurende een periode van zes weken voor iedereen ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld om schriftelijke of mondelinge zienswijzen naar voren te brengen.
Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn 12 (schriftelijke) zienswijzen van zowel burgers als instanties ingekomen.
Zienswijze 1
Korte samenvatting
-
1. Reclamant geeft aan dat onder paragraaf 3.2.4 van de toelichting de conclusie wordt getrokken dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met zowel het rijks- als provinciale ruimtelijke beleid ten aanzien van nationale landschappen, omdat het bestemmingsplan bijna uitsluitend een consoliderend bestemmingsplan is. Reclamant deelt de mening dat het inderdaad een 'bijna' uitsluitend consoliderend bestemmingsplan is, maar zijn van mening dat de voorgestelde bestemmingsmogelijkheid voor het perceel Zeevangszeedijk 14 wel onder de categorie grootschalige ontwikkelingen valt. Tegen deze bestemmingsmogelijkheden op dit perceel heeft reclamant een aanzienlijk bezwaar.
-
2. Reclamant blijft het wenselijk vinden een bouwhistorisch onderzoek in te bedden in het bestemmingsplan.
-
3. Reclamant vindt het ongelukkig dat bewust de percelen Oorgat 21 en 23 buiten de plangrens zijn gehouden. Volgens de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad voor het gehele grondgebied een of meer bestemmingsplannen vast te stellen. (art. 3.1 lid 1) Derhalve dient deze locatie te worden meegenomen in het voorliggende bestemmingsplan.
-
4. Reclamant krijgt de indruk dat de monumentale waarden die niet in het cultuurhistorisch rapport zijn vermeld, dan ook niet onder de bescherming vallen. Reclamant vindt de cultuurhistorische rapportages dan ook te summier. Zo zijn de panden Oorgat 2 en 38 niet van binnen bezocht en krijgen de interieurs geen waardering toebedeeld. Tegen de achtergevel van de woning op het perceel Zeevangszeedijk 9/9a heeft de kunstenaar Aart Roos een scraffito aangebracht. Kunsthistorisch is dit een belangrijk object en maakt dit deel uit van de cultuurhistorie van de woning. Dit kunstwerk staat niet in de rapportage. Verder blijkt uit de praktijk vaak dat bijzondere cultuurhistorische elementen en structuren soms verborgen zitten achter niet monumentale afwerkingen. Reclamant zou graag zien dat alle ook niet nader genoemde of zichtbare monumentale onderdelen van een gemeentelijk monument beschermd zijn.
-
5. Een bouwwerk met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - stolp' mag volgens de regeling geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd in de vorm van een boerderij, bepaald door de grootte van het oorspronkelijke vloeroppervlak e.d. Reclamant ziet graag dat in plaats van de mogelijke herbouw er een herbouwplicht voor stolpen komt, en in dat kader dient het woord 'mag' vervangen te worden door 'moet'.
-
6. Wanneer is afgeweken van de bouwregels betreffende een 'karakteristiek waardevol bouwwerk' en de eigenaar onevenredig (financieel) benadeeld wordt bij het in stand houden van het karakteristiek waardevol bouwwerk, en dit door financiële tegemoetkomingen niet kan worden weggenomen, is het toch mogelijk het monument te mogen slopen. Reclamant begrijpt echter dat de gemeente nog niet beschikt over een redelijke financiële regeling waaruit eventuele gemeentelijke monumenteneigenaren tegemoet kan worden gekomen. Dit artikel verontrust reclamant, omdat door een pure ondoorzichtige economische afweging en los van welke cultuurhistorische waarden dan ook een gemeentelijk monument kan worden gesloopt, temeer omdat er nu nog geen redelijke subsidiemogelijkheden zijn. Volgens reclamant zet dit artikel juist de doelstelling om karakteristieke waardevolle bouwwerken te beschermen, op losse schroeven.
