Plan: | Partiële herziening Bergen Dorpskern Zuid - Eeuwigelaan 31 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0373.BPEeuwigelaan31-C001 |
Voor het perceel Eeuwigelaan 31 te Bergen (N.H.) gold geruime tijd het 'Uitbreidingsplan gemeente Bergen N.H. (1937)'.
In 2009 trad het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' in werking, met voor het perceel de bestemmingen Wonen-Westdorp (W-WD) met de aanduiding natuur- en landschapswaarden (nlw), Tuin (T) met de aanduiding natuur- en landschapswaarden (nlw),Water (WA) en de dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied (Regime III).
De rechthebbende op het perceel heeft vervolgens op grond van artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) een aanvraag om tegemoetkoming in planschade ingediend. Nadat dit verzoek was afgewezen volgde uiteindelijk in hoger beroep de uitspraak van de Raad van State op 18 december 2019 (201805740/1/A2). Deze uitspraak vormt aanleiding tot deze partiële herziening van het bestemmingsplan Bergen Dorpskern Zuid.
De Afdeling concludeerde dat er sprake was van planschade en voorzag deels zelf in de zaak. Compensatie in natura werd daarbij geboden voor waardevermindering als gevolg van het vervallen van bepaalde (bouw)mogelijkheden op het perceel door verlies van bebouwingsoppervlakte en bouwhoogte.
Daarnaast formuleerde de Afdeling een verplichting voor de gemeenteraad van Bergen om vóór 18 december 2020 het bestemmingsplan te herzien. Daarin moet compensatie in natura worden geboden door:
"Het nadeel als gevolg van de op een deel van het perceel gelegde bestemming 'Water' alsook het nadeel als gevolg van het plaatsen van een deel van de bebouwing onder het overgangsrecht weg te nemen'.
Het plangebied ligt aan de Eeuwigelaan 31, in het gebied Westdorp ten zuidwesten van Bergen.
Figuur 1.1 Begrenzing plangebied
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid', zoals op 24 maart 2009 vastgesteld. Op grond van dit bestemmingsplan gelden voor het plangebied de volgende bestemmingen:
Het huidige gebruik van het perceel komt (deels) niet overeen met het vigerende bestemmingsplan. Vanwege een uitspraak van de Raad van State in verband met compensatie van planschade in natura wordt dit met deze partiële herziening hersteld.
Figuur 1.2 Uitsnede vigerend bestemmingsplan Bergen Dorpskern Zuid
Het bestemmingsplan 'Partiële herziening Bergen Dorpskern Zuid - Eeuwigelaan 31' bestaat uit een toelichting, de verbeelding en regels.
De toelichting van dit bestemmingsplan is het niet-juridisch bindende deel van het bestemmingsplan waarin op een heldere wijze de afwegingen die ten grondslag liggen aan de regeling uiteen worden gezet. Deze toelichting is als volgt opgebouwd:
Deze planherziening ziet op een partiële herziening van het bestemmingsplan Bergen Dorpskern Zuid (NL.IMRO.03730000BPG01dorpskernz-). De herziening betreft twee onderwerpen.
In de planschadeprocedure heeft de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) aan de Afdeling bestuursrechtspraak advies uitgebracht. Daarin stelde de StAB onder meer vast dat op grond van artikel 26 van het bestemmingsplan Bergen-Dorpskern Zuid de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bestemming “Wonen-Westdorp (W-WD”) aan een maximum gebonden is.
De StAB stelde tevens vast dat die bebouwing op het onderhavige perceel het maximaal toegelaten oppervlak overschrijdt. Verder merkte de StAB op dat de bestaande matenregeling van artikel 31 niet voor oppervlaktematen van aan-/uit- en bijgebouwen geldt en tevens dat aan het perceel niet de aanduiding “(opp)” is toegekend. Met deze aanduiding zou de bestaande oppervlakte aan aan-/uit- en bijgebouwen ten hoogste toelaatbaar zijn geweest (vgl. artikel 26, vierde lid onder n, van de planregels).
De Afdeling concludeerde dat dit nadeel niet in natura kan worden gecompenseerd door een door de eigenaar aan te vragen omgevingsvergunning. Wel is herziening van het bestemmingsplan mogelijk om het met de overschrijding gepaard gaande waardeverlies te compenseren.
Om uitvoering te geven aan dit onderdeel van de Afdelingsuitspraak vindt in deze partiële herziening op dit onderdeel compensatie in natura plaats door toekenning van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-bestaande oppervlakte erfbebouwing toegestaan' aan het perceel Eeuwigelaan 31.
Gelet op de omvang van het perceel en het feit, dat hiermee de aanwezige aan-/uitbouwen e.d. als zodanig worden bestemd, is sprake van een geringe ruimtelijke uitstraling en worden ook de belangen van derden niet in onevenredige mate geschaad. Omdat deze herziening beoogt de bestaande situatie te reguleren is er evenmin sprake van strijdigheid met vigerend beleid. Daarnaast is er geen sprake van relevante omgevingsaspecten op het gebied van milieu, ecologie of anderszins (zie hoofdstuk 3).
