direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Oorgat e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOorgatEO-vg01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Structuurvisie Edam-Volendam (2009)

Bij besluit van 26 februari 2009 heeft de gemeenteraad een Structuurvisie vastgesteld.Deze Structuurvisie geeft een beschrijving van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente tot 2020 met een doorkijk naar de lange termijn (2040).De geformuleerde speerpunten van beleid zijn:

  • voldoende woningbouw ter voldoening aan de vraag van de eigen ingezetenen;
  • de ontwikkeling van een aantal zgn. inbreilocaties;
  • een woningbouwprogramma met uitgangspunten voor benoemde doelgroepen;
  • de aanleg van een 3e ontsluitingsweg;
  • een bescheiden groei in het aanbod van eigen bedrijventerrein;
  • een uitvoeringsprogramma met een aantal afzonderlijke ontwikkelingen;
  • een kader voor kostenverhaal.

Tevens geeft deze Structuurvisie input voor de actualiseringoperatie van de bestemmingsplannen.Op de bijbehorende plankaart van de Structuurvisie zijn de locaties aangegeven die in aanmerking komen voor nieuwbouw van woningen door middel van herstructurering: vervanging verouderde woonblokken, transformatie bedrijfslocaties naar wonen.
Het gebied ten noorden van het Oorgat is aangegeven als agrarisch gebied met landschap- en natuurwaarden.

3.3.2 ISV notitie 2005-2009

Deze notitie betreft het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing van de gemeente Edam-Volendam voor de periode 2005-2009, zoals door de gemeenteraad op 23 juni 2005 is vastgesteld.

De prioriteitenstelling van de voornoemde notitie luidt als volgt:

  • nadruk op WWZ-beleid (Wonen, Welzijn en Zorg/Seniorenbeleid), waarbij een goed gemeleerd aanbod moet zijn van nultrede- woningen, extramurale zorg en gemaksdiensten en aanbod van woningen voor specifieke doelgroepen (senioren/gehandicapten/starters);
  • woningbouw op diverse herstructurering- of inbreilocaties, waarbij zorgvuldig en optimaal ruimtegebruik voorop staat (ICT);
  • waar mogelijk sanering/verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven in stedelijk gebied naar bedrijventerrein en verbetering van bodemkwaliteit en waterhuishouding;
  • versterking recreatie en toeristische attractiviteit.
3.3.3 Welstandsnota

Op grond van de herziening van de Woningwet per 1 januari 2003 heeft de gemeenteraad 16 maart 2004 een welstandsnota vastgesteld. Een dergelijke nota is een voorwaarde voor het uitvoeren van welstandstoezicht. Het biedt een stelsel van beleidsregels waarin concrete criteria zijn opgenomen waaraan bouwwerken moeten voldoen waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd.

In de nota worden verschillende criteria voor verschillende gebieden gehanteerd, afhankelijk van de bestaande ruimtelijke structuur en kwaliteit. Het plangebied van dit bestemmingsplan is in de nota ondergebracht in het welstandsgebied het ‘Singelgebied’. Voor dit gebied geldt het welstandsniveau 'Regulier'. De welstandsnota geeft criteria voor de inpassing binnen de omgeving, de massa en opbouw van bouwwerken en de detaillering materiaal en kleur. Voor het ‘Singelgebied’ is de Noord-Hollandse welstandsfederatie de adviserende instantie. De relatie van de welstandscriteria en het bestemmingsplan is van belang. Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken, voor zover dat nodig is voor een goede ruimtelijke ordening.

Datgene wat op grond van een bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, kan niet door de welstandscriteria worden ‘tegen gehouden’.De architectonische vormgeving valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan en wordt exclusief in de welstandsnota geregeld.Voor zover er bebouwingsmogelijkheden zijn opgenomen in het bestemmingsplan en die vergunningplichtig zijn, is een toets aan het welstandsbeleid noodzakelijk.

