direct naar inhoud van 3.6 Uitgangspunten en ontwikkelingen
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01

3.6 Uitgangspunten en ontwikkelingen

Een vitaal en gezond centrum is een belangrijke voorwaarde voor de leefbaarheid van Bussum. De onderstaande uitgangspunten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ruimtelijke en functionele uitgangspunten, zijn gericht op het in stand houden dan wel realiseren van een vitaal en gezond centrum. De geformuleerde uitgangspunten vormen de basis voor dit bestemmingsplan. Voor alle projecten in het centrum gelden als basis de Gebiedsvisie en het Centrumplan. Het Centrumplan is een plan op hoofdlijnen, waarin alle projecten in het centrum van Bussum zijn benoemd. Het doel is dat al deze projecten op de een of andere manier bijdragen aan een toekomstbestendig, levendig en groen centrum met een eigen identiteit van Bussum.

3.6.1 Ruimtelijk

Algemeen

Ruimtelijk gezien is het behoud en het versterken van de ruimtelijke structuur uitgangspunt. Verdere versnippering van de (oorspronkelijke) kleinschalige opzet van het centrum dient voorkomen te worden. Respect voor de historische kwaliteit en aansluiten bij de centrumkwaliteiten zoals de combinatie van wonen, werken en voorzieningen zijn voorts van belang.

Bebouwing

De ambitie voor de komende jaren is om onderscheid aan te brengen in zones waar het gewenst is om aaneengesloten bebouwing te realiseren/te behouden en zones waar meer objectgerichte vrijstaande bebouwing voor kan komen (zie figuur 3.7). Voor een groot deel sluit dit aan op de bestaande ruimtelijke situatie. Met name het deelgebied Centrum komt in aanmerking om meer ontwikkeld te worden met aaneengesloten, maar niet grootschalige bebouwing. Kansen voor verbetering liggen voornamelijk bij de reeds bekende ontwikkelingslocaties zoals Scapino-Nieuwe Brink en Veldweg (zie ook paragraaf 3.6.3). Voor de woongebieden Noord-De Lanen en Zuid-Laarderwegkwartier vormt behoud en eventueel versterking van de huidige kwaliteit het uitgangspunt.

In het bestemmingsplan is, naast de maximale goothoogte ook een maximale bouwhoogte bepaald voor hoofdgebouwen. Dit om de karakteristiek van de bebouwing te behouden en massaliteit te voorkomen. In het plangebied komen beeldbepalende panden voor, deze krijgen een specifieke bescherming teneinde de ruimtelijke uitstraling van de panden te behouden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01_0008.jpg"

Groenstructuur

Van belang is dat de bestaande groen- en bomenstructuur (laanbomen en solitaire bomen), bestaande uit zowel gemeentelijk als particulier groen, beschermd en verder ontwikkeld wordt. Het bestemmingsplan dient hiertoe de mogelijkheden te bieden.

De meest effectieve manier om het groene karakter te verstevigen, is aan te sluiten bij de aanwezige kwaliteiten. Op plaatsen waar kwaliteit ontbreekt, wordt groen ingezet om lelijke plekken te verbergen, in de vorm van onder andere gevelbeplanting of verplaatsbaar groen. Waar groen wordt ingezet, geeft het een besloten en veilig gevoel en draagt daarmee in sterke mate bij aan de verblijfskwaliteit van het centrum. Per plek wordt gezocht naar maatwerkoplossingen.

Verkeer en parkeren

De huidige verkeersstructuur in het plangebied vormt het uitgangspunt. Om parkeeroverlast te voorkomen, dient bij nieuwe ontwikkelingen rekening te worden gehouden met voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, behorende bij de uitbreiding van functies. Hierbij zijn de parkeercijfers van het CROW voor matig stedelijk gebied uitgangspunt. In de meeste winkelstraten in het kernwinkelgebied vindt geen parkeren op maaiveld plaats. Uitgangspunt is dat het kernwinkelgebied wordt ingericht als voetgangersgebied. Hiervoor wordt onderzocht of de Brinklaan en de Veerstraat ingericht kunnen worden als shared space (verkeerssituaties reguleren op basis van de eigen verantwoordelijkheid van mensen, in plaats van regels en verkeersborden).

