Plan: | Zanderij Noord |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0383.BPC21ZanderijNoord-ON01 |
Het bestemmingsplan Zanderij Noord met identificatienummer NL.IMRO.0383.BPC21ZanderijNoord-ON01 van de gemeente Castricum;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publiekstrekkend zijn en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
Gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
Woonruimte welke niet kan worden bewoond door een huishouden, zonder afhankelijkheid van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;
Een afwijking als bedoeld in artikel 2.12, artikel 1 sub a, onder 1° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Een volwaardig bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden of fokken van dieren met inbegrip van akkerbouw, ambachtelijke be- en verwerking agrarische producten, bollenteelt, glastuinbouw, grondgebonden veehouderij, kas, paardenfokkerij en tuinbouw;
Een bedrijf, gericht op het verlenen van diensten en/of het leveren van dieren of goederen aan agrarische bedrijven, dan wel op het verwerken, opslaan, vervoeren en/of verhandelen van dieren of producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, dan wel een aan het agrarisch bedrijf verwant bedrijf, gericht op de handel en de bewaring van agrarische producten;
Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen, maar van de gemeente onafhankelijke instelling of onafhankelijk persoon met een aantoonbare specifieke deskundigheid op het gebied van land- en tuinbouw;
Zorgboerderij met directe verwantschap met het ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf (zonder slaapvertrekken);
Gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
Een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
Professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen;
Diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie;
In rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
De aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
Kleinschalige overnachtingaccommodatie voor toeristische doeleinden gericht op een kortdurend verblijf en het serveren van ontbijt. Een Bed & Breakfast is gevestigd in een woonhuis/boerderij/bedrijfswoning of bijgebouw is ondergeschikt aan de hoofdbestemming. Er is geen sprake van een Bed & Breakfast bij de aanwezigheid van een zelfstandige kookgelegenheid en/of de verkoop van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse en/of overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
Het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie;
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
In het kader van de natuurontwikkeling in de Zanderij Noord, tot regeling waarvan dit bestemmingsplan strekt, worden gronden verworven waarop agrarische bedrijfsvoering plaatsvindt (al dan niet inclusief opstallen). Deze agrarische bedrijfsvoering kan als beëindigd worden beschouwd:
Indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat.
In het kader van de natuurontwikkeling in de Zanderij Noord, tot regeling waarvan dit bestemmingsplan strekt, worden gronden verworven die in gebruik zijn als volkstuin (al dan niet inclusief opstallen). Dit gebruik kan als beëindigd worden beschouwd:
Eenmaal beëindigd gebruik ten behoeve van volkstuin kan niet worden hervat.
De totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
De emissie van ammoniak, uitgedrukt in mol NH3/ha/jaar behorende bij het ten tijde van het vaststellen van dit plan vergunde dan wel gemelde aantal en soort dieren;
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Een agrarisch bedrijf dat hoofdzakelijk middels opengrondse tuinbouwactiviteiten gericht is op de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen, alsmede de opengrondse teelt van snijbloemen en laagblijvende niet-houtige vaste planten;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
De grens van een bouwvlak;
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Gebouwen met een voor Castricum typische bouwstijl of bebouwing die deel uitmaakt van een beeldbepalend ensemble dan wel bebouwing die door de monumentencommissie op het gebied van cultuurhistorie als zodanig kan worden aangemerkt;
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
De bouwlaag op de begane grond;
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
Een kleine grondgebonden uitbouw van één bouwlaag aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw;
Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
Een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak van maximaal 7 dagen, die in de openbare ruimte wordt gehouden;
Recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen;
Recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
Woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
Locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem;
Niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, waarbij de productie (nagenoeg) volledig plaatsvindt in kassen;
Een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
Een agrarische activiteit die niet de omvang heeft van een volledige arbeidskracht, maar waarbij wel sprake is van ten minste 1,5 ha grond en van 4 Nederlandse grootte eenheid (nge) of vergelijkbare grootte in SO;
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; de volgende categorieën horeca-instellingen worden onderscheiden:
horeca categorie 1:
Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel uit functioneel als uit milieuoverwegingen niet of nauwelijks storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een broodjeszaak, theehuis en lunchroom.
horeca categorie 2:
Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel uit functioneel als uit milieuoverwegingen in geringe mate storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een hotel, restaurant, café-restaurant, café, bar, snackbar en cafetaria.
horeca categorie 3:
Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel uit functionele als uit milieuoverwegingen in min of meer ernstige mate storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een dancing, discotheek, nachtclub, coffeeshop en automatenhal.
De lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
Niet-grondgebonden agrarische bedrijven die zelfstandig of als neventak ( nagenoeg) geheel in gebouwen varkens, pluimvee, konijnen, vleeskalveren, pelsdieren en/of overig kleinvee houden. Het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet, het kweken van vis en het houden van melkvee en overig rundvee, geiten, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf in de vorm van tenten, stacaravans of caravans dan wel naar aard daarmee gelijk te stellen kampeermiddelen;
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
Een constructie van hellende dakvlakken;
Een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, bloemen en/of planten;
Het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 30 kampeermiddelen gedurende het zomerseizoen;
Het verlenen van kleinschalige zorg bij een agrarisch bedrijf, bijvoorbeeld resocialisatie of therapie, verleend door de agrariër al dan niet in samenwerking met zorginstellingen;
De aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht;
Culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, speelvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
De grens van een maatvoeringsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
Een bedrijf dat op eigen terrein binnen en/of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport, daaronder begrepen het geven van les ten behoeve van het leren berijden van paarden;
Het bieden van zorg in één woning en bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, dus alleen in afhankelijke woonruimte, aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke werking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste artikel onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
Een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m2) als de effecten op het woon- en leefklimaat. Het gaat onder andere om de volgende activiteiten: verkoop aan huis van streekeigen producten, ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (zoals kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij), Bed & Breakfast, sociaal-medische nevenfunctie (resocialisatie, therapie, kinderopvang en mantelzorg) en kleinschalige kamperen;
De aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden;
De agrarische bedrijfsvoering die niet geheel of hoofdzakelijk van de open grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, maar waarvan de productie geheel of overwegend in gebouwen plaatsvindt, zoals varkens-, kalver- of pluimveefokkerij, eendenmesterij of -fokkerij en champignonkwekerij;
De door biologische, bodemkundige, geomorfologische en geologische elementen of kenmerken, afzonderlijk of in onderlinge samenhang, aan een gebied toegekende of toe te kennen waarde;
Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste artikel, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
Een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
Een bedrijf waar paarden worden getraind, waarbij de bedrijfsvoering primair gericht is op de verkoop van getrainde paarden.
Een bedrijf waar paarden worden getraind, waarbij de bedrijfsvoering primair gericht is op de verkoop van getrainde paarden.
Een agrarisch bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij met daaraan ondergeschikt het trainen en africhten van ter plaatse gefokte paarden;
Een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het houden van paarden van derden, waaronder tevens wordt begrepen de verhuur van stalling met accommodatie en-/of weiland en het verzorgen van paarden maar daaronder niet begrepen het geven van les ten behoeve van het leren berijden van paarden;
Een door middel van een afscheiding van een perceel afgezonderd stuk grond ingericht en bedoeld voor het vrij laten loslopen van paarden meestal als uitloop van een stal;
Voor kampeermiddelen is er sprake van permanente bewoning indien:
Nadrukkelijk zij opgemerkt, dat reeds sprake is van permanente bewoning indien niet wordt voldaan aan het bepaalde onder a.
Voor recreatieterreinen, recreatieappartementen en recreatiewoningen is er sprake van permanente bewoning indien betrokkene niet elders beschikt over een hoofdwoonverblijf;
Woning die voorheen een agrarische bedrijfswoning was, maar welke is afgesplitst van het agrarisch bedrijf en gebruikt mag worden als woning voor personen die niet (meer) functioneel verbonden zijn met het agrarisch bedrijf waar de woning toe behoorde;
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Een gedeelte van een gebouw, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
De periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
Een gebouw, geen woonkeet, geen (sta)caravan, geen bouwwerk of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
De bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
Opslagplaats voor stort- of bulkgoederen met één of meer rechtopstaande wanden;
Het afbreken of laten afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan;
Een gebouw, dat wordt gekenmerkt door een piramidevormig, dan wel nagenoeg piramidevormig dak, waarbij de verhouding goothoogte:bouwhoogte ten minste 1:3 bedraagt;
Een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
Een caravan of soortgelijk onderkomen (chalet), dat mede gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
Een uitwerking als bedoeld in artikel 3.6 eerste artikel onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
De voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
Een duurzaam agrarisch bedrijf met de omvang van ten minste één volledige arbeidskracht die binding heeft met het agrarische bedrijf, met een daarbij passende bedrijfsomvang;
