direct naar inhoud van 14.2 Resultaten onderzoeken
Plan: Science Park Amsterdam
Plannummer: U1002BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U1002BPGST-OH01

14.2 Resultaten onderzoeken

In het plangebied 'Science Park Amsterdam' wordt in een aantal ontwikkelingen voorzien, die voor een deel reeds gerealiseerd zijn. Ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkelingen binnen het plangebied is op 29 december 2009 door het Ministerie van LNV ontheffing (ex artikel 75 van de Flora- en faunawet) verleend. Deze ontheffing is geldig tot en met 31 december 2014 (de ontheffing is als Bijlage 13 bij dit bestemmingplan gevoegd).

Aanvullend is het rapport 'Natuurwaarden Science Park, quickscan van beschermde flora en fauna' (21 februari 2011, Oranjewoud i.s.m. Bureau Regelink) opgesteld, dat is opgenomen alsBijlage 11 en Bijlage 12 bij dit bestemmingsplan. De resultaten van dit onderzoek luiden samengevat als volgt:

Natuurontwikkeling

De aanwezige natuurwaarden op het terrein van Science Park Amsterdam bevinden zich in een overgangsfase van een ontwikkeling van open gebied naar bebouwd gebied ingebed in natuurlijke randen. De natuurlijke randen op het terrein van Science Park Amsterdam, welke onderscheiden zijn in verschillende typen ecologische verbindingen, zijn nog volop in ontwikkeling. De daaraan gekoppelde doelsoorten zijn dan ook (nog) in beperkte mate aanwezig op het terrein van Science Park Amsterdam. Voor deze ontwikkeling van natuur binnen het plangebied van Science Park Amsterdam zijn diverse maatregelen uitgevoerd en/of staan op de planning uitgevoerd te worden waaronder:

  • het verdiepen van terreindelen (creëren van reliëf)
  • het graven van (amfibieën)poelen
  • het inrichten van eilandjes
  • het afplaggen van oevers
  • het aanbrengen van natuurvriendelijke oevers
  • het aanbrengen van faunapassages
  • het inrichten van groene stroken en zones (zoals Ecozone ten noorden van het NS-talud).

Aanwezige soorten

Bij de quickscan binnen het plangebied van Science Park Amsterdam is globaal gekeken naar voorkomende natuurwaarden en gericht gekeken naar mogelijke aanwezigheid van beschermde natuurwaarden in delen van het terrein in het kader van de Flora- en faunawet. Hierbij is nader onderzoek uitgevoerd naar jaarrond beschermde nesten van vogels. Naast de quickscan is apart onderzoek gedaan naar vleermuizen binnen het plangebied van SciencePark, welke als Bijlage 12 in dit rapport is opgenomen.

De tijdens deze quickscan gevonden soorten overeenkomstig doelgroepen en -soorten per type ecologische verbinding zijn:

  • Bos & struweel: Eekhoorn is niet aangetroffen en vleermuizen komen in beperkte mate voor (zie M. van der Hout 2010 & 2011). Bosvogels komen nauwelijks voor (alhoewel de aanwezigheid van Grote bonte specht gedurende het broedseizoen is hoopvol). Dagvlinders komen in beperkte mate voor; het voorkomen van Bont zandoogje is echter indicatief voor hoger opgaande bosschages en struwelen.
  • Veld & berm: Torenvalk en zandhagedis zijn niet aangetroffen. Wezel en enkele soorten dagvlinders indicatief voor veld en berm (Icarusblauwtje) zijn wel aangetroffen.
  • Water & oever: Veel doelsoorten zijn al op het terrein aanwezig zoals moeras- en watervogels, oeverlibel en amfibieën. Ringslang en Waterspitsmuis zijn niet aangetroffen, maar voornoemde soorten zijn lastig waarneembare soorten en zijn mogelijk al aanwezig dan wel op termijn te verwachten op het terrein van Science Park Amsterdam.
  • Park & tuin en Huis & straat: Het voorkomen van vleermuizen als Gewone dwergvleermuis op het terrein van Science Park Amsterdam is aangetoond middels het uitgevoerde vleermuizenonderzoek (M. van der Hout 2011). De Egel en dagvlinders zijn waarschijnlijk aanwezig dan wel te verwachten op het terrein van Science Park Amsterdam. Tijdens de veldbezoeken zijn geen indicaties verkregen van broedende (gier)zwaluwen op het terrein van Science Park Amsterdam.

