Plan: | Beverwijkerstraatweg - Gasstraat Castricum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0383.BPC10Bevstraatweg6-VS01 |
Sinds 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van kracht. Het ruimtelijk beleid van de provincie wordt onder de nieuwe wet verwoord in de structuurvisie. Momenteel is voor de gemeente Castricum het streekplan Noord-Holland Noord van toepassing. De ontwerp structuurvisie NH 2040 van de provincie Noord-Holland is in voorbereiding.
Het overgangsrecht van de Wro regelt dat het huidige streekplan (Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord) van rechtswege een structuurvisie wordt.
Het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord, vastgesteld op 25 oktober 2004, geeft voor de provincie de toekomstvisie voor de periode 2004-2014. In het ontwikkelingsbeeld spreekt de provincie de ambitie uit om de aantrekkingskracht voor het wonen, de natuur, het recreëren en het werken te versterken en ervoor te zorgen dat Noord-Holland zich kan ontwikkelen met behoud van de eigen kwaliteit en identiteit. De provincie biedt op het gebied van wonen de gemeenten de kans om door te groeien. Sleutelwoorden t.a.v. wonen zijn: vrijheid, kwaliteit en samenwerking. Bij samenwerking speelt de Regionale Woonvisie een belangrijke rol.
In het ontwikkelingsbeeld is voor de periode 2004-2014 een capaciteitstekort voor woningbouw aangeven. De woningbouwopgave in Noord-Kennemerland in de periode 2004-2014 bedraagt 15.100 woningen. Ten tijde van vaststelling van het plan bedroeg de plancapaciteit 10.000 woningen (2.100 bestaande stedelijk gebied / 7.900 uitleg). Dit resulteerde in een zoekopgave voor 5.100 woningen, waarvan 2000 (40%) binnenstedelijk. De nadruk ligt op het zo veel mogelijk open houden van het landschap en het hergebruiken van binnenstedelijke terreinen. Voor Castricum zijn nog verschillende mogelijkheden tot inbreiding met woningbouw aanwezig.
De landschappelijke 'onderlegger 'is in Noord-Kennemerland uniek en essentieel als uitgangspunten voor verdere ontwikkelingen. Bij de verdere invulling is daarnaast uit te gaan van de cultuurhistorie (behoud door ontwikkeling, cultuurhistorische patronen als inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen) en bestaande stedenbouwkundige waarden.
Verstedelijking mag in beginsel alleen plaatsvinden binnen de aangegeven rode contour. Het plangebied valt binnen 'bestaand stedelijk gebied' en valt derhalve binnen de rode contour (zie figuur 2.1).
Figuur 2.1: Ligging perceel Streekplan Noord-Holland Noord
Het Ontwikkelingsbeeld geeft verder aan dat bouwmogelijkheden bij stations in Noord-Holland Noord een stimulans verdienen. Er is behoefte aan wonen in de nabijheid van stations bij een deel van de huishoudens. Mogelijkheden hiertoe liggen vooral binnen de contouren en zijn dan onderdeel van de verdichtingsopgave, waarvoor geen bovengrens is aangegeven. Plannen rond stations buiten de contour en binnen de zoekgebieden worden aangemoedigd. De gemeente Castricum heeft geen plannen om deze kansen te benutten. Het gebied rondom Castricum is uitgesloten in verband met groene waarden en open ruimte.
Op 19 november en 17 december 2007 hebben Provinciale Staten van Noord-Holland de partiële herziening van het streekplan Noord-Holland Zuid en de actualisering van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord vastgesteld. Met deze partiële herziening zijn de beide streekplannen in lijn gebracht met de Nota Ruimte van het Rijk en is ingespeeld op een aantal actuele ontwikkelingen. De partiële herziening heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan Beverwijkerstraatweg - Gasstraat.
In opdracht van Gedeputeerde en Provinciale Staten is sinds januari 2008 gewerkt aan een structuurvisie voor heel Noord-Holland ('Structuurvisie Noord-Holland 2040, Kwaliteit door veelzijdigheid'). Tegelijk met een consultatieronde is er gewerkt aan vier mogelijke toekomstscenario's. Over deze vier perspectieven en de provinciale belangen zijn externe partijen in december 2008 en januari 2009 geïnformeerd.
Inmiddels is een ontwerp-structuurvisie gereed. De structuurvisie geeft de provincie Noord-Holland aan op welke manier zij ruimte in de provincie de komende 30 jaar wil benutten en ontwikkelen. De provincie zet daarbij vooral in op compacte en goed bereikbare steden, omringd door aantrekkelijk groen.
De ontwerp-structuurvisie ligt, samen met de bijbehorende verordening en het plan-MER, van donderdag 22 oktober tot en met woensdag 2 december 2009 ter inzage.
Provinciale Staten hebben op 15 december 2008 de Provinciale ruimtelijke verordening 2009 vastgesteld. Deze verordening , die op 1 januari 2009 in werking is getreden, schrijft de inhoud van (gemeentelijke) bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen voor. De regels komen voort uit de bestaande streekplannen Noord-Holland Zuid en Noord. De verordening, gebaseerd op artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening, stelt regels betreffende de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen over onderwerpen in zowel het landelijke als het stedelijke gebied van Noord-Holland. Het betreft onderwerpen waar een provinciaal belang mee gemoeid is.
Bovenstaand figuur 2.1. leert dat het plangebied valt binnen het in de verordening aangewezen stedelijke gebied. Met de ontwikkeling op het perceel Beverwijkerstraatweg 4-6 is geen provinciaal belang gemoeid. Derhalve is het ook niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen van de bestaande provinciale ruimtelijke verordening.
De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) bevindt zich momenteel in de ontwerpfase en zal begin 2010 worden vastgesteld. Deze verordening betekent een actualisatie van het beleid dat is vastgelegd in de momenteel vigerende verordening. In deze verordening wordt gesproken over 'Bestaand Bebouwd Gebied', wat kan worden vergeleken met de term 'stedelijk gebied' uit de provinciale ruimtelijke verordening Noord-Holland 2009.
De in ontwerp zijnde verordening betekent voor de toekomst met betrekking tot deze ontwikkeling op deze locatie geen extra belemmeringen. Deze verordening leert dat de locatie valt binnen het Bestaand Bebouwd Gebied. Omdat met deze ontwikkeling geen provinciaal belang gemoeid is, de ontwikkeling in overeenstemming met de toekomstige provinciale ruimtelijke verordening, en hoeft ook daarvoor geen ontheffing te worden aangevraagd.