Plan: | Gershwin |
---|---|
Plannummer: | W0902BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.W0902BPGST-OH01 |
De gemeenteraad van Amsterdam heeft in zijn vergadering van 16 februari 2011 de Structuurvisie Amsterdam 2040 vastgesteld. De centrale ambitie van de structuurvisie is dat Amsterdam zich verder ontwikkelt als kernstad van een internationaal concurrerende, duurzame, Europese metropool. Om economisch sterk en duurzaam te zijn en Amsterdam en de regio verder te kunnen ontwikkelen als internationaal concurrerende, duurzame, Europese metropool wil Amsterdam onder meer een intensiever gebruik van de bestaande stad en het openhouden van landschap. Intensivering van het grondgebruik in de stad biedt tal van mensen woon- en werkruimte. Het betekent extra draagvlak voor voorzieningen, extra investeringen in de openbare ruimte, efficiënter omgaan met energie en vervoer en er hoeft minder landschap te worden aangetast. Daarnaast betekent het ook 70.000 woningen en bijbehorende voorzieningen erbij tot 2040, intensiever gebruik van de haven en huidige bedrijventerreinen en ruimte voor waterberging.
Op de Zuidas ontstaat de komende jaren een internationale locatie. Het wordt niet alleen het deel van het stadscentrum voor internationaal zakendoen en kennis ontwikkeling, er zal ook op grote schaal gewoond worden en er komen voorzieningen als winkels, kinderopvang, (internationale) scholen en horeca. Exclusieve retail en culturele voorzieningen moeten de internationale aantrekkingskracht versterken. Het wordt niet alleen het zakencentrum voor de metropool Amsterdam maar van heel Nederland. Nergens in Nederland zijn vergelijkbare kansen aanwezig voor een internationaal vestigingsmilieu. Amsterdam is de stad met de internationale hoofdkantoren en met de Zuidas wordt die positie verder bevestigd. Met het plan voor Zuidas wordt beoogd de stedelijke kwaliteit te realiseren die nodig is om de rol van toplocatie te bestendigen en verder te ontwikkelen.
Figuur 3: Zuidas in de Structuurvisie Amsterdam 2040
De Zuidas is aangemerkt als metropolitaan kerngebied. Een zeer gedifferentieerd gebied waar sprake is van een optimale menging van wonen en werken met daarin internationale toplocaties voor kantoren, een winkelgebied van internationale allure en ook woningen.
Uit het vervolg van deze toelichting zal blijken dat aan de uitgangspunten van de structuurvisie uitwerking wordt gegeven.
In de Nota Locatiebeleid Amsterdam (2008) is nieuw locatiebeleid vastgelegd, en zijn nieuwe parkeernormen opgenomen.
Er is voor gekozen om de huidige parkeernormen voor kantoren en bedrijven te blijven hanteren. Dit houdt in een parkeernorm voor kantoren en bedrijven van 1:250 m2 bvo op A-locaties en 1:125 m2 bvo op B-locaties. A-locaties bevinden zich rondom de belangrijkste NS-stations (CS, Sloterdijk, Zuid en Bijlmer) en B-locaties zitten in de directe omgeving van ringlijn/metrolijnstations en overige NS-stations of liggen binnen het tram/busnetwerk.
Daarnaast wordt de mogelijkheid gegeven om in bepaalde gevallen van deze vaste normen te kunnen afwijken. Flexibele toepassing van parkeernormen kan alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit/capaciteit van het wegennet dit toelaten. Dit zijn harde randvoorwaarden.
Voor overige niet-woonfuncties (bijvoorbeeld leisure, hotels, congresruimten en winkels) zijn als richtlijn aangepaste CROW-parkeercijfers (dit zijn op de praktijk gebaseerde kencijfers, die zijn ontwikkeld als hulpmiddel bij het berekenen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening) opgenomen.