Gedeelte van een erf dat aan de voorkant van het gebouw is gelegen;
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
Denkbeeldige lijn die strak loopt in het verlengde van de voorgevel van de voorste bebouwing van een perceel, gezien vanaf de weg;
Een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste artikel onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een gebruik van agrarische gronden ten behoeve van bollenteelt gedurende maximaal één jaar en met tussenpozen van minimaal 4 jaar;
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
De periode van 1 maart tot en met 31 oktober;
Een bedrijf waar naast agrarische activiteiten ook zorg wordt verleend aan mensen met een verstandelijke en-/of fysieke beperking;
Gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windmolen;
De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, balkonhekken en overstekende daken en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bouwonderdelen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en -hoogten niet meer dan 1 meter bedraagt.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor Agrarisch-Paardenhouderij aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, groen- en speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven;
Binnen het bouwvlak mogen uitsluitend de volgende gebouwen die noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering worden gebouwd:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning mogen zowel in als buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van paardenrijbakken en landschappelijke inpassing indien en voor zover dat noodzakelijk is om de karakteristieke landschappelijke waarden te beschermen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.2 voor het verhogen van de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen tot maximaal 8 respectievelijk 11 m, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 3.1.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.6.1 wordt enkel verleend, nadat de natuurbeheerder van de Zanderij Noord een positief advies heeft afgegeven waaruit blijkt dat de betreffende activiteit (of activiteiten) geen onevenredige afbreuk doet (of kan doen) aan de landschappelijke en/of natuurwaarden van het gebied.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor Gemengd-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor Gemengd-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, groen- en speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
De voor Gemengd-1 aangewezen gronden zijn, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), tevens bestemd voor:
met, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, parkeervoorzieningen en in- en uitritten met dien verstande dat lichtmasten, bruggen en dammen niet zijn toegestaan.
In aanvulling op artikel 4.1.1 zijn de voor Gemengd-1 aangewezen gronden, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), bestemd voor nevenactiviteiten, onder de volgende voorwaarden:
a. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit als bedoeld in artikel 15.1
b. bedrijfsfuncties in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of categorie 2 indien deze qua uitstraling en milieuhinder vergelijkbaar zijn met bedrijven in categorie 1;
c. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten;
d. paardenstalling;
e. inpandige opslag van volumineuze goederen tot een maximale oppervlakte van 1.000 m2;
a. kleinschalig kamperen, waarbij maximaal 30 kampeermiddelen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
b. recreatiewoningen onder de volgende voorwaarden:
c. groepsaccommodatie onder de volgende voorwaarden:
d. verhuur van recreatieve middelen, zoals fietsen en kano's;
e. Bed & Breakfastvoorzieningen, met dien verstande dat maximaal 4 slaapkamers en 8 slaapplaatsen zijn toegestaan;
f. in afwijking van sub e is ter plaatse van de aanduiding 'Bed&Breakfast' het bestaande aantal kamers en slaapplaatsen toegestaan;
g. in afwijking van sub a mag het aantal kampeerplaatsen met bijbehorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' de bestaande omvang bedragen; deze mogen tevens jaarrond aanwezig zijn;
In aanvulling op artikel 4.1.1 zijn de voor Gemengd-1 aangewezen gronden, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), bestemd voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders met dien verstande dat:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen (de woning) gelden de volgende regels:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de woning mogen zowel in als buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.3 sub a voor het realiseren van paardenrijbakken mits deze voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.2 voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen uitsluitend ten behoeve van hobbyboer-activiteiten, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor een Bed & Breakfast, mits:
De voor Gemengd-1 aangewezen gronden mogen eerst in gebruik worden genomen voor burgerbewoning, zoals bedoeld in artikel 4.1.1 sub a tot en met e van de planregels, nadat – het relevante gedeelte van – het perceel, dat ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan kadastraal bekend is als gemeente Castricum, sectie B, nummer 10885 en zoals weergegeven op de kadastrale kaart zoals opgenomen als bijlage bij deze planregels, is verworven ten behoeve van de realisatie van natuur (dat wil zeggen, wanneer de leveringsakte ter verwerving van – het relevante gedeelte van – dit perceel is gepasseerd) en wanneer de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse van voormelde kadastrale percelen is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat).
