direct naar inhoud van Artikel 18 Tuin - Duin
Plan: Kernen Egmond
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0373.BPG10000kernenegmd-C001

Artikel 18 Tuin - Duin

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - Duin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
  • b. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - tuinpad': uitsluitend een verhard toegangspad;
  • d. water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging of sierwater, met bijbehorende voorzieningen, zoals bergbezinkbassins.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Op de gronden zijn ten behoeve van de bestemming uitsluitend toegestaan:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van paardenbakken en zwembaden;
  • b. dakoverstekken;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' vrijstaande bijgebouwen en overkappingen toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen niet meer mag bedragen dan 3 m.

18.2.2 Bouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 1 m bedragen.
18.3 Specifieke gebruiksregels

Het is niet toegestaan om:

  • a. gronden in gebruik te nemen/hebben voor paardenbakken en mestopslag;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - tuinpad' de gronden in gebruik te nemen voor het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Tuin - Duin zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - tuinpad'.
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • c. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het aanbrengen van bomen of andere opgaande beplanting.

18.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 18.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • d. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen betreffen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - tuinpad'.

18.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 18.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. uit een advies van de deskundige op het gebied van natuur en landschap blijkt dat voldaan wordt aan het bepaalde in lid 18.4.3 onder a.