direct naar inhoud van 2.2 Historie
Plan: Bestemmingsplan Castricum, 3 locaties
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPC123locaties-VS01

2.2 Historie

De gemeente Castricum maakt deel uit van Kennemerland, het (zuid)westelijke deel van de provincie Noord-Holland. Het westelijk deel van Kennemerland waarop bestaat uit duinlandschap die de zee op afstand houdt van de steden en dorpen in de binnenduinrand. Meer naar het oosten ligen de voormalige getijde-landschappen van het Oer-IJ. Het Oer-IJ dat tussen 2500 voor Christus tot omstreeks het begin van de jaartelling actief was in het gebied tussen Heemskerk en Alkmaar. Het eeuwenlange proces van getijdenwerking leverde een dynamisch landschap op dat voortdurend aan verandering onderhevig was. Dit bepaalde in verschillende perioden ook de bewoningsmogelijkheden voor de mens. De gebieden waren zeer aantrekkelijk voor de mens vanwege de biologische rijkdom, de aanwezigheid van zoet water en mogelijkheden voor jacht en visvangst. De zandige ruggen en vlakten waren daarnaast geschikt voor premoderne akkerbouw, de kwelders en strandvlakten boden goede mogelijkheden voor het weiden van vee.

De naam Castricum komt omstreeks 990 voor het eerst in geschreven bronnen voor. De reden dat Castricum belangrijk werd, kwam doordat het dorp aan de postweg Haarlem-Alkmaar lag. Het dorp Castricum is ontstaan uit een aantal buurtschappen en boerderijen. Net naast de eigenlijke kern van Castricum werd in de 11e eeuw al een kerk neergezet. Om de kerk, tegenwoordig de Nederlands Hervormde Kerk, de Dorpskerk, ontstond samen met de groei van Castricum de Kerkbuurt.

Castricum groeide na de uitbreiding ten gevolge van de bouw van de kerk eeuwenlang nauwelijks meer. Wel ontstonden er meerdere woonplekken. Ten noorden van Castricum ontstonden Duinzijde, Kleibroek en Noord-End. In het oosten ontstonden Oosterbuurt en Heemstee. Tussen Duinzijde en Bakkum ontstond ook nog het plaatsje Schulpstet. Deze plaats was ontstaan rondom de los- en- laadplek van schelpen voor de kalkovens en -branderijen. Tussen Noord-End en Oosterbuurt ontstond een eigen buurtje rondom een molen, deze wordt de Molendijk genoemd. Castricum heeft altijd als hoofdplaats gefungeerd voor de kleinere plaatsen.

De groei van Castricum naar de huidige omvang begon vanaf 1865. Tot de dertiger jaren bleef Castricum een tuindersdorp. Later, om de echte groei van de Randstad op te vangen, in de loop van de 20e eeuw zette de groei van Castricum door. Het slokte al vrij snel Duinzijde en Kleibroek op. Deze plaatsen verdwenen dan ook snel als eigen plaatsduiding. Later om de echte groei van de Randstad op te vangen groeide Castricum nog sneller. De kern Castricum telt nu bijna 20.000 inwoners. Binnen de huidige gemeente wonen ruim 34.500 inwoners.