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.6.1 wordt enkel verleend, nadat de natuurbeheerder van de Zanderij Noord een positief advies heeft afgegeven waaruit blijkt dat de betreffende activiteit (of activiteiten) geen onevenredige afbreuk doet (of kan doen) aan de landschappelijke en/of natuurwaarden van het gebied.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor Gemengd-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor Gemengd-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, groen- en speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
De voor Gemengd-2 aangewezen gronden zijn, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), tevens bestemd voor:
met, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, parkeervoorzieningen en in- en uitritten met dien verstande dat lichtmasten, bruggen en dammen niet zijn toegestaan.
In aanvulling op artikel 5.1.1 zijn de voor Gemengd-2 aangewezen gronden, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), bestemd voor nevenactiviteiten, onder de volgende voorwaarden:
a. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit als bedoeld in artikel 15.1
b. bedrijfsfuncties in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of categorie 2 indien deze qua uitstraling en milieuhinder vergelijkbaar zijn met bedrijven in categorie 1;
c. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten;
d. paardenstalling;
e. inpandige opslag van volumineuze goederen tot een maximale oppervlakte van 1.000 m2;
a. kleinschalig kamperen, waarbij maximaal 30 kampeermiddelen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
b. recreatiewoningen onder de volgende voorwaarden:
c. groepsaccommodatie onder de volgende voorwaarden:
d. verhuur van recreatieve middelen, zoals fietsen en kano's;
e. Bed & Breakfastvoorzieningen, met dien verstande dat maximaal 4 slaapkamers en 8 slaapplaatsen zijn toegestaan;
f. in afwijking van sub e is ter plaatse van de aanduiding 'Bed&Breakfast' het bestaande aantal kamers en slaapplaatsen toegestaan;
g. in afwijking van sub a mag het aantal kampeerplaatsen met bijbehorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' de bestaande omvang bedragen; deze mogen tevens jaarrond aanwezig zijn;
In aanvulling op artikel 5.1.1 zijn de voor Gemengd-2 aangewezen gronden, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), bestemd voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders met dien verstande dat:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen (woningen zoals bedoeld in artikel 5.1.1 sub a en sub b) gelden de volgende regels:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen zoals bedoeld in artikel 5.1.1 sub a en sub b mogen zowel in als buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
Bestaande bedrijfswoningen, bedrijfsgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, en overige bouwwerken geen gebouw zijnde, mogen als zodanig worden gehandhaafd zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat).
Ten aanzien van woningen zoals bedoeld in artikel 5.1.1 sub a en sub b, kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.3 sub a voor het realiseren van paardenrijbakken mits deze voldoen aan de volgende kenmerken:
Ten aanzien van woningen zoals bedoeld in artikel 5.1.1 sub a en sub b, kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.2 voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen uitsluitend ten behoeve van hobbyboer-activiteiten, met dien verstande dat:
Voor woningen zoals bedoeld in artikelen 5.1.1 sub a en sub b, kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor een Bed & Breakfast, mits:
Zolang de agrarische bedrijfsvoering niet is beëindigd, gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
De voor Gemengd-2 aangewezen gronden mogen eerst in gebruik worden genomen voor burgerbewoning, zoals bedoeld in artikel 5.1.1 sub a tot en met f van de planregels, nadat – het relevante gedeelte van – de gronden, die ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan kadastraal bekend zijn als gemeente Castricum, sectie B, nummers 4212, 4984, 4985, 8661, 10354, en sectie D, nummers 1169, 1170, 1173, 1189, 1190, 1238, 1241, 1275 en 1276 en zoals weergegeven op de kadastrale kaart zoals opgenomen als bijlage bij deze planregels, zijn verworven ten behoeve van de realisatie van natuur (dat wil zeggen, wanneer de leveringsakte ter verwerving van – het relevante gedeelte van – deze gronden is gepasseerd) en wanneer de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse van voormelde kadastrale percelen is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat).
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 5.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.6.1 wordt enkel verleend, nadat de natuurbeheerder van de Zanderij Noord een positief advies heeft afgegeven waaruit blijkt dat de betreffende activiteit (of activiteiten) geen onevenredige afbreuk doet (of kan doen) aan de landschappelijke en/of natuurwaarden van het gebied.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 6.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 wordt enkel verleend, nadat de natuurbeheerder van de Zanderij Noord een positief advies heeft afgegeven waaruit blijkt dat de betreffende activiteit (of activiteiten) geen onevenredige afbreuk doet (of kan doen) aan de landschappelijke en/of natuurwaarden van het gebied.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor Natuur-Agrarisch-Tuinbouw aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, groen- en speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven;
de voor Natuur en Agrarisch-Tuinbouw aangewezen gronden zijn, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), tevens bestemd voor:
met, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, parkeervoorzieningen en in- en uitritten met dien verstande dat lichtmasten, bruggen en dammen niet zijn toegestaan.