-
7. Het perceel Zeevangszeedijk 14 ligt in een cultuurhistorisch hooggewaardeerde omgeving. Het inbedden van de cultuurhistorie in een gebiedsdeel met zoveel monumentale waarden en deel uitmakend van een Unesco-monument 'De Stelling van Amsterdam', is een van de belangrijkste items die leidend dient te zijn. Landelijk gezien is er een tendens cultuurhistorie te borgen in bestemmingsplannen. De locatie Zeevangszeedijk 14 ligt in de kernzone van het Wereld Erfgoed Unesco monument. In deze kernzone kunnen alleen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, als ze bijdragen aan de kwaliteit van het monumentale landschap. Reclamant is van mening dat in dit bestemmingsplan geheel voorbij wordt gegaan aan de beleidscriteria voor het bouwen binnen de kernzone. Reclamant maakt bezwaar tegen de buitensporige omvangrijke invulling van het perceel Zeevangszeedijk 14 binnen het bestemmingsplan.
-
8. De status van het perceel Oorgat 6 met zijn stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn voor reclamant niet duidelijk. Ten aanzien van deze stedenbouwkundige randvoorwaarden vindt reclamant het van belang dat de historische voorgevelrooilijn worden aangehouden, met name dat van bebouwingsvlak B. Verder vindt reclamant de ruimte tussen de twee gereserveerde bebouwingsvlakken te beperkt, meer ruimte als doorkijk naar het fort is wenselijk.
-
9. Reclamant verwijst nogmaals naar een aantal aspecten in beleidslijnen die gelden voor de kernzone van de Stelling van Amsterdam. Deze beleidslijnen moeten worden meegenomen in het bestemmingsplan. Het gaat om de volgende aspecten:
-
a. Geen bebouwing toestaan in gebieden die nu nog open zijn. Een uitzondering hierop is incidentele bebouwing om de ruimtelijke kwaliteit van de 'Stelling van Amsterdam' te verbeteren. De bebouwing dient te worden ingepast in het landschap door bijvoorbeeld houtbouw en met respect voor zichtlijnen.
-
b. Verdichting van bestaande bebouwingslinten is toegestaan, mits passend in het landschap en de - bestaande bebouwingsintensiteit van het lint.
-
c. Een groene of blauwe zone rond de forten waarborgen op die plaatsen waar die nu nog aanwezig is.
Beoordeling
-
1. Voor de reactie op dit onderdeel van de zienswijze wordt kortheidshalve verwezen naar de motivering die ten grondslag heeft gelegen aan de verleende bouwvergunning en het besluit van het college d.d. 27 september 2011 inzake de beslissing op de bezwaren. Reclamant is hier schriftelijk inhoudelijk over geïnformeerd.
-
2. Aan dit onderdeel van de zienswijze is tegemoet gekomen. In artikel 5 van de Erfgoedverordening is opgenomen dat het college ten behoeve van een goede besluitvorming een aanvrager kan verzoeken een bouwhistorisch onderzoek van het object te overleggen.
-
3. Bij het vaststellen van de plangrens van dit bestemmingsplan hebben wij ons geconformeerd aan de grenzen van het bij ministerieel besluit aangewezen beschermde Stadsgezicht Edam. Vanwege de onlosmakelijkheid van de mogelijke nieuwe ontwikkeling van dit perceel is besloten dit perceel in zijn geheel buiten het plangebied te houden. Dit perceel zal worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan voor het Stadsgezicht Edam.
-
4. De hier benoemde aspecten maken deel uit van het gemeentelijk monumentenbeleid. Met het bestemmingsplan beogen wij de verschijningsvorm en het exterieur van een pand te beschermen. Bescherming van een waardevol interieur zal in de toekomst een plaats krijgen in de erfgoedverordening. De muurschildering is als onderdeel van het exterieur alsnog opgenomen in het cultuurhistorisch rapport.
-
5. Met de huidige planregels wordt feitelijk voorzien in een herbouwplicht zoals bedoeld.
-
6. Door de regeling op dit punt aan te passen is aan dit onderdeel van de zienswijze tegemoet gekomen. Een karakteristiek waardevol bouwwerk kan alleen gesloopt worden als uit een contra-expertise blijkt dat op de betrokken locatie geen cultuurhistorische waarde (meer) aanwezig is. Door middel van een wijzigingsplan op grond van artikel 12.6 van het bestemmingsplan, kan de aanduiding van karakteristiek waardevol bouwwerken dan komen te vervallen.
