direct naar inhoud van Artikel 7 Natuur - Verblijfsrecreatie
Plan: Bloemendaal aan Zee 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.BZ2013-vg02

Artikel 7 Natuur - Verblijfsrecreatie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuur- en landschappelijke waarden;
  • b. verblijfsrecreatie;
  • c. chalets;
  • d. gebouwen ten behoeve van het functioneren van een chaletpark, zoals:
    • 1. sanitaire voorzieningen;
    • 2. onderhoud en beheer;
    • 3. receptie;
    • 4. dienstverlening;
    • 5. campingwinkel;
    • 6. horeca;
    • 7. garage/opslag;
    • 8. een bedrijfswoning van maximaal 140 m² ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
  • e. een aarden wal met keermuur, met een verschijningsvormen zoals aangegeven in paragraaf 2.4 van het Beeldkwaliteitplan;

met de daarbij behorende:

  • f. wegen en paden;
  • g. sport- en speelterreinen;
  • h. speel- en ligweides;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. parkeerterreinen;
  • m. tuinen en erven.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" is ten hoogste de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - extra bouwlaag' is een (transparante) bouwlaag van maximaal 150 m² toegestaan, met een totale maximale bouwhoogte van 7 meter;
  • e. ondergronds bouwen is niet toegestaan.
7.2.2 Chalets

In afijking van het bepaalde in 7.2.1 gelden voor chalets de volgende regels:

  • a. de oppervlakte per chalet mag maximaal 60 m² bedragen;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • d. de chalets mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd, met dien verstande dat de afstand tussen chalets onderling niet minder dan 5 meter mag bedragen;
  • e. bij de chalets mag een veranda worden geplaatst. De maximale totale oppervlakte aan te bouwen veranda's voor de gehele camping mag in totaal 2000 m2 bedragen.
  • f. de maximale oppervlakte aan chalets mag 6.300 m² bedragen;
  • g. (vijstaande) bergingen zijn niet toegestaan.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen (afscheiding rondom het chaletpark) mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen (binnen het chaletpark) mag niet meer dan 1,20 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • d. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
7.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuur en/of landschappelijke waarden van de gronden;
  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen van het bepaalde in 7.2.2 onder b. en c. en chalets met een hogere maximale goot- en bouwhoogte toestaan, met dien verstande dat:

  • a. de goot- en bouwhoogte met maximaal 1 meter mag worden verhoogd;
  • b. de hogere goot- en bouwhoogte voor maximaal 40% van de oppervlakte van de chalet mag worden toegepast.
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in 7.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen of aanlegplaatsen;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds bestaande taluds;
  • d. het aanleggen van waterlopen of waterpartijen, het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen of waterpartijen;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse kabels of leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, voor zover de Boswet of de Algemene Plaatselijke Verordening niet van toepassing is;
  • g. het aan- en verplanten van bomen en ander opgaand houtgewas, voor zover de Boswet of de Algemene Plaatselijke Verordening niet van toepassing is;
  • h. het bodem verlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van de grond;
  • i. het bemalen of draineren van de grond, alsmede het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water;
  • j. het aanleggen van inrichtingen ten behoeve van aan de bestemming ondergeschikte recreatieve voorzieningen.
7.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 7.5.1 is niet van toepassing op werken die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
7.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. deze in het belang zijn van het herstel en/of ontwikkeling van de natuur- en/of landschappelijke waarden.
7.5.4 Advies

Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in 7.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.