In eerdergenoemd advies van de StAB aan de Afdeling is verder vastgesteld dat op het onderhavige perceel aan een strook grond van 70 m2 (35 m x 2 m) de bestemming “Water (WA)” is toegekend. Volgens artikel 22 van de planregels mag uitsluitend een aantal specifiek genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op die bestemming worden gebouwd, met een maximale hoogte van 2 m.
Toekenning van deze bestemming betekent een waardevermindering van een gedeelte van het perceel en tevens dat een deel van de garage/berging onder het overgangsrecht is komen te vallen, aldus de StAB.
De Afdeling concludeerde dat ook dit nadeel niet in natura kan worden gecompenseerd door een door de eigenaar aan te vragen omgevingsvergunning, maar wel door een planherziening. Bij wegneming van de schadeveroorzakende factor valt dan in de eerste plaats te denken aan het ongedaan maken van de waterbestemming.
Om te kunnen beoordelen of het vervallen van de waterbestemming op het perceel en vervanging daarvan door de bestemming Wonen-Westdorp (W-WD) met de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden (nlw)' tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden, zijn de omgevingsaspecten van de plaatselijke situatie onderzocht. Dit wordt in het volgende hoofdstuk (Hoofdstuk 3) weergegeven. Hieruit blijkt dat het verwijderen van de bestemming water niet leidt tot onaanvaardbare gevolgen.
Op dit onderdeel wordt dan ook aan de Afdelingsuitspraak, die bepaalt dat compensatie in natura moet plaatsvinden, gevolg gegeven door op het perceel de waterbestemming te vervangen door Wonen-Westdorp (W-WD) en de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden (nlw)'.
Samengevat betekent het voorgaande dat het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' voor het perceel op twee onderdelen wordt aangepast.
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening en op basis van jurisprudentie dient de uitvoerbaarheid van een ruimtelijke plan te worden aangetoond en dient te worden onderbouwd dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. In dit hoofdstuk zijn de omgevingsaspecten beschreven die voor dit plan relevant zijn. Gezien de aard van het plan, die zich beperkt tot het planologisch vastleggen van de bestaande situatie waarbij er feitelijk niets verandert, kan voor deze aspecten worden volstaan met een korte kwalitatieve onderbouwing.
Water
Met onderhavig bestemmingsplan komt de in het plangebied vigerende waterbestemming te vervallen. Er is onderzocht of het planvoornemen in strijd is met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt, binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer.
In het plangebied is ter plaatse van de bestemming 'Water' geen waterloop of -weg, waterhuishouding, waterberging of een vijver aanwezig. Verder is in het plangebied een deel van de bestemming 'Water' voorzien van bebouwing. Ook op de Legger van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is geen waterlichaam aanwezig in het plangebied.
In figuur 3.1 is een luchtfoto van het plangebied opgenomen. De locatie van de bestemming 'Water' ligt in het rood omcirkelde deel en hierop is te zien dat deze locatie gedeeltelijk bebouwd is.
Figuur 3.1 Luchtfoto plangebied
Het juridisch planologisch vastleggen van de huidige situatie zorgt ervoor dat er feitelijk niets verandert in het plangebied. Hierom is watercompensatie niet noodzakelijk. Omdat het plangebied niet in de nabije omgeving van primaire of secundaire waterkeringen ligt, heeft het plan geen gevolgen voor de waterveiligheid in de omgeving. Geconcludeerd kan worden dat het plan geen negatieve gevolgen heeft voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.
Verkeer
In het plangebied blijft het aantal woningen (1) gelijk. Daarnaast is op eigen terrein voldoende ruimte aanwezig om in de parkeerbehoefte te voorzien. Tot slot is de ontsluiting van de locatie goed. Het plan zal niet leiden tot problemen in de verkeersafwikkeling en parkeren: het aspect verkeer staat het plan dan ook niet in de weg.
Geluid
Om de bestaande situatie vast te leggen wordt de woonbestemming op het perceel vergroot ten opzichte van het vigerende plan. Omdat een woning op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) een geluidsgevoelige functie is, dient te worden aangetoond dat sprake is van een aanvaardbaar akoestisch woon- en leefklimaat. Aan de voorzijde van het perceel ligt de Eeuwigelaan, een weg waarvoor een geluidszone geldt. Het perceel is voor een groot deel al voorzien van een woonbestemming, namelijk de bestaande woning. De beoogde vergroting van de woonbestemming voorziet niet in de toevoeging van een woning. Omdat de beoogde vergroting van de woonbestemming aan de achterzijde van het perceel plaatsvindt, op een grotere afstand van de Eeuwigelaan, kan gesteld worden dat deze locatie een vergelijkbaar verantwoord akoestisch woon- en leefklimaat heeft.
Externe veiligheid
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid gekeken naar bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt én vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, het water of door buisleidingen. Omdat de personendichtheid in het plangebied niet toeneemt is onderzoek niet noodzakelijk.