-
7. Zie voor de beantwoording onderdeel 1 van deze zienswijze.
-
8. De in het bestemmingsplan gekozen voorgevelrooilijn sluit voldoende aan bij het gemeentelijk beleid. Ter vergroting van het woongenot en veiligheid is er in de nieuwe situatie voor gekozen iets meer afstand te houden van de weg. Bij een eventuele gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid zal de doorkijk ter plaatse verbeteren.
-
9. Met onderhavig bestemmingsplan wordt wel degelijk rekening gehouden met bedoelde aspecten en beleidslijnen die gelden voor de kernzone van de Stelling van Amsterdam.
Zienswijze 2
Korte samenvatting
-
1. Reclamant is het niet eens met de situering van het bouwvlak op het perceel Oorgat 38 en het aanwijzen van de hoeve als gemeentelijk monument. Voor een haalbare ontwikkeling is verplaatsing van het bouwvlak noodzakelijk. Door het bevriezen van de huidige situering kan er geen investering in de hoeve meer worden gedaan.
-
2. Het aanwijzen van de hoeve als gemeentelijk monument heeft nog meer gevolgen. In overleg is aangegeven dat de hoeve niet mag worden gesloopt. Uit de planregeling valt echter af te lezen dat sloop en nieuwbouw, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, wel degelijk tot de mogelijkheden behoort. Een eigenaar of vruchtgebruiker van een monument heeft een onderhouds- en instandhoudingsplicht. Zonder financiële bijdrage van de gemeente is dit onmogelijk om het pand op peil te houden. Het pand heeft momenteel een grote onderhoudsachterstand vanwege de doelstelling om op deze gronden iets nieuws te ontwikkelen. In samenwerking met bureau TBE architecten en ingenieurs heeft een inspectie van de hoeve plaatsgevonden. Uit deze inspectie is gebleken dat de hoeve momenteel in een zodanig slechte staat van onderhoud verkeert dat renovatie en/of restauratie niet meer mogelijk is, omdat er geen enkel onderdeel van de hoeve meer aanwezig is welke niet is aangetast door de tand des tijd. Reclamant geeft aan dat de enige manier waarop de hoeve hersteld kan worden is door volledige sloop en nieuwbouw.
-
3. Sloop en nieuwbouw van de hoeve is alleen aan de orde mits het toekomstig gebruik voldoende financiële middelen genereert om grond-, bouw- en ontwikkelingskosten hiervan te dekken. Reclamant kan met enige zekerheid stellen dat de functie wonen, in combinatie met het handhaven van waardestelling, deze kosten niet kunnen dekken. Derhalve is sloop en nieuwbouw niet mogelijk.
-
4. Reclamant geeft aan dat zowel in 2005 als in 2007 schriftelijk is aangegeven dat de gemeente medewerking zal verlenen aan de sloop en nieuwbouw in combinatie met het verplaatsen van de hoeve. Met de nieuw aan te wijzen monumentale status, en de extra eisen, is het niet langer mogelijk om de hoeve te ontwikkelen tot woning. Met het toekennen van de monumentenstatus aan deze hoeve is er geen haalbaar plan realiseerbaar. Reclamant verzoekt de monumentenstatus te heroverwegen en in gezamenlijk overleg tot een gepast ontwikkelingsplan voor deze locatie te komen.
Beoordeling
-
1. Voor de status van gemeentelijk monument wordt verwezen naar het cultuurhistorisch rapport. Uit het rapport blijkt dat de huidige situering van de bouwmassa mede bepalend is geweest voor de waardestelling. Verplaatsing van het bouwvlak zal de waarde aantasten.
-
2. Een karakteristiek waardevol bouwwerk kan alleen gesloopt worden als uit een contra-expertise blijkt dat op de betrokken locatie geen cultuurhistorische waarde (meer) aanwezig is. Door middel van een wijzigingsplan op grond van artikel 12.6 van het bestemmingsplan, kan de aanduiding van karakteristiek waardevol bouwwerken dan komen te vervallen. Er zijn geen rapporten overgelegd waar dit uit blijkt.
-
3. Onder de gegeven omstandigheden en de beschikbare informatie is een bestemming Wonen het uitgangspunt. Uit niets is gebleken dat deze bestemming niet haalbaar is.
