Artikel 6 Centrum - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van:
-
a. detailhandel;
-
b. dienstverlening met baliefunctie;
-
c. horeca-activiteiten in categorie 1a, zoals beschreven in de Staat van
Horeca-activiteiten;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', horeca-activiteiten in categorie 1, zoals beschreven in de Staat van Horeca-activiteiten;
-
e. ondersteunende horecavoorzieningen in detailhandelsvestigingen, met dien verstande dat maximaal 20 % van het verkoop-vloeroppervlak wordt ingericht ten behoeve van ondersteunende horecavoorzieningen, met een maximum van 30 m² per detailhandelsvestiging;
-
f. wonen op de eerste en daarboven gelegen verdiepingen;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn kantoordoeleinden op de verdieping toegestaan.
met daarbij behorende:
-
h. parkeervoorzieningen;
-
i. laad- en losruimten;
-
j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
k. wegen en paden;
-
l. groenvoorzieningen;
-
m. tuinen, terreinen en erven.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
-
c. ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen die het openbaar toegankelijk gebied zijn gericht mag niet meer dan 1 meter bedragen;
-
b. vanaf 1 meter achter de voorgevelrooilijn mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 meter bedragen, mits de erf- of terreinafscheidingen niet het openbaar toegankelijk gebied zijn gericht;
-
c. de bouwhoogte van toegangshekken voor de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 1,50 meter bedragen.
-
d. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
-
e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
6.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen voor gebouwen, ten behoeve van:
-
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. de verkeersveiligheid;
-
c. de sociale veiligheid;
-
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van bouwregels
6.4.2 Afwegingskader
Afwijken als bedoeld in lid 6.4.1 is alleen mogelijk als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
-
a. de woonsituatie;
-
b. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
c. de milieusituatie;
-
d. de verkeersveiligheid;
-
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van de begane grondlaag voor bewoning, uitgezonderd toegangen tot woningen;
-
b. het gebruik van dakterrassen voor andere doeleinden dan Wonen.