3.3.4 Erfgoedverordening gemeente Edam-Volendam 2010

Met ingang van 8 februari 2011 heeft het concept 'Erfgoedverordening Gemeente Edam-Volendam 2010' voor een ieder gedurende 6 weken ter inzage gelegen.
De Erfgoedverordening regelt de status van gemeentelijke monumenten via het bestemmingsplan. Naast een vergunning-procedure ingevolge de Wabo voor rijksmonumenten wordt het bestemmingsplan als instrument gebruikt om het gemeentelijk cultureel erfgoed te beschermen.
Dit cultuurgoed krijgt via een dubbelbestemming 'Waarde - Edams-Volendams Erfgoed' (WR-EV) een vaste positie binnen het bestemmingsplan.
Hierdoor worden de ruimtelijke kwaliteiten op het gebied van cultuurhistorie, architectuur- historie en landschap integraal bewaakt. Het nieuwe aan dit planologische erfgoedregime is, dat het systeem ontwikkelingsgericht is vanwege duidelijke richtlijnen voor toekomstig gebruik en dat er een koppeling wordt gemaakt met de Erfgoedverordening.
Mede hierdoor wordt er als het ware een koppeling gelegd tussen de Wet ruimtelijke ordening, Monumentwet c.q. de daarvan afgeleide regeling en de Woningwet en Wabo, zodat een dekkend, meer integraal regime ontstaat. Daarnaast wordt het vergunningsvrij bouwen binnen het cultureel erfgoed beperkt, doordat in de begripsbepalingen van genoemde Erfgoedverordening en bestemmingsplan de reikwijdte van het begrip 'gemeentelijke monument' is uitgebreid.
Het voordeel van een dergelijk systeem is, dat door de koppeling van het bestemmingsplan aan de Erfgoedverordening een integrale bescherming mogelijk is in plaats van de traditionele fragmentarische en objectgerichte aanpak (in plaats van een gebiedsgerichte benadering).


In de Erfgoedverordening zijn gradaties in beschermingsniveau opgenomen. Zo worden de verschillende beschermingsgradaties onderscheiden:

  • karakteristiek waardevol bouwwerk;
  • beeldbepalend bouwwerk;
  • stolp;
  • waardevol cultuurhistorisch element;
  • cultuurhistorisch attentiegebied.


Het gemeentelijke Monumentenbeleid van Edam-Volendam wordt daarmee beheerst door:

  • de Monumentennota met een gemeentelijke Cultuurwaarden kaart;
  • de eerder genoemde Erfgoedverordening;
  • De uitwerking in het bestemmingsplan, zoals dat schematisch is weergegeven onder paragraaf 5.4.2 van deze toelichting.

3.3.5 Detailhandelstructuurvisie

De Detailhandelstructuurvisie voor de gemeente is in 2007 vastgesteld en geeft inzicht in de opbouw van de detailhandel, zowel kwantitatief als kwalitatief en qua branchering.Voor de kern van Edam is de conclusie dat het winkelgebied sfeervol is, maar het aanbod relatief kleinschalig en grote trekkers ontbreken. Als oplossingsrichtingen worden genoemd het realiseren van een ‘trekker’ in het centrum in de vorm van een moderne supermarkt5 en een toename in het aanbod van meer luxe artikelen, mede bestemd voor de toerist.

3.3.6 Visiedocument Centrumgebied Edam (concept)

Vanuit ondermeer het ‘toerisme’ en de ‘detailhandel’ zijn toekomstvisies opgesteld, gericht op het beter benutten van de economische potenties. Maar het historische centrum is ook erg kwetsbaar en er spelen meerdere belangen. Onderwerpen als ‘parkeren’ en ‘verkeer’ zijn daarbij mede bepalend.

Voor het beschermde stadsgezicht is daarom behoefte aan een integraal beleidsplan, zoals is bedoeld in het Inspectierapport ‘Instandhouding rijksmonumenten Gemeente Edam-Volendam’.De verschillende deelbelangen komen in deze visie samen, daarbij rekeninghoudend met de aspecten ‘cultuurhistorische waarden’, ‘verkeer en parkeren’, ‘detailhandel’ en ‘toerisme’.De verdere uitwerking zal in ieder geval plaatsvinden in een nieuw op te stellen bestemmingsplan voor het ‘Stadsgezicht Edam’.

In dit visiedocument wordt geadviseerd om het gebied rond de Oosterkade (de zogenaamde zoutkade) te herstellen en te herstructureren, zodat dit qua uitstraling beter past bij het cultuurhistorisch karakter van het centrumgebied van Edam.

3.3.7 Nota bestemmingsregeling Horeca-activiteiten 2011

De ´Nota bestemmingsregeling Horeca-activiteiten 2011´ is besproken op het raadsplein van 26 mei 2011 en daarna als beleidsdocument vastgesteld. Deze nota bevat de beleidsregels hoe de komende jaren in planologisch-juridische zin met de verschillende horeca-activiteiten dient te worden omgegaan. In dat verband wordt ondermeer een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de specifieke, primaire horeca en anderzijds de zgn. ´ondersteunende horeca-activiteiten´ bij onder meer detailhandel en andere bestemmingen.

De categorie indeling voor de verschillende horeca-inrichtingen binnen de gemeente vindt zijn grondslag in een ´standaard´ Staat van Horeca-activiteiten behorende bij deze beleidsnota.