Plan: | Science Park Amsterdam |
---|---|
Plannummer: | U1002BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.U1002BPGST-OH01 |
Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) heeft in opdracht van Stadsdeel Oost een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het bestemmingsplangebied Sciencepark. (Zie Bijlage 5 'Archeologisch bureauonderzoek Plangebied Sciencepark, Stadsdeel Oost BO 10-040 Amsterdam 2010).
Dit is bedoeld om het cultuurhistorische verleden van het plangebied, dat is gelegen in de Watergraafsmeer Polder, in kaart te brengen en daarmee een beeld te krijgen van de archeologische sporen die in de bodem aanwezig kunnen zijn. Conform de Monumentenwet zijn gemeenten verplicht beleid te ontwikkelen ten aanzien van het behoud cq documentatie van die overblijfselen bij bouwontwikkeling.
Het bureauonderzoek gaat uit van een beknopt overzicht van de historisch topografische ontwikkeling van de Watergraafsmeer Polder. Het historisch overzicht wordt aangevuld met archeologische informatie afkomstig van vindplaatsen in de directe omgeving van het plangebied.
De historische en archeologische informatie over de ruimtelijke topografische ontwikkelingen is omgezet naar een beeld van archeologische verwachtingen. Aan de hand hiervan is een archeologische beleidskaart opgesteld, die de beleidsregels en maatregelen specificeert voor de vereiste archeologische monumentenzorg. De hieruit voortvloeiende regels zijn opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan.
De beleidskaart maakt onderscheid tussen een zone met een hoge archeologische verwachting, een zone met een lage archeologische verwachting en een zone zonder verwachting. Elke van deze zones kent een specifieke normering voor het vaststellen of en in welke mate eventueel archeologisch veldonderzoek nodig is in de bouwplanontwikkeling. Een specificatie van de vertaling van deze beleidsregels is te vinden op de plankaart met een vertaling in de regels. Zowel de zone met een hoge als die met een lage verwachting krijgen een eigen bestemming, respectievelijk Waarde - Archeologie 1 en Waarde - Archeologie 2.
Voor het gehele plangebied geldt de wettelijke meldingsplicht. Dit houdt in dat ook in geval geen archeologisch vervolgonderzoek is vereist en toch bodemvondsten ouder dan 50 jaar worden aangetroffen dit aan Bureau Monumenten en Archeologie gemeld moet worden zodat in gezamenlijk overleg met de opdrachtgever maatregelen getroffen kunnen worden tot documentatie en berging van de vondsten.