3.6.2 Functioneel

Detailhandel

Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is het onderscheid tussen het kernwinkelgebied en de aanloopstraten.

Een kernwinkelgebied heeft een aantal kenmerken. Het is bij uitstek een voetgangersgebied, dus autovrij, waar je rustig kunt slenteren en winkelen. Je gaat hier niet naartoe om doelgericht boodschappen te doen. Er is sprake van een concentratie van winkels, die zich aan beide straatzijden bevinden. Het is een gebied dat onderscheidend is ten opzichte van andere winkelgebieden in de wijdere omgeving. Een voorwaarde daarvoor is variëteit in winkels en een eigen karakter. Aangezien het gebied gericht is op een langer verblijf, zijn ook voldoende rustpunten nodig in de vorm van horeca, maar ook een aantrekkelijke openbare ruimte. Tot het kernwinkelgebied in Bussum behoren ten westen van de Brinklaan de Veerstraat, Nassaustraat en de Nassaulaan en ten oosten van de Brinklaan het westelijk deel van de Havenstraat, het eerste stuk van de Kapelstraat en de Nieuwe Brink, evenals het zuidelijke stuk van de Brinklaan (rond de Nieuwe Brink).

Aanloopstraten daarentegen hoeven niet autovrij te zijn. Ook hier bevinden zich winkels, maar dit zijn eerder winkels waar je doelgericht naartoe gaat. Denk aan een supermarkt voor de dagelijkse boodschappen, maar ook een speciaalzaak voor verfartikelen of dierverzorgingsproducten. De aanloopstraten fungeren als lokkertje voor het kernwinkelgebied en zijn dus direct aangesloten op dit gebied. Er is hier minder sprake van ruimtedruk, hetgeen ondernemers meer mogelijkheden geeft. Typische aanloopstraten zijn het zuidelijke stuk van de Kapelstraat, het stuk van de Brinklaan bij de bibliotheek en het oostelijk deel van de Havenstraat. Ook straten in de wijdere omtrek van het centrum, zoals de Spiegelstraat of de Huizerweg krijgen een meer flexibele bestemming. Dat betekent dat er nog steeds de mogelijkheid is voor detailhandel (waar nu detailhandel aanwezig is), maar bij leegstand zijn ook andere functies mogelijk.

Horeca

Horeca is onmisbaar voor een levendig centrum, die verschillende functies met elkaar verbindt. Horeca biedt een rustpunt tijdens het winkelen, het is een vaste stop voor of na een bezoek aan theater of bioscoop en het kan een doel op zich zijn om het centrum te bezoeken. Nieuwe combinaties van detailhandel, horeca, kunst en cultuur zijn het onderzoeken waard.

In het winkelgebied (het kernwinkelgebied en de aanloopstraten) is lichte horeca (aan de detailhandel gerelateerd, zoals een broodjeszaak, cafetaria, lunchroom, koffiebar etc., maar ook restaurants en dergelijke), in het algemeen toegestaan. Er geldt geen maximumstelsel, wel geldt het horecavestigingsbeleid.

Wonen

Het centrumgebied heeft ook een belangrijke functie als woongebied. Met name voor ouderen en jongeren is het een prettige leefomgeving. Daarnaast worden door wonen in het centrum (wonen boven winkels) de levendigheid en de leefbaarheid met name 's avonds verhoogd. Het stimuleren en mogelijkheden bieden voor wonen boven winkels vormt de komende jaren een uitgangspunt. In de aanloopstraten mag in beginsel het hele pand bewoond worden (tenzij dit vanwege verkeerslawaai niet mogelijk is, zie ook hoofdstuk 4).

