Plan: | Oorgat e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0385.bpOorgatEO-vg01 |
In november 2009 is de rijksoverheid met de modernisering van de monumentenzorg van start gegaan. Deze beleidsontwikkeling is door de nieuwe regering verder opgepakt en het kabinetstandpunt hieromtrent is verwoord in de kamerbrief van 15 juni 2011 'Kiezen voor karakter, visie erfgoed en ruimte'.
Als gevolg van dit voornemen zal er de komende jaren in de monumentenzorg veel veranderen. In beginsel gaat het daarbij om drie grote veranderingen:
De aanleiding voor deze modernisering is dat het huidige instrumentarium (Monumentenwet) stamt uit het begin van de vorige eeuw en inmiddels ontoereikend is. Ook het denken over de omgang met monumenten is de afgelopen decennia sterk veranderd. Kenmerken daarbij zijn van 'object-gericht' naar meer 'gebiedsgericht' en van 'behoud' naar 'behoud door ontwikkeling'.
Bij de implementatie en uitvoering van dit rijksbeleid is een voorname rol weg gelegd voor de gemeenten.
De gemeenten zullen deze rol oppakken en zich daarbij moeten bedienen van het instrumentarium, dat daarvoor beschikbaar is. Naast de reguliere verordende bevoegdheid brengt deze beleidsontwikkelingen met zich mee, dat gemeenten andere instrumenten inzetten om enerzijds de cultuurhistorische belangen in de ruimtelijke ordening mee te wegen en anderzijds te kunnen komen tot een gebiedsgerichte aanpak.
Vanwege onder meer deze aspecten wordt er landelijk steeds meer voor gekozen om het bestemmingsplan als ruimtelijk ordeningsinstrument bij uitstek te gebruiken om deze modernisering van de monumentenzorg mede vorm te geven.
Het gemeentelijke monumentenbeleid van de gemeente Edam-Volendam is nog volop in beweging en ontwikkeling.
In de gemeente Edam-Volendam zijn door de rijksoverheid 178 rijksmonumenten aangewezen; 3 in Volendam en 175 in Edam. Binnen het plangebied bevinden zich twee rijksmonumenten, te weten Oorgat 1 en Oorgat 84.
Bovendien is een groot deel van Edam aangewezen als een zgn. 'beschermd Stads- en Dorpsgezicht' als bedoeld in artikel van de 35 van de Monumentenwet.
Mede vanuit deze traditie is het denken over het cultureel erfgoed binnen de gemeente de laatste jaren gewijzigd. Dit vanuit het besef dat men in dit gebied over -in cultuurhistorisch opzicht- zeer waardevolle objecten beschikt (bouwwerken en gebouwen), al dan niet in combinatie met openbare, publieke buitenruimen (zoals bruggen, straatjes, pleintjes, stegen, trapopgangen, watergangen of combinaties daarvan), die afzonderlijk of juist in hun onderlinge samenhang beschermingswaardig zijn.
Als gevolg hiervan heeft het gemeentelijk beleid zich de laatste paar jaar verder ontwikkeld tot een meer omvattend instrumentarium, waarmee wordt beoogd:
Meer schematisch is het gemeentelijk beleid en daaraan gekoppelde instrumentarium als volgt opgezet.
Met het begrip 'Planologisch Erfgoedregime' wordt geduid op het instrumentarium, zoals dat is neergelegd in de Erfgoedverordening en de uitwerking daarvan in het onderhavig bestemmingsplan. Zoals hiervoor al is toegelicht heeft die uitwerking zijn beslag gekregen in artikel 12 door middel van het opnemen van een dubbelbestemming. In de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan is dit nader tot uiting gebracht door eveneens, specifieke bouwaanduidingen met bijbehorende toevoegingen