-
4. Bij de opzet van dit bestemmingsplan is het gemeentelijke monumenten beleid mede heroverwogen. In verband hiermee is voor dit perceel een cultuurhistorisch rapport opgesteld. Uit dit rapport is naar voren gekomen dat de hoeve 18 punten heeft gescoord ten opzichte van de maximale score van 20 en hierdoor is aangemerkt als een karakteristiek waardevol bouwwerk. Voorts stellen wij vast dat van de eerder toegezegde medewerking geen gebruik is gemaakt en inmiddels een aanzienlijke periode is verstreken. In verband hiermee en alle in het geding zijnde belangen is er voor gekozen, het belang dat is gediend bij het behoud van de cultuurhistorische waarde, te laten prevaleren.
Zienswijze 3
Korte samenvatting
-
1. Voor de woning op het perceel Zeevangszeedijk 14 is een maximale goothoogte van 7,5 m in het bestemmingsplan opgenomen. Reclamant geeft aan dat de goothoogte van de vergunde woning 7,6 m bedraagt.
-
2. De bouwhoogte van de veranda met het hek is niet geheel in het bestemmingsplan opgenomen. Het bestemmingsplan laat 3 m toe, terwijl de veranda met het hek een stuk hoger zijn. Reclamant merkt op dat het hek, gelet op de hoogte en de lengte, niet als een ondergeschikt onderdeel kan worden aangemerkt.
Beoordeling
-
1. De verbeelding is op dit punt aangepast, zodat tegemoet is gekomen aan dit onderdeel van de zienswijze.
-
2. In het bestemmingsplan is aangegeven dat ter plaatse een veranda is toegestaan tot een hoogte van 3 m. De veranda voldoet hieraan. Vervolgens is ter plaatse een balkonhek toegestaan tot een hoogte van maximaal 1 m. Gelet op het feit dat het balkonhek een hoogte heeft van 1,2 m, gemeten vanaf de bovenkant van het dak van de veranda, hebben wij het bestemmingsplan op dit punt aangepast.
Zienswijze 4
Korte samenvatting
-
1. Reclamant pleit voor behoud van enige bedrijvigheid langs het Oorgat en dus voor de bestemming bedrijf op de huidige locaties. De bedrijfslocatie Oorgat 6 zal binnen niet al te lange tijd getransformeerd worden in een woonbestemming. Voor het perceel Oorgat 21, 23 en 23a, zou reclamant het toejuichen als bij de actualisering van het bestemmingsplan 'Stadsgezicht Edam' dit perceel de bestemming bedrijf behoudt.
-
2. Reclamant is voorstander van het beleid dat de woonfunctie altijd mag worden gecombineerd met de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Het is echter wel van belang om een evenwicht te vinden in het stimuleren van bedrijvigheid aan huis en het voorkomen van hinderlijke situaties. Het maximale oppervlak aan toegestane bedrijfsactiviteiten in het bestemmingsplan is echter iets lager dan in vergelijkbare gemeenten in de regio. Reclamant pleit voor gelijke mogelijkheden voor ondernemers in de regio en verzoekt het oppervlak te verhogen van maximaal 20 m² tot maximaal 35 m².
-
3. Reclamant vindt het een goede zaak dat duidelijkheid wordt gegeven inzake het soort activiteiten dat aan huis mag plaatsvinden. Over het begrip dienstverlening kan verwarring ontstaan. Conform de begrippen onder artikel 1.6 en 1.34 zouden ook kapperszaken kunnen behoren tot de categorie dienstverlening. Met name over dit soort bedrijfsmatige activiteiten vindt nogal eens discussie plaats. Er moet zo veel mogelijk voorkomen worden dat de woongebieden concurrentie vormen voor de 'gangbare' bedrijfslocaties. Reclamant is van mening dat kapsalons tot de sector dienstverlenende detailhandel gerekend dient te worden, net zoals bijvoorbeeld opticiens. De mogelijkheid voor de vestiging van dit soort bedrijven in woonhuizen dient uitgesloten te worden.
