direct naar inhoud van Artikel 21 Water
Plan: Kernen Egmond
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0373.BPG10000kernenegmd-C001

Artikel 21 Water

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. water met recreatief medegebruik;
  • b. verkeer te water;
  • c. water ten behoeve van de waterhuishouding;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'brug': tevens een brug;
  • e. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water - duinrel’: behoud, bescherming en aanleg van duinrellen.
21.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijn de, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - duinrel' is het verboden om zonder een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het vergraven of dempen van aanwezige waterlopen;
  • e. het aanleggen of aanbrengen van kaden of aanlegplaatsen;
  • f. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen.

21.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het gestelde in lid 21.3.1 is niet van toepassing op:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

21.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden zoals bedoeld in lid 21.3.2 wordt uitsluitend verleend indien uit een advies van de cultuurhistorisch deskundige blijkt dat de cultuurhistorische waarden ter plaatse niet onevenredig worden aangetast.