Luchtkwaliteit
Onderhavig bestemmingsplan voorziet niet in de toevoeging van één of meerdere woningen en daarmee valt het plan onder het Besluit niet in betekenende mate. Dit betekent dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit ter plaatse, en dat nader onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de NSL-monitoringstool 2019 (http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. De dichtstbijzijnde maatgevende wegen betreft de Steve Bikoweg (N9). Uit de NSL-monitoringstool blijkt dat in 2018 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs deze wegen ruimschoots onder de grenswaarden lagen. Hierdoor is er ter plaatse van het plangebied sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Milieuhinder bedrijven
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:
Er wordt geen woning toegevoegd aan het plangebied. Daarnaast zijn er in de nabije omgeving geen bedrijven aanwezig die een belemmering vormen voor de milieusituatie ter plaatse van het plangebied, of die door het onderhavig plan worden belemmerd in hun bedrijfsvoering. Geconcludeerd wordt dat er ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat.
Ecologie
Met het planologisch vastleggen van de bestaande situatie worden de bouwmogelijkheden juridisch planologisch vergroot. Dit kan leiden tot ecologisch negatieve gevolgen. Omdat in werkelijkheid de feitelijke situatie behouden blijft, en er geen bebouwing wordt toegevoegd, zijn directe ecologisch negatieve gevolgen echter niet aannemelijk. Door het behouden van de feitelijke situatie leidt dit bestemmingsplan niet tot negatieve effecten op beschermde natuurgebieden. Het aspect ecologie vormt dan ook geen belemmering.
Bodemkwaliteit
Het plan voorziet in de vastlegging van de feitelijk bestaande situatie. Er wordt dan ook geen grond geroerd. Daarnaast is het grootste deel van het perceel, en omliggende percelen, reeds in gebruik voor woningen. Onderzoek naar de bodemkwaliteit ter plaatse wordt hierom niet noodzakelijk geacht.
Archeologie en cultuurhistorie
Op grond van het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' geldt voor het plangebied de dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied Regime III. Op grond van artikel 28 van de voorschriften van dit bestemmingsplan dient bij grondroerende werkzaamheden dieper dan 40 cm binnen een planomvang van 500 m2 of groter met de aanwezigheid van archeologische waarden rekening gehouden te worden. Onderhavig plan voorziet niet in grondroerende werkzaamheden. Archeologisch onderzoek wordt daarom niet noodzakelijk geacht. De bestaande archeologische waarden in het plangebied blijven beschermd door het onverkort van toepassing verklaren van de voorschriften uit het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' op onderhavig bestemmingsplan (zie hoofdstuk 4 van deze toelichting).
Het gedeelte van het plangebied waar op grond van het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' de bestemming 'Water' is toegekend, wordt niet als cultuurhistorisch relevant benoemd in de 'Cultuurhistorische Nota Bergen' van de gemeente Bergen (N.H.) en de 'Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie' van de Provincie Noord-Holland. Het verwijderen van deze bestemming en het vastleggen van de feitelijke situatie vormt geen inbreuk op cultuurhistorische waarden in en rondom het plangebied.
Met voorliggende partiële herziening wordt het huidige gebruik van het perceel aan de Eeuwigelaan 31 positief bestemd. Er is voor gekozen om de planvorm partiële herziening toe te passen. De geldende regeling, het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' blijft onverminderd van toepassing.
In de regels is opgenomen dat de regels van het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' overeenkomstig van toepassing zijn. Daarnaast is er één wijziging opgenomen:
Deze wijziging is opgenomen omdat er in de huidige Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012) geen gebruik meer wordt gemaakt van de aanduiding '(opp)'. De aangepaste aanduiding heeft een andere benaming, maar dekt dezelfde lading.
De verbeelding wordt ten opzichte van de plankaart van het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' op de volgende twee onderdelen aangepast:
Het overige deel van de verbeelding is overeenkomstig het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' bestemd.
Vooroverleg
De partiële herziening is in het kader van het wettelijk vooroverleg (artikel 3.1.1 Bro) als concept toegezonden aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Na kennisneming heeft het Hoogheemraadschap aangegeven geen opmerkingen te hebben over het concept bestemmingsplan. Verder betreft het hier een marginale wijziging van het bestemmingsplan 'Bergen Dorpskern Zuid' die in planologisch opzicht van ondergeschikt belang is en geen relevante invloed heeft op het beleid van andere bestuursorganen. In dat verband is voor dit plan raadpleging van andere overlegpartners dan het Hoogheemraadschap achterwege gebleven.
Ontwerpbestemmingsplan
Het ontwerpbestemmingsplan met de daarbij behorende stukken heeft vanaf 31 augustus 2020 gedurende 6 weken ter inzage liggen. Gedurende deze periode was het voor eenieder mogelijk om mondeling of schriftelijk een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan te geven. In deze periode is één zienswijze ingediend. Deze zienswijze is samengevat in beantwoord in een Nota zienswijzen (zie bijlage 1). De zienswijze leidt niet tot aanpassingen in het bestemmingsplan.
Ingevolge het Bro heeft de gemeente de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen (artikel 3.1.6 lid 1 sub f Bro). Aangezien het in dit geval het juridisch-planologisch vastleggen van een reeds bestaande situatie betreft, is het vaststellen van een exploitatieplan zodoende niet noodzakelijk en is de economische uitvoerbaarheid voldoende gewaarborgd.