Beoordeling
-
1. De suggestie ten aanzien van het perceel Oorgat 21, 23 en 23a wordt ter kennisgeving aangenomen.
-
2. Juist om te voorkomen dat er hinderlijke situaties ontstaan hanteren wij een maximum oppervlak van 20m² voor een beroep of bedrijf aan huis. Pas na een nadere afweging kan worden bepaald of er medewerking zal worden verleend aan een verdere verruiming van deze maximale oppervlakte tot 35m², voor wat betreft een aan-huis-verbonden beroep.
-
3. De regeling voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf is aangepast. De definities van aan-huis-verbonden beroep en bedrijf zijn gewijzigd en de regeling is aangescherpt door het toevoegen van een aantal criteria. Daarnaast is de definitie 'consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten' toegevoegd. Deze bedrijfsvorm wordt gelijk gesteld aan een aan-huis-verbonden bedrijf. Via de afwijkingregels is een aan-huis-verbonden bedrijf toegestaan tot een maximale oppervlakte van 20m², mits wordt voldaan aan een aantal criteria. Wij zijn van mening dat een kapsalon niet te onderscheiden is van een schoonheidsspecialist, nagelstudio of sportmasseur e.d., zodat de mogelijkheid voor de vestiging van dit soort bedrijven in woningen niet is uit te sluiten. Bij de afwijkingsmogelijkheid voor de vestiging van een aan-huis-verbonden bedrijf geldt verder wel als voorwaarde dat er geen personeel in dienst mag zijn en sprake mag zijn van een beperkt cliëntenbezoek aan huis. In de toelichting is vervolgens aangegeven dat onder 'beperkt' cliëntenbezoek wordt uitgegaan van maximaal 2 cliënten tegelijk.
Zienswijze 5
Korte samenvatting
-
1. Reclamant wil duidelijkheid over de bouwmogelijkheden ter plaatse van het perceel tussen Oorgat 66 en 68 zoals die in het voorontwerp-bestemmingsplan en vervolgens in het ontwerp-bestemmingsplan zijn aangegeven.
-
2. Reclamant is van mening dat de bestemming van het perceel tussen Oorgat 66 en 68 ten onrechte is gewijzigd. Reclamant verzoekt het zonder overleg en zonder inspraak wijzigen van de bestemming Wonen naar Tuin terug te draaien.
Beoordeling
-
1. Op basis van het bestemmingsplan is een bijbehorend bouwwerk toegestaan binnen het opgenomen bouwvlak met een goothoogte van 3 m en een bouwhoogte van 4,75 m.
-
2. Vanwege het feit dat deze kavel nog het enige doorzicht bied op het achtergelegen gebied is ter plaatse een bestemming tuin gewenst.
Zienswijze 6
Korte samenvatting
-
1. Reclamant is van mening dat ten onrechte minder gewicht aan hun belangen wordt toegekend dan aan het belang van de eigenaar van Zeevangszeedijk 14. Eerder heeft reclamant een afwijzing gekregen op het door hun ingediende principeverzoek voor uitbreiding van hun woning. Door het vergroten van de bebouwingsmogelijkheden aan de Zeevangszeedijk 14, zou in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel worden gehandeld.
-
2. Reclamant geeft aan dat het college in het verleden steeds het beleid heeft gevoerd dat de oorspronkelijke stolp op het perceel Zeevangszeedijk 14 behouden moet worden en dat bebouwing in de toekomst zowel qua omvang als qua vormgeving zou moeten passen binnen het gebied. Door het verlenen van vrijstelling en bouwvergunning heeft het college naar oordeel van reclamant in strijd met eigen beleid gehandeld. Door de opgenomen bebouwingsmogelijkheden voor het perceel Zeevangszeedijk 14 wordt het (uit)zicht op en naar het Fort aangetast.
-
3. Reclamant wil een aanpassing van het bestemmingsplan, zodat de bouwmogelijkheden uit het eerder ingediende principeverzoek tot de mogelijkheid behoren.
-
4. In het bestemmingsplan is voor het perceel Zeevangszeedijk 11 uitgegaan van een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3,5 m en 7,5 m. Reclamant verwijst naar het bestemmingsplan Buitengebied uit 1995 waar de maten betreft goot- en bouwhoogte op 4 m en 9 m zijn bepaald. Dit niet vigerende bestemmingsplan wordt al jaren gebruikt als onderlegger voor bouw en verbouw van woningen. Reclamant vraagt de maten voor de woning op het perceel Zeevangszeedijk 11 aan te passen naar de maten van het bestemmingsplan van 1995.
