Plan: | Bestemmingsplan Kop Zuidas |
---|---|
Plannummer: | W0903BPTGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.W0903BPTGST-OH01 |
Wegverkeergeluid
Op grond van artikel 74 van de Wet geluidhinder bevinden zich van rechtswege langs alle wegen geluidzones waarbinnen de geluidbelasting vanwege de weg aan het gestelde in de Wet dient te worden getoetst. Dit geldt niet voor wegen:
De breedte van de geluidzone is afhankelijk van het aantal rijstroken.
Aantal rijstroken | Geluidzones buitenstedelijk gebied | Geluidzones stedelijk gebied | |
Weg met één of twee rijstroken | 250 meter | 200 meter | |
Weg met drie of vier rijstroken | 400 meter | 350 meter | |
Weg met vijf of meer rijstroken | 600 meter |
Bron: artikel 74 Wet geluidhinder
Tabel 2: Breedte van geluidzones langs autowegen
Geluidsgevoeliggebouw | Voorkeursgrenswaarde [dB] | Maximaal toelaatbare geluidbelasting [dB] | ||||
Buitennorm | Buitennorm | Binnennorm | ||||
Woning | 48 | 63 | 33 | |||
Scholen a | 48 | 63 | 28 (theorielokalen) | |||
33 (vaklokalen) | ||||||
Medische b voorzieningen | 48 | 63 | 28 (onderzoek- en behandelruimten) | |||
33 (huisvesting, recreatie- en conversatieruimten) |
Tabel 3: Geluidhindernormen wegverkeer bij nieuwbouw
Op basis van artikel 110g van de Wet geluidhinder en artikel 3.7 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 mag er op de geluidbelasting vanwege een weg, op de gevel van woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen, een aftrek worden toegepast in verband met het stiller worden van het verkeer in de toekomst.
De aftrek bedraagt maximaal:
De voorkeursgrenswaarde van het wegverkeer bedraagt 48 dB. Indien deze voorkeursgrenswaarde wordt overschreden moet worden nagegaan of de overschrijding kan worden tegengegaan door het treffen van geluidbeperkende maatregelen. Als er niet afdoende maatregelen kunnen worden getroffen om aan de voorkeurgrenswaarden te voldoen dan kan onder bepaalde voorwaarden een hogere grenswaarde worden toegekend tot maximaal 63 dB.
Spoorweglawaai
Op grond van artikel 106b van de Wet geluidhinder bevinden zich van rechtswege langs alle spoorwegen geluidzones waarbinnen de geluidbelasting vanwege de spoorweg aan het gestelde in de Wet dient te worden getoetst.
Geluidsgevoeliggebouw | Voorkeursgrenswaarde [dB] | Maximaal toelaatbare geluidbelasting [dB] | |||
Buitennorm | Buitennorm | Binnennorm | |||
Woning | 55 | 68 | 33 | ||
Scholen a | 53 | 68 | 28 (theorielokalen) | ||
33 (vaklokalen) | |||||
Medische b voorzieningen | 53 | 68 | 28 (onderzoeks- en behandelruimten) | ||
33 (huisvesting, recreatie- en conversatieruimten) |
Tabel 4: Geluidshindernormen railverkeerslawaai bij nieuwbouw Lden
Hogere waarden
Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, kan binnen de systematiek van de Wet geluidshinder een hogere waarde (ontheffing op de geluidsbelasting) worden verleend door burgemeester en wethouders. Voorwaarde is dat het toepassen van maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting onvoldoende doeltreffend zijn, of overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard een rol spelen.
Wanneer sprake is van meerdere relevante geluidsbronnen, kan de gemeente slechts een hogere waarde vaststellen voor zover de gecumuleerde geluidsbelasting niet leidt tot een naar hun oordeel onaanvaardbare geluidsbelasting (art. 110a lid 6 Wgh en artikel 1.5 Bgh). Verder dient, in het geval van ontheffing op de geluidsbelasting, de binnenwaarde worden gewaarborgd door het eventueel toepassen van gevelmaatregelen (suskast, isolatie glas). De geluidwaarde binnen de woningen (binnenwaarde) dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 dB.
Wanneer de maximale toelaatbare waarde voor geluidbelasting wordt overschreden, biedt de Wet geluidhinder de mogelijkheid woningen te realiseren met een dove gevel (een gevel zonder te openen/met slechts incidenteel te openen delen) of vliesgevel te realiseren. De definitie van een gevel (uitwendige scheidingsconstructie) in de Wgh maakt het mogelijk 'dove gevels' te creëren. Een dergelijke gevel heeft geen te openen delen in geluidsgevoelige ruimtes, waardoor toetsing aan de geluidsnormen niet is vereist. In situaties, waarbij de maximaal toelaatbare geluidsbelasting wordt overschreden, kan een dove gevel worden toegepast om woningbouw toch mogelijk te maken.
Cumulatie
Bij blootstelling aan verschillende geluidbronnen tegelijk (bijv. spoor en weg) moeten de bronnen eerst bij elkaar worden opgeteld voordat een hogere waarde kan worden vastgesteld. De Wet geluidhinder geeft voor een dergelijk cumulatieve geluidbelasting geen aparte grenswaarden en evenmin een standaard toetsingsmethode. Wel moet worden gemotiveerd op welke wijze het bevoegd gezag rekening houdt met deze samenloop. Overigens speelt het vraagstuk van de cumulatieve geluidbelasting alleen als er voor één of meer van de geluidbronnen een ontheffing wordt gevraagd. Dus als een woning zich in de invloedssfeer bevindt van twee wegen, die elk onder de voorkeursgrenswaarde blijven, dan bestaat er geen plicht tot cumulatie.
In het Amsterdamse geluidbeleid (november 2007) is bepaald dat de woningen waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld in principe dienen te beschikken over een stille zijde. Van dit principe kan slechts worden afgeweken op grond van zwaarwegende argumenten. Woningen met een dove gevel of een geluidwerend vlies dienen altijd over een stille gevel of stil geveldeel te beschikken, behoudens zeer uitzonderlijke gevallen zoals tijdelijke situaties.