In aanvulling op artikel 7.1.1 zijn de voor Natuur en Agrarisch-Tuinbouw aangewezen gronden, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), bestemd voor nevenactiviteiten, onder de volgende voorwaarden:
a. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit als bedoeld in artikel 15.1
b. bedrijfsfuncties in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of categorie 2 indien deze qua uitstraling en milieuhinder vergelijkbaar zijn met bedrijven in categorie 1;
c. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten;
d. paardenstalling;
e. inpandige opslag van volumineuze goederen tot een maximale oppervlakte van 1.000 m2;
a. kleinschalig kamperen, waarbij maximaal 30 kampeermiddelen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
b. recreatiewoningen onder de volgende voorwaarden:
c. groepsaccommodatie onder de volgende voorwaarden:
d. verhuur van recreatieve middelen, zoals fietsen en kano's;
e. Bed & Breakfastvoorzieningen, met dien verstande dat maximaal 4 slaapkamers en 8 slaapplaatsen zijn toegestaan;
f. in afwijking van sub e is ter plaatse van de aanduiding 'Bed&Breakfast' het bestaande aantal kamers en slaapplaatsen toegestaan;
g. in afwijking van sub a mag het aantal kampeerplaatsen met bijbehorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' de bestaande omvang bedragen; deze mogen tevens jaarrond aanwezig zijn;
In aanvulling op artikel 7.1.1 zijn de voor Natuur en Agrarisch-Tuinbouw aangewezen gronden, zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse nog niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat), bestemd voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders met dien verstande dat:
Bestaande bedrijfswoningen, bedrijfsgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, en overige bouwwerken geen gebouw zijnde, mogen als zodanig worden gehandhaafd zolang de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse niet is beëindigd (indien de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse eenmaal is beëindigd, kan deze niet worden hervat).
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 7.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 wordt enkel verleend, nadat de natuurbeheerder van de Zanderij Noord een positief advies heeft afgegeven waaruit blijkt dat de betreffende activiteit (of activiteiten) geen onevenredige afbreuk doet (of kan doen) aan de landschappelijke en/of natuurwaarden van het gebied.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor Natuur-Volkstuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, groen- en speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven;
de voor Natuur en Volkstuin aangewezen gronden zijn, zolang het gebruik van de gronden ten behoeve van volkstuinen nog niet is beëindigd (eenmaal beëindigd gebruik ten behoeve van volkstuin kan niet worden hervat), tevens bestemd voor:
met de daar bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Bestaande gebouwen en overige bouwwerken geen gebouw zijnde, die zijn gebouwd ten behoeve van het gebruik van de gronden als volkstuinen, mogen worden gehandhaafd zolang het gebruik van de gronden als volkstuin ter plaatse niet is beëindigd (eenmaal beëindigd gebruik ten behoeve van volkstuin kan niet worden hervat).
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
De voor Recreatie-Volkstuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van overige bouwwerk, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 9.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 wordt enkel verleend, nadat de natuurbeheerder van de Zanderij Noord een positief advies heeft afgegeven waaruit blijkt dat de betreffende activiteit (of activiteiten) geen onevenredige afbreuk doet (of kan doen) aan de landschappelijke en/of natuurwaarden van het gebied.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Op gronden met de bestemming Verkeer, mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van nutsvoorzieningen ter plaatse van een bouwvlak.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding of tolheffing, bedraagt maximaal:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van paardenrijbakken), tuinen en erven.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen (de woning) gelden de volgende regels:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de woning mogen zowel in als buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.3 sub a voor het realiseren van paardenrijbakken mits deze voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.2 voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen uitsluitend ten behoeve van hobbyboer-activiteiten, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.2 voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1 voor een Bed & Breakfast, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast het andere voor die gronden aangewezen gebruik, ook bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag op de in artikel 12.1 bedoelde gronden alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief archeologisch onderzoek.
2 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 12.2.1.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Afwijking als bedoeld in artikel 12.2.1.2 is niet vereist, indien:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologisch deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 12.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologisch deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het in artikel 12.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van het bestemming 'Waarde - Archeologie', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet en/of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet en/of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Gebruik van ruimten binnen een woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Afwijking als bedoeld in artikel 16.1 is slechts toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van artikel 19.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 19.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 19.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 19.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Zanderij Noord'. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van [p.m.].