Beoordeling
-
1. Vanzelfsprekend worden belangen van burgers op gelijke wijze afgewogen. Echter waar het gaat om de situatie Zeevangszeedijk 14 is geen sprake van een vergelijkbare situatie. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel vaalt derhalve. Het bouwvolume van Zeevangszeedijk 14 was in het verleden ook al groter dan Zeevangszeedijk 11.
-
2. Voorts is sprake van een onherroepelijke verleende sloopvergunning, die inmiddels is geëffectueerd. Het vorenstaande betekent dat van enige waarde van de voormalige boerderij inmiddels geen sprake meer is. Voor het overige verwijzen wij kortheidshalve naar de motivering die ten grondslag heeft gelegen aan de verleende bouwvergunning en het besluit van benw d.d. 27 september 2011 inzake de beslissing op de bezwaren. Reclamant is hier schriftelijk inhoudelijk over geïnformeerd.
-
3. Binnen dit nieuwe bestemmingsplan is een hoofdgebouw van + 850 m³ mogelijk. De huidige woning is ongeveer 626 m³. Er is dus binnen het nieuwe bestemmingsplan nog een vergroting van het volume van het hoofdgebouw mogelijk van bijna 40%. Een verdere verruiming is niet gewenst. Het gelijktrekken van de goothoogte met de naastgelegen woning vinden wij stedenbouwkundig evenmin wenselijk. De huidige variatie van goothoogten is karakteristiek voor het gebied. Het benadrukt de individualiteit van de panden. De maximale goot- en bouwhoogte in het nieuwe bestemmingsplan bieden voldoende ruimte om de woning uit te breiden. De grotere beukmaat is daarbij eveneens niet gewenst. Behoud van kleinschaligheid en variatie met grotere volumes, binnen de rij woningen waar de woning onderdeel van uit maakt, wordt met dit bestemmingsplan nagestreefd.
-
4. Het bestemmingsplan Oorgat e.o. is een consoliderend bestemmingsplan, waarbij de verscheidenheid in de reeds aanwezige bebouwing uitgangspunt is. Hierbij is de huidige maatvoering positief bestemd. Met betrekking tot de goot- en bouwhoogte worden minimum afmetingen gehanteerd van 3,5 m en 7,5 m in verband met de huidige eisen van het Bouwbesluit. Gelet op de aanwijzing van het gebied als nationaal landschap zijn de uitgangspunten ten aanzien de maatvoering uit het bestemmingsplan Buitengebied uit 1995 te algemeen en derhalve losgelaten.
Zienswijze 7
Korte samenvatting
-
1. Reclamant is van mening dat de doorkijk tussen Zeevangszeedijk14 en Oorgat 2 aanmerkelijk smaller wordt als de vergunde woning op het perceel Zeevangszeedijk 14 wordt gerealiseerd. Dit is in strijd met de gemeentelijke doelstellingen en met de provinciale doelstellingen voor de kernzone van de Stelling van Amsterdam.
-
2. Het hele plangebied ligt binnen de kernzone van het Werelderfgoed tevens Nationaal Landschap 'De Stelling van Amsterdam'. Als het vastgestelde beleid voor het Nationaal Landschap serieus zou worden genomen, is het onmogelijk bouwvergunning voor een plan als voor Zeevangszeedijk 14 te verstrekken.
-
3. Reclamant verwijst voor het commentaar op het onderdeel bouw Zeevangszeedijk 14 naar het pleidooi, zoals dat bij de bezwaarcommissie is gehouden.
-
4. In het ruimtelijk beleidskader van de provincie Noord-Holland wordt de voorkeur gegeven aan het gebruik van hout binnen de schootskringen van het fort. Conform het bestemmingsplan Stadsgezicht Edam zou dit bestemmingsplan ook voorschriften over materiaalgebruik kunnen bevatten.
