direct naar inhoud van Hoofdstuk 12 Duurzaamheid
Plan: Science Park Amsterdam
Plannummer: U1002BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U1002BPGST-OH01

Hoofdstuk 12 Duurzaamheid

Duurzaamheid is een belangrijk uitgangspunt in de planvorming voor Science Park Amsterdam. De stad maakt zich onder andere klaar voor duurzame en efficiënte vormen van energie, de toenemende groei van het fietsgebruik en een schaalsprong in het OV-gebruik.

Amsterdam is ambitieus op het gebied van reductie van de CO2-emissie. Deze ambitie heeft ook ruimtelijke consequenties. Amsterdam heeft zich het volgende ten doel gesteld:

  • 1. in 2025 40 procent minder CO2-uitstoot in de stad vergeleken met 1990 en op de langere termijn tot 2040 een reductie van 70 tot 80 procent,
  • 2. in 2025 voorziet de stad voor circa een derde in zijn eigen energiebehoefte via lokaal opgewekte duurzame energie. Dit betekent ruimte bieden aan duurzame en efficiënte technieken als zonne-energie, wind, biomassa, energie-opslag, stadswarmte- en koude en op termijn geothermie,
  • 3. ten behoeve van grootschalige duurzame elektriciteitsopwekking zullen slimme elektriciteitsnetten (smart grid) worden gerealiseerd,
  • 4. de gemeente geeft het goede voorbeeld door in 2015 klimaatneutraal te zijn,
  • 5. vanaf 2010 wordt 40 procent van de nieuwe woongebouwen klimaatneutraal, vanaf 2015 wordt er in de stad alleen maar klimaatneutraal gebouwd, het 'stadswarmte tenzij'-beleid wordt uitgevoerd zoals vastgelegd in de Bouwverordening van Amsterdam,
  • 6. overleggen met het rijk over punten die de gewenste klimaat-ambitie belemmeren.

Het beleid van de gemeente Amsterdam is erop gericht om restwarmtelevering vanuit elektriciteitscentrales of afvalverbranding (stadsverwarming) in grote delen van de stad toe te passen, mede vanwege de positieve invloed op de luchtkwaliteit en de forse CO2-reductie en brandstofbesparing. Voor ruimtelijke projecten in Amsterdam wordt zoveel mogelijk uitgegaan van een warmtenet gevoed met restwarmte (motie gemeenteraadslid Olmer c.s. inzake de begroting voor 2006, stadsverwarming in Amsterdam, 22 december 2005).

Voor nieuwe gebouwen en grootschalige renovatie wordt uitgegaan van het Nationale pakket Duurzame Utiliteitsbouw en de Basiskwaliteit Woningbouw Amsterdam 2006. Ook zal gestreefd worden naar hergebruik van licht verontreinigde grond.

In het plangebied wordt op verschillende wijze invulling worden gegeven aan de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid. Dat vindt plaats door middel van:

  • 1. het in het plangebied faciliteren van warmte- koudeopslagbronnen/netten op basis van Masterplan Lange Termijn EnergieOpslag in de bodem (rapportage IF Technology 2005). Gebouwen, die zich in Science Park Amsterdam vestigen, kunnen –zo mogelijk gezamenlijk- hierop aansluiten;
  • 2. het nader onderzoeken van mogelijkheden van wind- en zonne-energie in het plangebied;
  • 3. het opnemen van duurzaamheidseisen voor woningbouw, waaronder de verplichting om na 2014 klimaatneutraal te bouwen;
  • 4. het opnemen van energie efficiency eisen m.b.t. utiliteitsgebouwen ( BREEAM Excellent: partijen onderzoeken of BREEAM en Green Calc voor gebied hanteerbaar/ inpasbaar zijn);
  • 5. de aanleg van (minimaal 40%) groene daken bij nieuwbouw en/of grootschalige renovatie op te nemen in de contracten met private partijen. Anderszins zullen compenserende maatregelen worden voorzien;
  • 6. de aanleg van een goede en duurzaam ingerichte openbare ruimte;
  • 7. het stimuleren en faciliteren van OV gebruik door onderzoeken van uitbreiding van treinverbinding met traject Hilversum/Utrecht. OV ontsluiting door middel van tramverbinding is niet mogelijk gezien de verstoring van wetenschappelijke testopstellingen.
  • 8. het treffen van voorzieningen voor oplaadpunten voor elektrische auto's.

Windvisie Amsterdam

De gemeente Amsterdam heeft als doelstelling om meer windturbines te plaatsen en zodoende te voldoen aan de CO2-reductiedoelstellingen. Op dit moment wordt gewerkt aan de Windvisie van Amsterdam, waarin de gemeente op zoek gaat naar nieuwe gebieden om windmolens te plaatsen. De locatie 'Ring Oost/ A1' wordt in de ontwerp-Windvisie als voorlopig kansrijke locatie beoordeeld voor de eventuele plaatsing van hooguit twee windmolens in het water bij het knooppunt Watergraafsmeer. Vanuit de regelgeving met betrekking tot de milieu-effect-rapportage bestaan er verplichtingen ten aanzien van bestemmingsplannen waarin nieuwe windturbines worden mogelijk gemaakt. In dit bestemmingsplan wordt dan ook geen rekening gehouden met de mogelijkheid om windturbines te plaatsen op de genoemde locatie. Mocht hiertoe in een later stadium worden besloten, dan zal de regeling hiertoe plaatsvinden middels een afzonderlijk planologisch-juridisch traject (bestemmingsplan, dan wel omgevingsvergunning).

Wel is op basis van de Richtlijn kleine wind installaties (projectbureau Amsterdam Reduceert CO2, maart 2011) in dit bestemmingsplan een regeling opgenomen om kleine wind installaties op daken van gebouwen mogelijk te maken. Een terrein zoals Science Park Amsterdam leent zich hier goed voor. Met een omgevingsvergunning kunnen binnen de bestemmingen Gemengd en Wonen-2 onder voorwaarden (zie verder paragraaf 18.3 Artikelgewijze toelichting, algemene afwijkingsregels) kleinschalige windmolens op gebouwen worden gerealiseerd. De kleine wind installaties dienen onder meer stedenbouwkundig inpasbaar te zijn en mogen geen onevenredige hinder veroorzaken voor omwonenden.