Voor de woonfunctie zijn geen normen of richtlijnen opgenomen. Stadsdelen of de centrale stad in geval van grootstedelijke gebieden, kunnen zelf deze normen voor wonen opnemen in hun parkeerbeleid of vastleggen in grondexploitatie of erfpachtcontract. Deze normen worden niet centraal geregeld, aangezien de parkeernorm in hoge mate afhankelijk is van de locatie en het type woning.
In hoofdstuk 5 wordt het beleid ten aanzien van parkeren voor het betreffende projectgebied geconcretiseerd.
Het Sociaal Structuurplan 2004-2015 "Wat Amsterdam beweegt" (2005) is het inhoudelijk kader voor de sociale pijler, met als hoofdlijn 'dynamiek' als drijvende kracht en katalysator voor de stad Amsterdam, met drie hoofddoelstellingen:
Zuidasbreed wordt uitgebreid voorzien in bovenstaande uitgangspunten. Het plangebied Gershwin maakt daarvan onderdeel uit.
De nota Hoogbouw, Beleid en Instrument is in juni 2005 als aanvullend toetsingskader op het structuurplan "Kiezen voor stedelijkheid" door de gemeenteraad Amsterdam vastgesteld. Het belangrijkste doel van het Amsterdamse hoogbouwbeleid is een zorgvuldige inpassing van hoogbouwinitiatieven in de bestaande structuren van de stad. Daarbij is de landschappelijke inpassing een aspect dat, zodra er sprake is van een zekere impact op het stadslandschap, een stedelijke afweging behoeft. In de nota wordt aangegeven voor welke hoogbouwplannen dit geldt.
Zuidas is aangewezen als grootstedelijke hoogbouwcluster. Bij bouwhoogtes groter dan 90 meter is aangegeven dat een landschapstudie aan de centrale raadscommissie dient te worden gezonden.
De Hoogbouw Effectrapportage is een rapportage waarin alle relevante effecten van hoogbouw, zoals windhinder en schaduwwerking, toetsing aan hindernisbeperkingen als straalpaden en beperkingen rond Schiphol worden onderzocht, maar die vooral is bedoeld om de effecten van een plan op het stadslandschap in beeld te brengen. Voor de ontwikkelingen in Gershwin is in februari 2002 een HER uitgevoerd (zie bijlage Hoogbouw Effectrapportage Gershwin, Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam, februari 2002). In Gershwin zal woningbouw, gecombineerd met kantoren en voorzieningen worden toegepast tot een maximale hoogte van 77 meter. In het midden van het plangebied, op de kop van de Minerva-as staat de Amsterdam Symphony, een multifunctioneel gebouw van maximaal 105 meter hoog met onder andere een hotel- , een woon- en kantoorfunctie.
Conclusie is dat de geplande hoogbouw conform het Amsterdamse beleid van perifere centrummilieus is om rondom de knooppunten van openbaar vervoer concentraties van stedelijke functies in hoge dichtheden te maken. Hiermee wordt bijgedragen aan het terugdringen van de mobiliteitsvraag en het ontwikkelen van een stadsmilieu. Vanuit technisch opzicht zijn er geen belemmeringen; de torens blijven onder de door Schiphol gestelde hoogtebeperkingen.
De uitkomsten van de wind- en bezonningstudies tonen aan dat in Gershwin een verantwoord leefmilieu haalbaar is zoals dat in de Visie Zuidas wordt nagestreefd. In navolging van internationale voorbeelden zal een hoogstedelijk gebied gerealiseerd worden met aandacht voor de directe leefomgeving als uiting van een duurzaam en leefbaar stedelijk milieu. Uit de fotomontages met de hoogbouwaccenten blijkt dat Gershwin goed in haar omgeving ligt en bijdraagt aan de stedelijke beeldkwaliteit van Amsterdam. De hoogbouwposities maken een vanzelfsprekend onderdeel uit van de voorgestane stedenbouwkundige structuur zoals deze is weergegeven in de Visie Zuidas.