-
5. Reclamant maakt bezwaar tegen de afmetingen van het bijbehorende bouwwerk op het perceel Zeevangszeedijk 14 gelet op de schaduwwerking van een dergelijk grootschalig bouwwerk. Met een zo groot kavel, zo veel schaduw bij het naastgelegen perceel veroorzaken, is onnodig en is onverantwoordelijke ruimtelijke ordening.
-
6. Reclamant wil voor de ontwikkeling van het perceel Oorgat 6 gaarne een suggestie doen, die in overeenstemming is met de doelstellingen van het bestemmingsplan. Als de doorkijk wordt gecombineerd met de ruimte rond de rode beuk is de doorkijk ruimer. De doorkijk komt dan tevens in het verlengde van het pad over de sluis te liggen.
Beoordeling
-
1. Voor de reactie op dit onderdeel van de zienswijze wordt kortheidshalve verwezen naar de motivering die ten grondslag heeft gelegen aan de verleende bouwvergunning en het besluit van benw d.d. 27 september 2011 inzake de beslissing op de bezwaren. Reclamant is hier schriftelijk inhoudelijk over geïnformeerd.
-
2. Zie voor de beantwoording onderdeel 1 van deze zienswijze.
-
3. Zie voor de beantwoording onderdeel 1 van deze zienswijze.
-
4. In het gemeentelijke ruimtelijke beleid zoals dat thans wordt voorgestaan is het bestemmingsplan na actualisatie en/of herzien niet het instrument om materiaalgebruik te reguleren. Voor zover cultuurhistorische waarde in relatie tot gebruikte materialen moeten worden behouden, wordt dit gereguleerd met de gemeentelijke erfgoedverordening. Het materiaalgebruik voor de overige objecten en panden zal een plaats moeten krijgen in het welstandsbeleid.
-
5. Zie voor de beantwoording onderdeel 1 van deze zienswijze.
-
6. Voor dit moment is er voor gekozen de bestaande situatie weer positief te bestemmen. Daarnaast is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen op basis van een aantal stedenbouwkundige uitgangspunten, waarmee zowel de doorzichten naar achteren worden vergroot en de bestaande boom behouden blijft. Deze stedenbouwkundige uitgangspunten zijn na overleg met de initiatiefnemer opgesteld en afgestemd op de financiële haalbaarheid. Met voorliggende suggestie wordt het aantal woningen uitgebreid en daarmee de ruimtelijke ongewenste effecten op de omgeving vergroot. Een open ruimte aan de achterzijde in combinatie met een boom aan de voorzijde doet afbreuk aan het gewenste doorzicht. Wanneer de huidige stedenbouwkundige voorwaarden worden vergeleken met de aangegeven suggestie, zal deze suggestie, als gevolg van de voorgestelde bebouwing in combinatie met de verharding leiden tot een vermindering van doorzicht. Als gevolg van de situering is tevens sprake van een minder aantrekkelijke indeling, waardoor de economische uitvoerbaarheid onder druk komt te staan.
Zienswijze 8
Korte samenvatting
-
1. Reclamant geeft aan dat er nu geen overlap meer bestaat met de grens van het beschermd stadsgezicht, maar wel een gat waar mogelijk Edam I 1948 blijft gelden. Dit is niet nodig als bij Oorgat 21 dezelfde bestemming en dezelfde regeling zou gelden als bij Oorgat 6.
-
2. Reclamant juicht het nieuwe doorzicht en het opschonen van het achterterrein op het perceel Oorgat 6 toe. Mogelijk kan het plan nog geoptimaliseerd worden vanuit de gezichtshoek van de Stelling van Amsterdam.
-
3. Ondanks dat de inrichting en de verkeersmaatregelen van de weg niet in het bestemmingsplan worden geregeld, kan op zijn minst in de toelichting de gewenste richting worden opgenomen. Zoals 30-km zone met de bijbehorende maatregelen, een regelmatige bomenrij en een goed evenwicht tussen rijden en parkeren.
-
4. De Stelling van Amsterdam wordt als onderwerp regelmatig genoemd. Maar wat dit voor het gebied betekent en wat voor gevolgen het heeft komt niet helder naar voren.
-
5. De bestemmingsregel met betrekking tot Zeevangszeedijk 14 is niet passend gezien de cultuurhistorische bescherming van de plek en de omgeving.
