direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd - 2
Plan: Amsteldorp, Julianapark, De Wetbuurt, Drieburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U0904BPDSTD-VG01

Artikel 6 Gemengd - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoor;
  • b. bedrijven, met in acht name van het bepaalde in artikel 30;
  • c. een ondergrondse parkeergarage ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage";

met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, groenvoorzieningen, ongebouwde parkeervoorzieningen en in- en uitritten en nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op en onder de in artikel 6.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende regels:

6.2.1 Gebouwen

Voor bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte is ten hoogste de aangeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding maximale goothoogte is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan, alsmede daarboven één dakverdieping;
  • d. ter plaatse van de aanduiding maximale bebouwingspercentage is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd.
6.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 2 m.

6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door het toevoegen van een aanduiding "maatschappelijke voorzieningen" op de bestemming Gemengd - 2 ten behoeve van het toestaan van maatschappelijke voorzieningen mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de omliggende bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • b. het parkeren op eigen erf plaatsvindt en, indien dit niet mogelijk is, de parkeerdruk in de naaste omgeving als gevolg van het gebruik niet onevenredig toeneemt;
  • c. de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel een vóór vaststelling van het wijzigingsplan vastgestelde hogere grenswaarde, niet wordt overschreden;
  • d. het wijzigingsplan niet in betekenende mate leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • e. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.