direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Oorgat e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOorgatEO-vg01

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Nota Ruimte

De gemeente Edam-Volendam is onderdeel van de regio Waterland. In de Nota Ruimte is die regio voor een groot deel aangemerkt als Nationaal Landschap3. Droogmakerij de Purmer en het stedelijke gebied van Purmerend en Edam-Volendam zijn aangemerkt als bundelinggebied. In een bundelinggebied ligt het accent op verstedelijking en in samenhang hiermee dient ook ruimte te worden gepland voor andere thema's, zoals water, natuur, landschap, recreatie, sport en landbouw. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met cultuur en cultuurhistorie. Door het specifieke karakter van de 'Stelling van Amsterdam'4 zijn er in de Nota Ruimte geen nadere eisen opgenomen, naast de verplichtingen en verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de status van werelderfgoed. De kernkwaliteit voor de stelling is als volgt geformuleerd; ‘een samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen’. Het gaat vervolgens om een groene en relatief 'stille' ring rond Amsterdam en een relatief grote openheid.

Voor alle Nationale Landschappen, waar onder de 'Stelling van Amsterdam', geldt dat:

  • grootschalige functies/ontwikkelingen in principe niet zijn toegestaan;
  • het opstellen van een beeldkwaliteitplan verplicht is buiten de 'rode contouren' (binnekort Bestaand Bebouwd Gebied genoemd oftewel 'BBG');
  • het uitgangspunt rood voor groen wordt toegepast.
3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Amvb Ruimte)

Op 1 juli 2009 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De Nota Ruimte wordt in het kader van het overgangsrecht aangemerkt als een structuurvisie en verliest daarmee zijn externe werking. Echter, de concrete beleidsbeslissingen in de PKB (planologische kernbeslissing) behouden in het kader van het overgangsrecht hun werking.

Om de doorwerking van nationale ruimtelijke belangen in provinciale en gemeentelijke plannen te waarborgen, is op rijksniveau het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (de AMvB Ruimte) opgesteld. De 'nationale belangen' zoals genoemd in de Nota Ruimte worden beleidsneutraal vastgelegd in de eerste tranche AMvB Ruimte. De AMvB Ruimte kan bepalingen bevatten rondom de verplichte doorwerking in bestemmingsplannen, beheersverordeningen of projectbesluiten.

Omdat een deel van de beleidskaders nog in ontwikkeling is en nieuw ruimtelijk rijksbeleid in voorbereiding is, heeft het kabinet besloten dat de AMvB in beginsel gefaseerd wordt opgesteld en in werking zal treden.

De eerste fase bevat, zoals aangekondigd in de Realisatieparagraaf, de in de PKB Nota Ruimte opgenomen beleidskaders ten aanzien van onder meer: bundeling van verstedelijking en locatiebeleid economische activiteiten, de rijksbufferzones, de nationale landschappen, de ecologische hoofdstructuur, het kustfundament, grote rivieren, militaire terreinen en de mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee.

De ontwerp-AMvB is naar de Eerste en Tweede kamer gezonden en via de Staatscourant en de website van VROM bekend gemaakt. Tot 1 september 2009 kon een ieder zijn visie op het ontwerp kenbaar maken. Daarna zal het ontwerpbesluit voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State. De planning was dat de AMvB op 1 juli 2010 in werking zou treden. Dit is echter in verband met vervroegde verkiezingen door de Tweede Kamer controversieel verklaard, waardoor de inwerkingtreding is uitgesteld.

De AMvB Ruimte zal tevens onderdelen bevatten die nader dienen te worden geregeld in provinciale verordeningen. Het meer recente Rijksbeleid wordt opgenomen in een volgende fase van de AMvB Ruimte, die over een jaar naar de Eerste en Tweede Kamer wordt gezonden. Hierin wordt mogelijk plaats ingeruimd voor de kaders voor het IJsselmeergebied, de Structuurvisie Randstad 2040 en het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEVIII).

In de AMvB Ruimte is bescheven dat de provinciale verordening regels stelt ten aanzien van de inhoud van en toelichting bij bestemmingsplannen, die voorzien in nieuwe bedrijventerreinen, zeehaventerreinen en locaties voor kantoren.

3.1.3 Wetgeving luchtkwaliteit

De ‘Wet luchtkwaliteit’ is sinds 15 november 2007 opgenomen in de Wet milieubeheer (Hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en voornamelijk de bijbehorende Bijlage 2). De kern van de ‘Wet luchtkwaliteit’ bestaat uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (amvb) en ministeriële regelingen (mr) die gelijktijdig met de ‘Wet luchtkwaliteit’ in werking zijn getreden.

Het gaat om de regelingen:

  • ‘Wet luchtkwaliteit’ (titel 5.2 van de Wet milieubeheer);
  • Wijzigingswet Wet milieubeheer (o.a. van belang voor het overgangsrecht voor luchtkwaliteit);
  • Besluit ‘Gevoelige bestemmingen’ (luchtkwaliteitseisen);
  • Besluit ‘Niet in betekenende mate’ (NIBM);
  • Ministeriële regeling ‘Niet in betekenende mate’ (NIBM);
  • Ministeriële regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007;
  • Ministeriële regeling ‘Projectsaldering luchtkwaliteit 2007’.

Met de intrede van de ‘Wet luchtkwaliteit’ is ook het begrip ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) geïntroduceerd. Dit begrip maakt ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk in overschrijdingssituaties. Elk project dat NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit kan worden uitgevoerd.Binnen gestelde omvanggrenzen is geen toetsing aan de grenswaarden van de luchtkwaliteit noodzakelijk. Wel blijven de begrippen goede ruimtelijke ordening en blootstelling van kwetsbare groepen van belang (zie paragraaf 4.7).

3.1.4 Rijksmonumenten en modernisering monumentenbeleid

In de gemeente Edam-Volendam zijn door de rijksoverheid 178 rijksmonumenten aangewezen; 3 in Volendam en 175 in Edam. Binnen het plangebied bevinden zich twee rijksmonumenten, te weten Oorgat 1 en Oorgat 84.

Deze monumenten hebben de bouwaanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - rijksmonument’ op de verbeelding gekregen. Het betreft hier een signaleringsfunctie. In de planregels behoeft geen regeling te worden opgenomen, omdat de monumenten reeds beschermd worden via de Monumentenwet 1988. De modernisering van het monumentenbeleid wordt nader behandeld en toegelicht in hoofdstuk 5 bij de bespreking vanhet ´Planologisch Erfgoedregime´.