-
6. Reclamant is verbaasd over de in tuin gewijzigde bestemming tussen Oorgat 66 en 68. Invulling met een woning lijkt voor de hand te liggen.
Beoordeling
-
1. Vanwege de onlosmakelijkheid van de mogelijke nieuwe ontwikkeling van dit perceel is besloten dit perceel in zijn geheel buiten het plangebied te houden. Dit perceel zal worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan voor het Stadsgezicht Edam.
-
2. Dit onderdeel van de zienswijze hebben wij ter kennisname aangenomen.
-
3. Zoals in toelichting onder paragraaf 4.6 is aangegeven geldt binnen het hele plangebied een maximum snelheid van 30 km per uur, met uitzondering van een gedeelte van de Zeevangszeedijk vanaf nummer 8.
-
4. Voor de betekenis van het Nationaal Landschap 'Stelling van Amsterdam' voor dit gebied, verwijzen wij naar het gestelde hierover in de toelichting onder paragraaf 3.2.4.
-
5. Voor de reactie op dit onderdeel van de zienswijze wordt kortheidshalve verwezen naar de motivering die ten grondslag heeft gelegen aan de verleende bouwvergunning en het besluit van benw d.d. 27 september 2011 inzake de beslissing op de bezwaren. Reclamant is hier schriftelijk inhoudelijk over geïnformeerd.
-
6. In dit geval is sprake van een consoliderend bestemmingsplan, waarbij de bestaande situatie het vertrekpunt is geweest. Op onderhavig perceel bevindt zich een bijbehorend bouwwerk i.c. een garage met de afmetingen van 3 m x 5 m. Bovendien is deze kavel nog het enige doorzicht op het achtergelegen gebied. Om die reden is planologische medewerking aan het realiseren van een woning niet wenselijk.
Zienswijze 9
Korte samenvatting
-
1. Reclamant verzoekt de maximale goot- en bouwhoogte voor het perceel Zeevangszeedijk 10 aan te passen conform de feitelijke situatie, waarvoor in januari 2010 een bouwvergunning is afgegeven.
Beoordeling
-
1. De verbeelding is op dit punt aangepast, zodat tegemoet is gekomen aan de zienswijze.
Zienswijze 10
-
1. Het bestemmingsplan is getoetst aan het toekomstige externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM voor aardgastransportleidingen. Op grond van deze toetsing kan worden geconcludeerd dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.
Beoordeling
-
1. Wij hebben deze zienswijze voor kennisgeving aangenomen.
Zienswijze 11
-
1. Reclamant stelt na alle commotie over de vroegtijdige sloop van de stolpboerderij op het perceel Zeevangszeedijk 14 en de voorgestelde nieuwbouw aldaar geen prijs op verdere gemeentelijke respectievelijk provinciale 'regelingen'. Reclamant verzoekt dan ook de woning op het perceel Oorgat 2 van de inventarisatielijst voor mogelijke monumentenstatus af te voeren.
Beoordeling
-
1. Bij de opzet van dit bestemmingsplan is het gemeentelijke monumenten beleid mede heroverwogen. In verband hiermee is voor dit perceel een cultuurhistorisch rapport opgesteld. Uit dit rapport is naar voren gekomen dat de woning op het perceel Oorgat 2, 17 punten heeft gescoord ten opzichte van de maximale score van 20 en hierdoor is aangemerkt als een karakteristiek waardevol bouwwerk. Indien uit een contra-expertise blijkt dat op de betrokken locatie geen cultuurhistorische waarde (meer) aanwezig is, kan door middel van een wijzigingsplan op grond van artikel 12.6 van het bestemmingsplan, de aanduiding van karakteristiek waardevol bouwwerken komen te vervallen. Er zijn geen rapporten overgelegd waar dit uit blijkt.
Zienswijze 12
-
1. In het ontwerp-bestemmingsplan stroken de formaten van het perceel Oorgat 30 niet met het formaat zoals aangegeven in de koopakte.
Beoordeling
-
1. Het bestemmingsplan wijzigt niets aan de formaten van een perceel, maar geeft uitsluitend bestemmingen aan de percelen. Voor het perceel Oorgat 30 geldt voor een deel de bestemming Wonen en voor een deel de bestemming Tuin.