In het plangebied is ook sprake van gebieden waar de woonfunctie overheerst zoals in figuur 3.8 (overig gebied) is aangegeven. In die gebieden is er voorts op veel plaatsen sprake van grondgebonden woningen. Voor die gebieden is het in algemene zin ongewenst om woningen te splitsen in meerdere wooneenheden/appartementen. Dit vanwege de met splitsing gepaard gaande parkeerdruk en behoefte aan massalere bebouwing. Om te voorkomen dat de grondgebonden woningen worden gesplitst in meerdere wooneenheden/appartementen, is dit in het nieuwe bestemmingsplan expliciet uitgesloten. Aan initiatieven die door de gemeente wel passend worden geacht, kan dan uitsluitend medewerking worden verleend middels een afzonderlijke juridisch-planologische procedure.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01_0009.jpg"

Figuur 3.8. Uitgangspunten Functionele structuur

Uitwerking uitgangspunten

Voor het bestemmingsplan is een onderverdeling in gebieden van belang zodat de bestemmingslegging hier op afgestemd kan worden. Functioneel kan onderscheid worden gemaakt in drie gebieden (zie figuur 3.8): het kernwinkelgebied, de aanloopstraten en de woongebieden (Noord-De Lanen en Zuid-Laarderwegkwartier).

Kernwinkelgebied

Het kernwinkelgebied krijgt de bestemming "Centrum". Binnen deze bestemming zijn detailhandel, horeca (categorieën 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten) en publieksgerichte dienstverlening op de begane grond en de bestemming wonen op de verdieping toegestaan. Voor horeca geldt geen maximumstelsel, wel geldt het horecavestigingsbeleid.

Aanloopstraten

De aanloopstraten krijgen de bestemming “Gemengd”. Binnen deze bestemming zijn detailhandel (behoudens locaties waar nu geen detailhandel aanwezig is), dienstverlening, maatschappelijke functies, kantoorfuncties, horeca (categorieën 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten) en wonen op de begane grond toegestaan. Op de verdiepingen mag enkel gewoond worden. Voor horeca geldt geen maximumstelsel, wel geldt het horecavestigingsbeleid.

Overig gebied

Binnen het overig gebied zijn andere functies dan wonen niet toegestaan. Uiteraard worden bestaande afwijkende situaties hiervan uitgezonderd. Uitgangspunt is bovendien dat daar waar nu sprake is van grondgebonden woningen, het splitsen in meerdere wooneenheden/appartementen niet wordt toegestaan.

3.6.3 Nieuwe ontwikkelingen

Gebiedsvisie Centrum en Centrumplan

De gemeente heeft met de Gebiedvisie voor het Centrum (eindbeeld 2030) een document waarin de ambities voor de toekomst zijn verwoord. Deze ambities zijn nader uitgewerkt in het Centrumplan waarbij ook concrete projecten worden benoemd. Vooruitlopend hierop komen in deze paragraaf de nu bekende ontwikkelingen aan bod. Hierbij is van belang dat de gemeente ontwikkelingen uitsluitend verankert in het bestemmingsplan indien er voldoende duidelijkheid is en er besluitvorming heeft plaatsgevonden.

Ontwikkelingen binnen het plangebied

In het plangebied worden de volgende ontwikkelingen verwacht danwel zijn reeds gerealiseerd (zie figuur 3.9). Het betreft de volgende in meer of mindere mate concrete ontwikkelingslocaties:

  • 1. Gewestlocatie;
  • 2. Mariënburg;
  • 3. Scapino-Nieuwe Brink;
  • 4. Veldweg;
  • 5. Torenlaan 1/Prinsenstraat 14.

De ontwikkelingen bevinden zich in verschillende stadia van planvorming, waarbij voor ieder project een afzonderlijk besluitvormingstraject wordt/is doorlopen. Hieronder wordt een korte beschrijving van de ontwikkelingen gegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01_0010.jpg"

1. Geweststrook

De ontwikkeling betreft een strook grond voor het Gewestkantoor aan de Brinklaan. Alle procedures voor ontwikkeling van de locatie Gewest zijn afgerond. De ontwikkeling is vergund, maar nog niet gerealiseerd. Langs de Brinklaan zijn appartementvilla's en een gezondheidscentrum gepland, die in schaal, maat en karakteristiek aansluiting hebben bij de bestaande villa's aan de Brinklaan. De plannen zijn, als zijnde bestaande situatie, vertaald in het bestemmingsplan.