De soorten welke genoemd staan in de voor het terrein van Science Park Amsterdam verkregen ontheffing ex art. 75 Flora- en faunawet zijn niet allemaal meer op het terrein aanwezig en een aantal soorten zal door de verandering van biotopen en habitats ook niet meer te verwachten zijn. Dit geldt met name voor een aantal plantensoorten, gebonden aan specifieke standplaatsen.

Naast het voorkomen van algemene soorten (bijlage 1) waarvoor op grond van de Flora- en faunawet een zorgplicht bestaat, is er ook een aantal beschermde soorten waargenomen, dan wel op termijn te verwachten, zoals Rietorchis (bijlage 2), de Rugstreeppad, Ringslang en Gewone dwergvleermuis (bijlage 3 soort). Bij ruimtelijke ingrepen waarbij bovengenoemde bijlage 3 soorten (Rugstreeppad en Gewone Dwergvleermuis) in het geding zijn, dient een ontheffing FF-wet moet worden aangevraagd. Voor bijlage 2 soorten is dit niet nodig,mits men werkt conform de Gedragscode FFwet van Amsterdam (18 september 2009). Voor vogels geldt bescherming gedurende het broedseizoen.

De Rugstreeppad en Ringslang zijn tijdens de veldbezoeken niet waargenomen (overigens is in de op 29 december 2009 door het Ministerie van LNV verleende ontheffing de Ringslang reeds opgenomen). Het vleermuisonderzoek op het terrein van het Science Park Amsterdam wijst uit dat alleen in deelgebied 1 het voorkomen van vleermuizen is vastgesteld. Hier is rond Anna's hoeve de Gewone dwergvleermuis aangetroffen. Dit gebied vormt echter geen essentiele foerageerroute voor de soort en vaste rust en/of verblijfplaatsen zijn evenmin aangetroffen.

Conclusie

In de toekomstige ontwikkeling van het plangebied Science Park Amsterdam zal rekening gehouden moeten worden met de aanwezigheid van soorten beschermd onder de Flora- en faunawet.

Voor de Rugstreeppad is geen ontheffing verleend ex artikel 75 Flora- en Faunawet. Om problemen met deze soort tijdens de uitvoering van werkzaamheden te voorkomen dient het plangebied gevrijwaard te blijven van deze soort. Om dit te bewerkstelligen dient dat deel van het plangebied waar ondiepe plassen voorkomen en waar (in de buurt) later grondverzet plaats zal vinden tijdig (voor 1 maart) geëgaliseerd te worden. Indien het plangebied gedurende het bouwrijp maken geschikt wordt voor rugstreeppadden door het ontstaan van ondiepe plassen, dan dient dit deel voorafgaand aan bouwactiviteiten afgeschermd te worden, bijvoorbeeld middels een amfibieënscherm. Tevens moet worden voorkomen dat er grondhopen achterblijven waar de rugstreeppadden mogelijkerwijs in kunnen overwinteren. Zwerfmateriaal zoals houtplaten en stukken zeil vormen ook geschikte objecten voor de rugstreeppad om hier onder een verblijfplaats te vinden, geadviseerd wordt dus om het terrein zo kaal mogelijk te houden.

Daarnaast zijn er potentiële jaarrond beschermde nesten voor soorten als Ransuil en Boomvalk in het plangebied aanwezig in de vorm van kraaiennesten. Alvorens bomen te kappen waar nesten in aanwezig zijn dient bekend te zijn of deze nesten in gebruik genomen zijn door soorten waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn. Door in het broedseizoen voorafgaand aan de werkzaamheden nesten te inventariseren, in de voor de soorten gunstige inventarisatieperioden, kan dit worden vastgesteld. Indien jaarrond beschermde nesten worden aangetroffen, zal een ontheffing ex art. 75 Flora- en faunawet aangevraagd moeten worden. Dit vereist wel een ecologische onderbouwing middels een omgevingsscan. Voornoemde te nemen maatregelen staan tevens vermeld in de gedragscode Flora- en faunawet van de gemeente Amsterdam. Door aan de hand van deze gedragscode werk in te plannen en uit te voeren, kan schade op flora- en fauna voorkomen worden en wordt zo voldaan aan de zorgplicht vanuit de Flora- en faunawet.

De aanwezige natuurwaarden op het terrein van Science Park Amsterdam bevinden zich in een overgangsfase van een ontwikkeling van open gebied naar bebouwd gebied ingebed in natuurlijke randen. De natuurlijke randen op het terrein van Science Park Amsterdam, welke onderscheiden zijn in verschillende typen ecologische verbindingen, zijn nog volop in ontwikkeling. De daaraan gekoppelde doelsoorten zijn dan ook (nog) in beperkte mate aanwezig op het terrein van Science Park Amsterdam.