Villagebieden 2013

6.1 Ruimtelijke structuur

Het beleid in het plangebied is gericht op het behoud, en waar mogelijk versterking van de bestaande ruimtelijke structuur. Dit wordt bereikt door de huidige situatie als basis voor de bestemmingsregeling te nemen en ruimtelijke kaders te bieden waarbinnen (beperkte) ontwikkelingen zijn toegestaan.

De hoofdstructuur van het gebied wordt grotendeels bepaald door de structuur van paden en wegen, het groen en het aanwezige reliëf in de villagebieden. In een groot gedeelte van het plangebied staan de hoofdgebouwen solitair op de kavels en vormen, door de onbebouwde ruimten tussen de woningen, een groene veelal dichtbeboste setting. Deze groene setting wordt versterkt door het reliëf in het gebied, de groene inrichting van de openbare ruimte, bestaande uit (voormalige) agrarische ruimten tussen de bebouwing, beboste voor- en zijtuinen en het profiel van de wegen met brede, groene bermen.

De aanwezige open ruimten vormen een verwijzing naar de historie van het gebied en dienen open en onbebouwd te blijven. Uitzondering hierop vormt de eng aan het Kooltjespad, waar de afgelopen jaren een aantal woningen ontwikkeld is. Al in het vorige bestemmingsplan heeft een discussie gespeeld over het behoud van de eng of de bouwmogelijkheden. Uit financieel oogpunt zijn de bouwmogelijkheden benut. Momenteel is nog één bouwmogelijkheid onbenut gebleven. Deze mogelijkheid zal behouden blijven in het nieuwe bestemmingsplan.

In het plangebied worden nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld nieuwe woningen) uitsluitend mogelijk gemaakt indien hierover afzonderlijk besluitvorming heeft plaatsgevonden.

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen de specifieke karakteristieken en kenmerken van de diverse deelgebieden, zoals beschreven in hoofdstuk 3, als leidraad. Hetzelfde geldt voor kleinschalige ontwikkelingen, zoals mogelijkheden voor het uitbreiden of vervangen van bestaande woningen en andere gebouwen. Hierbij is van belang dat de karakteristiek van het plangebied mede is ontstaan door de verschillen in bouwstijlen.

Tot slot spelen cultuurhistorische waarden een rol in het plangebied. Uitgangspunt is dat de uiterlijke vormgeving van de monumenten en het archeologisch bodembestand worden beschermd. Bij monumenten is een belangrijke rol weggelegd voor het monumenten- en welstandsbeleid. Overigens speelt het welstandsbeleid tevens een belangrijke rol bij het toetsen van bouwaanvragen in het stedenbouwkundige waardevolle gebied tussen de Huizerweg, de Dwarslaan en de Houtwal. Het betreft hier geen monumenten of anderszins vastgelegde monumentale gebouwen, maar de woningen verdienen wel de nodige aandacht bij (ver)bouwplannen.