2. Herontwikkeling Mariënburg

Op basis van de Gebiedsvisie voor het centrum en het Centrumplan wordt een ambitiedocument voor de herontwikkeling van Mariënburg opgesteld. Naar verwachting wordt de herontwikkeling van het gebied binnen 5 jaar opgestart. Omdat de planvorming niet concreet genoeg is, wordt de ontwikkeling juridisch-planologisch niet verankerd in voorliggend bestemmingsplan. Hiervoor wordt een eigen postzegel- bestemmingsplanprocedure doorlopen.

3. Herontwikkeling Scapino-De Nieuwe Brink

Voor de herontwikkeling van de locatie Scapino-Nieuwe Brink zijn in het verleden twee rapporten opgesteld. Dit zijn 'Centrumplan de Nieuwe Brink' en 'Nota van Uitgangspunten winkelgebied De Nieuwe Brink-Scapinoterrein' (2 april 2009 door de gemeenteraad vastgesteld). Er zijn enkele ontwikkelingsscenario's opgesteld (minimum-, medium- en maximumscenario). Uiteindelijk is een voorkeurscenario tot stand gekomen; de zogenaamde integrale variant, waarbij het hele gebied tussen Havenstraat en Kerkstraat, Thierensstraat en Brinklaan wordt herontwikkeld. Voor deze integrale variant is een ruimtelijk en functioneel kader opgesteld (notitie samenvatting Nota van Uitgangspunten Winkelgebied De Nieuwe Brink-Scapinoterrein 2 april 2009), waar tevens de gewenste ruimtelijke structuur en voorgestelde welstandscriteria zijn beschreven.

Inmiddels zijn echter de Gebiedsvisie Centrum en het Centrumplan vastgesteld. Deze documenten vormen nu de leidraad bij de verdere uitwerking van de ontwikkeling. De ontwikkeling is niet vertaald in het bestemmingsplan, maar zal via een afzonderlijke juridisch-planologische procedure mogelijk worden gemaakt.

4. Ontwikkeling Veldweg

De integrale herontwikkeling van het parkeerterrein aan de Veldweg wordt door de gemeente nagestreefd, waarbij in een Nota van uitgangspunten Veldweg (2008) richting is gegeven aan de herontwikkeling, die als kader dient voor externe partijen.

Op het voormalige parkeerterrein Veldweg wordt een nieuw appartementencomplex met op de begane grond ruimte voor detailhandel, beoogd. Onder het complex komt een ondergrondse parkeergarage. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met het terugbrengen van de bestaande openbare parkeerplaatsen.

Op basis van de Gebiedsvisie voor het centrum en het Centrumplan wordt de Nota van Uitgangspunten geactualiseerd in een ambitiedocument.

De planvorming van de herontwikkeling van de Veldweg is nog prematuur en bovendien onzeker. Te zijner tijd zal voor de ontwikkeling een afzonderlijke juridisch-planologische procedure worden doorlopen.

5. Torenlaan 1/Prinsenstraat 14

Ter plaatse van de bestaande grondgebonden woningen komen appartementen. In de hoofdbebouwing komen 12 studio's, in de koetshuisjes komen 2 zelfstandige eengezinswoningen. Het worden starterswoningen voor de doelgroep 23-29 jaar. Het parkeren vindt gedeeltelijk op eigen terrein plaats en gedeeltelijk op een nabijgelegen terrein. Deze ontwikkeling is onderbouwd en onderzocht en is derhalve verwerkt in het onderhavige bestemmingsplan. In bijlage 14 is de volledige ruimtelijke onderbouwing van dit project opgenomen.

Overige ontwikkelingen

Het centrumgebied is een dynamisch gebied. Denkbaar is dat naast de bovengenoemde ontwikkelingen gedurende het proces om te komen tot een bestemmingsplan, andere initiatieven bij de gemeente kenbaar worden gemaakt. Bovendien kunnen (beperkte) ontwikkelingen zich voor doen (bouwplannen of functieverandering) die mogelijk zijn binnen de reguliere bouw- of gebruiksmogelijkheden die in het bestemmingsplan zullen worden vastgelegd. Voor zover initiatieven de reguliere mogelijkheden overschrijden, zal met inachtneming van de uitgangspunten zoals beschreven in deze toelichting, bezien worden of en op welke wijze vertaling in het bestemmingsplan kan plaatsvinden.