De hoogbouw heeft een grote invloed op het karakter van de nabije omgeving en weinig invloed op de verder gelegen omgeving. Als positief kan worden aangemerkt dat Gershwin, en daarmee de Zuidas als geheel ook, dankzij de hoogbouw een eigen identiteit krijgt en herkenbaar is in de stad. Het heeft ook de verandering van een aantal zichtlijnen tot gevolg, die zowel negatief als positief beoordeeld kunnen worden. De zichtlijnen vanuit de nabijgelegen groengebieden (het Amsterdamse Bos en de Amstelscheg) worden niet of nauwelijks aangetast.
Op bezonningsaspecten en windhinder wordt verder ingegaan in hoofdstuk 14 en op het Luchthaven Indelingsbesluit (LIB) in hoofdstuk 16. In de paragraaf Conclusie wordt ingegaan op de stedenbouwkundige inpassing in en effecten op de omgeving.
Voor het overige geldt dat ook straalpaden geen belemmering vormen voor de hoogbouw.
Na de vaststelling van het Masterplan Zuidas in 1998, wordt vanaf 2000, met enige regelmaat een Visie Zuidas uitgebracht. De Visie Zuidas beschrijft de wijze waarop de Zuidas zich ontwikkelt van een succesvolle internationale locatie voor zakendoen en kennisontwikkeling tot een gemengd stadscentrum voor wonen en werken en is als het ware een programma-akkoord voor de gezamenlijke ontwikkeling van Zuidas. In april 2009 is de Visie Zuidas 2009 verschenen. Op 9 september 2009 is de Visie Zuidas 2009 door de Gemeenteraad vastgesteld en dus thans de geldende visie.
In de Visie Zuidas 2007, en bevestigt in de Visie 2009, staat dat Zuidas zich zal ontwikkelen tot een duurzame en succesvolle internationale toplocatie voor wonen en werken in Amsterdam. Voornoemde visie is gevolgd door een uitgebreid maatschappelijk en bestuurlijk traject in 2008. Hieruit kwam de vraag naar voren om een sterker gedefinieerd ruimtelijk kader toe te voegen aan de ontwikkelingskoers uit de Visie Zuidas. Daaraan is voldaan door in de Visie Zuidas 2009 een hoofdstuk Implementatie van de 'Stadsplattegrond Zuidas' toe te voegen. Hierin worden de belangrijkste openbare ruimten en de bouwvelden nader gedefinieerd. Randvoorwaarden voor de wijze waarop binnen die bouwvelden gebouwd wordt zijn op te nemen in een Welstandsnota Zuidas. Deze doorloopt een eigen formeel traject en wordt separaat in procedure gebracht.
De ontwikkelingsopgave voor Gershwin is om aan deze ambitie een wezenlijke bijdrage te leveren. Door de ligging van het plangebied 'centraal in het Zuidasgebied' zullen de uitstraling en het ambitieniveau van Zuidas zichtbaar moeten worden, maar zal er tevens aandacht zijn voor de aanhechting op de bestaande (woon)buurt. De ambitie voor Zuidas vertaalt zich in de volgende uitgangspunten, die voor Gershwin gelden als randvoorwaarden:
Toplocatie: succesvol en herkenbaar, betekent voor Gershwin:
Amsterdamse kwaliteit: compact en levendig, betekent voor Gershwin:
Duurzaam: efficiënt en verantwoord, betekent voor Gershwin:
In de Visie Zuidas wordt meer uitgebreid ingegaan op bovenstaande aspecten. Kortheidshalve wordt verwezen naar de visie. Middels het voorliggend bestemmingsplan wordt uitvoering gegeven aan de visie.
De gemeenteraad heeft het Uitvoeringsbesluit Gershwin vastgesteld bij besluit van 19 juni 2002. Het Uitvoeringsbesluit bevat de diverse beslispunten om de uitvoering van het deelproject mogelijk te maken. Het bestemmingsplan Gershwin is één van die beslispunten, naast het Stedenbouwkundig Programma van Eisen en de grondexploitatie. Het Uitvoeringsbesluit is de investeringsbeslissing, het financiële "go-no-go- besluit" voor het project en is door de centrale stad genomen na advies van het toenmalige Stadsdeel Zuideramstel (inmiddels stadsdeel Zuid).