Plan: | Kom Beschermd Dorpsgezicht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0376.B007BPKomBeschDorp-1141 |
Het Gooi is in hoofdzaak gevormd in de zeer ver terugliggende periode van de ijstijden. Toen drong vanuit het noorden landijs de Eemvallei binnen (Rissglaciaal). De zandige ondergrond werd door het schuivende ijs opgestuwd tot een hoge en brede wal (stuwwal), met toppen die nu nog 20 tot 30 m boven het niveau van de Eemvallei uitsteken. Ter plaatse van het plangebied loopt in de huidige situatie het peil van oost naar west van circa 2 m op naar circa 6 m +NAP. Dit deel van de stuwwal is in een jongere ijsperiode aangeschoven. Tijdens en na de ijstijden zijn door het smeltwater en door de wind grote hoeveelheden materiaal (zand, dekzand) op de stuwwal afgezet met name aan de randen waardoor onder andere de oostelijke helling is afgezwakt. Na de ijstijden – omstreeks 10.000 jaar voor Christus – werd het klimaat warmer en vochtiger waardoor een sterke stijging van de zeespiegel plaatsvond. Vanuit de zee werd de Eemvallei opgevuld met klei- en zandafzettingen. Hierop ontstond een dik veenpakket dat in een vrij recent verleden (1.000-1.500 jaar na Christus) vanuit de toenmalige Zuiderzee met een kleilaag werd bedekt.
Blaricum is een groen dorp dat in de 10e eeuw als kerkdorp is gesticht. Tot diep in de 20e eeuw is Blaricum een agrarisch dorp dat functioneerde volgens het middeleeuwse systeem van grondgebruik. De bebouwing van het dorp bestond voor het grootste deel uit boerderijen met tussen de erven de weilanden en boomgaarden. Het dorp ligt op de grens van bosgebied met haar zandgronden aan de westzijde en weidegebied met de nattere veenbodem aan de oostzijde. Op de hoger gelegen gronden (de Engen) rond het dorp was akkerbouw mogelijk. Op de gemeenschappelijke lager gelegen weidegronden (de Meenten) liepen de schapen. Door de schaapsdriften tussen het dorp en de weiden ontstond een spinnenwebachtige padenstructuur. Deze kenmerkende structuur is, samen met de in de Middeleeuwen ontstane routes, tegenwoordig nog steeds herkenbaar en kenmerkend voor de wegenstructuur van het dorp. Vanaf het einde van de 19e eeuw wordt Blaricum een dorp voor intellectuelen en kunstenaars die zich aangetrokken voelen door de schoonheid van het Gooi. Mede hierdoor zijn er rond het oorspronkelijke dorp door veelal vooraanstaande architecten, villa's, atelierwoningen en landhuizen gebouwd. Langs de bestaande uitvalswegen is hierdoor een soort lintbebouwing ontstaan. Tussen deze uitvalswegen (linten) liggen daarnaast enkele woonkavels verder van de weg af. Ondanks deze bebouwing tussen de linten heeft Blaricum haar zeer authentieke karakter weten te behouden. Boerenerven en weilanden wisselen elkaar af. Sommige wegen zijn nog steeds zandpaden en de bebouwing is nog redelijk authentiek. De combinatie van de karakteristieke bebouwing en de lijnen en vlakken van de historische structuur draagt in het beschermde dorpsgezicht (het plangebied) voor een groot deel bij aan de huidige ruimtelijke kwaliteit. Overigens geldt dit ook voor het omliggende dorpsgebied van Blaricum.