direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Kom Beschermd Dorpsgezicht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0376.B007BPKomBeschDorp-1141

2.2 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie 2010

De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vloeit voort uit het Uitvoeringsprogramma van de Provinciale Structuurvisie. In de PRVS worden voor een aantal onderwerpen regels gesteld die door de rijksoverheid bij de provincies zijn neergelegd ter verdere uitwerking en/of aanvulling in een provinciale verordening. Op deze wijze komen de rijksregels 'getrapt' in bestemmingsplannen terecht. Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen:

  • bundeling van verstedelijking en locatiebeleid economische activiteiten;
  • rijksbufferzones;
  • ecologische hoofdstructuur;
  • nationale landschappen;
  • het kustfundament;
  • het regionale watersysteem.

De regeling die is opgesteld in de PRVS heeft betrekking op de volgende onderwerpen:

  • de aanwijzing van bestaand bebouwd gebied;
  • mogelijkheden, kwaliteitseisen en ruimte voor ruimte voor het landelijk gebied;
  • werkfuncties en grootschalige detailhandel in bestaand bebouwd gebied en landelijk gebied;
  • de groene ruimte;
  • de blauwe ruimte;
  • energie (windturbines).

Omdat het plangebied binnen bestaand bebouwd gebied is gelegen, worden er geen bijzondere eisen gesteld aan dit bestemmingsplan.

Structuurvisie Noord-Holland 2040

De provincie Noord-Holland heeft in het kader van de nieuwe Wro een structuurvisie voor de gehele provincie vastgesteld: Structuurvisie Noord-Holland 2040. Hierin vormen de volgende drie hoofdbelangen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie.

  • Ruimtelijke kwaliteit: hiervoor wordt vooral gefocust op behoud en ontwikkeling van Noord-Hollandse cultuurlandschappen, natuurgebieden en groen om de stad.
  • Duurzaam ruimtegebruik: waarbij milieukwaliteiten, behoud en ontwikkeling van verkeers- en vervoersnetwerken, voldoende en op de behoefte aansluitende huisvesting en voldoende en gedifferentieerde ruimte voor landbouw, visserij en andere economische activiteiten een belangrijke rol spelen.
  • Klimaatbestendigheid: voor voldoende bescherming tegen overstroming en wateroverlast, schoon drink-, grond- en oppervlaktewater en ruimte voor het opwekken van duurzame energie. De provincie vindt het belangrijk om de beperkte en onder druk staande ruimte goed en duurzaam te gebruiken. Onder duurzaam verstaat men het plaatsen van de juiste functies op de juiste plekken. De juiste plek wordt bepaald door een aantal factoren waaronder de behoefte aan voorzieningen ter plaatse en de bereikbaarheid van de locatie. Binnenstedelijke mogelijkheden worden hierbij geprefereerd. De provincie wil ervoor zorgen dat gemeenten en andere partijen zoveel mogelijk gebruikmaken van de mogelijkheden voor binnenstedelijk bouwen en verdichting. Bovendien moet rekening worden gehouden met de toenemende vergrijzing in Noord-Holland. Het aantal ouderen zal sterk toenemen waardoor ook de woningbehoefte verandert, dit gaat gepaard met een kwalitatieve verschuiving. De woningbehoefte vindt vooral plaats bij ouderen en één- en tweepersoonshuishoudens.

Plan van aanpak Regionale Actieprogramma's Wonen

Het college van Gedeputeerde Staten heeft het 'Plan van aanpak, Regionale Actieprogramma's Wonen 2011-2015 (RAP's) in de steigers' vastgesteld. De provincie Noord-Holland streeft ernaar dat 'in 2020 de inwoners van Noord-Holland over voldoende woningen beschikken met een passende kwaliteit en in een aantrekkelijk woonmilieu', zo staat in de provinciale Woonvisie 'Goed Wonen in Noord-Holland 2010-2020'. Om dit te bereiken, stelt de provincie met de regio's Regionale Actieprogramma's (RAP's) op. In deze RAP's worden regionale afspraken opgenomen over de kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwprogrammering.

Regionale woonvisie van de 9 gemeenten uit het gewest Gooi- en Vechtstreek 2007-2020 (2008)

Kernambities op het gebied van wonen zijn:

  • een economisch en sociaal vitale regio, ook op de lange termijn;
  • meer beweging en meer keuze op de woningmarkt in het algemeen, en meer kansen voor mensen die het lastig hebben op de woningmarkt, in concreto jongeren, jonge gezinnen en ouderen die zorg nodig hebben;
  • diversiteit aan woonmilieus in de regio behouden en versterken met behoud van het groene karakter;
  • de Gooi- en Vechtstreek onderscheidt zich als regio waar ruimte is voor het zoeken naar en uitvoeren van vernieuwende oplossingen op het gebied van wonen.

Er zijn drie strategieën onderscheiden die de regio in gaat zetten om de ambities te verwezenlijken:

  • focus op mensen met minder kansen op de woningmarkt, met name jongeren, jonge gezinnen van 30-45 jaar, en mensen die wonen met zorg combineren;
  • creëren van een gedifferentieerder woonaanbod door het stimuleren van dynamiek op de woningmarkt, zowel door innovatief bouwen en herstructureren, als door het optimaliseren van de mogelijkheden die de bestaande voorraad biedt;
  • inzet van vernieuwende en creatieve instrumenten en ideeën.

Er zijn regionale afspraken gemaakt op het gebied van woningvoorraad, wonen, zorg en welzijn, regionaal woningbouwprogramma, innovatie en monitoren. De woningmarkt aan de oostkant van de regio, het bosrijke gebied van Blaricum en Laren, zit vast voor mensen die niet heel veel te besteden hebben. Hier zijn de huizen duur, is er relatief weinig sociale voorraad en zijn er weinig kansen voor nieuwbouw en transformatie. Gezien de (te) kleine omvang van de sociale voorraad in Blaricum, moet deze voorraad minimaal gehandhaafd blijven. Kleinschalige transformaties en het aanpassen van woningen aan een verouderende bevolking behoren wel tot de opties.

Masterplan wonen, zorg en welzijn voor ouderen (2002)

Deze beleidsnotitie is opgesteld in 2002 voor de gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren (BEL-gemeenten) nadat duidelijk werd dat in deze gemeenten op het gebied van huisvesting te weinig woningen voor ouderen in de gemeenten aanwezig zijn en dat het aanwezige woningbestand niet adequaat genoeg is. In de nota wordt in grote lijnen het woon-, zorg- en welzijnsbeleid voor ouderen in het BEL-gebied voor de komende 10 tot 15 jaar uiteengezet. De hoofddoelstelling van het BEL-ouderenbeleid is dat 'senioren zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen'. Daarom moeten er in de gemeenten voldoende woningen aanwezig zijn die (ook) voor senioren geschikt zijn. De senioren van tegenwoordig zijn, gemiddeld genomen, financieel daadkrachtiger, willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen, zijn mondiger en hechten sterk aan hun privacy.