direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen - 1
Plan: De Engh - Singel/De Larix
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2009B001004-oh01

Artikel 5 Wonen - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, tuinen en water.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen hoofdgebouwen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
  • c. het aantal hoofdgebouwen binnen het bouwvlak bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximumaantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • d. per bouwperceel is één woning toegestaan;
  • e. de oppervlakte van vrijstaande hoofdgebouwen, exclusief aan- en uitbouwen, bedraagt ten hoogste 150 m2;
  • f. de diepte van vrijstaande hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 15 m;
  • g. de voorgevel van een hoofdgebouw dient in de voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
  • h. de afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m.

5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de afstand van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 3 m;
  • b. het gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf bedragen tot ten hoogste 50 m2, met dien verstande dat aan een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m2 van het zij- en/of achtererf onbebouwd en onoverdekt dient te blijven;
  • c. in afwijking van het gestelde in lid 5.2.2 onder b, mag het oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 75 m2 bedragen, indien de oppervlakte van het bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf ten minste 250 m2 bedraagt;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van aan- en uitbouwen ten hoogste de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m bedraagt;
  • e. de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 5 m;
  • g. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen op het zijerf op een afstand van 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel en 0,6 m van de weg of openbaar groen, bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen op het achtererf bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 1 m;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.

5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Ontheffingsbevoegdheid dakopbouw

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 5.2.1 onder a voor de overschrijding van de ten hoogste toegestane goothoogte aan de achtergevel van het hoofdgebouw ten behoeve van een dakopbouw, met dien verstande dat:

  • a. de horizontale afstand tot de bestaande achtergevel minimaal 1 m dient te bedragen;
  • b. de verticale afstand, gemeten tussen de goothoogte van de dakopbouw en de voet van de dakopbouw, maximaal 1,4 m mag bedragen;
  • c. de dakhelling van de dakopbouw hetzelfde dient te zijn als de dakhelling van het bestaande dak.

5.3.2 Ontheffingsbevoegdheid bouwen achter voorgevelrooilijn

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.2.1 onder g teneinde het hoofdgebouw achter de voorgevelrooilijn te bouwen, met dien verstande dat het hoofdgebouw binnen een afstand van 3 m evenwijdig aan de voorgevelrooilijn moet worden gebouwd.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het oppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zoals bedrijfs- en praktijkruimte, bedraagt ten hoogste 25% van het vloeroppervlak van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen;
  • b. de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is niet toegestaan in vrijstaande bijgebouwen;
  • c. ten behoeve van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. het beroep of de activiteit zoals bedoeld in lid 5.1 onder b wordt door de bewoner van de betreffende woning uitgevoerd.