Plan: | Centrum - Beschermd Dorpsgezicht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0373.BPG03000bergbeschd-GC01 |
Structuur (zie figuur 3)
De historische hoofdstructuurdragers zijn in de huidige situatie nog steeds herkenbaar. De historische hoofdstructuurdragers zijn:
Het beschermde dorpsgezicht is rondom de oude Ruïnekerk gelegen, op de hogere zandgronden. De Ruïnekerk met de gesloten bebouwingsring eromheen (bestaande uit een aantal bouwblokken) vormen het middelpunt van Bergen en het beschermde dorpsgezicht. De bebouwingsring om de Ruïnekerk zorgt voor een besloten en intiem karakter.
Het beschermde dorpsgezicht heeft een kleinschalig karakter en herbergt verschillende functies. Deze functies variëren van maatschappelijke voorzieningen en publieke gebouwen tot winkels en wonen (met name op de verdieping). De voorzieningen zijn voornamelijk in de plint van de omliggende bebouwing terug te vinden. Hierdoor ontstaat er een contrast tussen het groene rustpunt van de Ruïnekerk en de levendige buitenring. Het contrast wordt versterkt door de circa 1 m hoge muur rondom de voormalige begraafplaats bij de Ruïnekerk.
De wegenstructuur is te herleiden naar de historische verbindingen tussen de verschillende buurtschappen en de Ruïnekerk. De buurtschappen zijn inmiddels in het grotere geheel opgenomen, maar de 9 wegen en stegen die vanuit de oude kern naar de buurtschappen vertrokken, zijn nog steeds zichtbaar aanwezig. Het verkeer wordt om de Ruïnekerk afgewikkeld. Opvallend in grote delen van het gebied is het ontbreken van trottoirs. Er is wel onderscheid gemaakt in de bestrating tussen voetgangers en het overige verkeer.
Het groen is duidelijk aanwezig in het beschermd dorpsgezicht. De Ruïnekerk wordt door een ovaal aan bomen geaccentueerd, terwijl het kerkplein rondom de Ruïnekerk bijna rechthoekig van vorm is. Dit contrast verbijzondert de aanwezigheid van de kerk op het hoogste punt van het oude dorp. De entrees naar het kerkplein bevinden zich op de hoekpunten, aan de zuidkant en aan de oostzijde, waarbij mooie zichtlijnen op het kerkplein en de kerk zijn. De meest opvallende zichtlijn en entree is aan zuidwestkant. Deze komt niet recht, maar diagonaal op het plein uit. De hoek heeft een sterk open en groen karakter wat ervoor zorgt dat de oude pastorie tot zijn recht komt. Vanuit het kerkplein gaat op dit punt het groen over in een bomenlaan. Aan deze zijde is ook de overgang van de hoger gelegen zandgronden naar de lager gelegen voormalige agrarische gronden nog herkenbaar aanwezig. Dit komt voornamelijk tot uiting in de verhouding tussen het meer groene westen en het meer rode/stedelijke oosten.
Bebouwing
Het gebied wordt getypeerd door oudere dorpsbebouwing, die langs de oude uitvalswegen gesitueerd is. De aard van de bebouwing is weinig veranderd ten opzichte van het verleden. De bebouwing is dicht op elkaar en dicht op de weg gebouwd, voortuinen komen nauwelijks tot in beperkte mate voor.
Figuur 3: Ruimtelijke structuur
De rooilijnen hebben kleine verspringingen naar voren en achteren (knikken en uitsparingen). De bebouwing bestaat voornamelijk uit traditionele kleinschalige panden met een bedrijfsfunctie (horeca, detailhandel) op de begane grond.
De percelen zijn van ongelijke grootte en vorm. De oorspronkelijke vrijstaande bebouwing is vaak aan elkaar gebouwd door éénlaagse tussenbouw of gescheiden door smalle tussenruimten (stegen). Iedere gevelwand heeft een ander silhouet en een variërend ritme. Dat ritme wordt onder andere bepaald door de afwisseling in bouwhoogtes en breedte van de gevels. De winkels in het gebied hebben nog kleine glazenpuien waardoor de 1e bouwlaag nog een binding en relatie heeft met het openbaar gebied. De panden bestaan grotendeels uit één en soms uit twee bouwlagen met kap. De rooilijnen, kapvormen, kaprichtingen, topgevels en dakkapellen variëren. Hierdoor is er een pittoresk silhouet ontstaan.
De bebouwing is vaak haaks op de weg georiënteerd. Aan- en opbouwen komen in allerlei vormen en maten voor. Bijgebouwen zijn voornamelijk aan de achterzijde van de bebouwing geplaatst. De korrelgrootte (footprint bebouwing) varieert ook, de basis is een rechthoek of vierkant waar een aanbouw of verspringing in zit.
De oudere bebouwing is zeer zorgvuldig gedetailleerd. De overige bebouwing is zorgvuldig vormgegeven, maar wat soberder van uitstraling. Veel gebruikte materialen zijn baksteen voor de gevels, gebakken dakpannen voor het dak en hout voor de kozijnen, daklijsten en deuren. De aanwezigheid van de historische bebouwing en natuurlijk de Ruïnekerk zijn van grote waarde voor het beschermd dorpsgezicht. De Ruïnekerk en een aantal 17e- en 18e-eeuwse panden vormen een ankerpunt naar het verleden. De overige bebouwing dateert voornamelijk uit de eerste helft van de 20e eeuw.
De verschillende bouwperioden zijn gelijkmatig over de bebouwing verdeeld, waardoor er een natuurlijk evenwichtig beeld is ontstaan rondom de Ruïnekerk.
Conclusie
De kwaliteit van de dorpskern is te vinden in het samenspel tussen diverse factoren. Het evenwicht in de dorpse stedenbouwkundige kenmerken, architectuur, groen en de inrichting van de openbare ruimte bepalen het beeld.
Dit betekent dat de bestaande rooilijnen, korrelgrootte, footprints, kapvormen bouwhoogtes en dergelijke bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het uitgangspunt vormen. Ook het behouden van de zichtlijnen is belangrijk. Dit betekent onder andere dat de huidige hoofdvormen van de historische bebouwing vastgelegd zijn en dat een beschermende dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie is opgenomen voor het beschermd dorpsgezicht.