direct naar inhoud van Artikel 14 Waterstaat-Waterkering
Plan: Kop Weespertrekvaart
Plannummer: U0902BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U0902BPGST-OH01

Artikel 14 Waterstaat-Waterkering

14.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Waterstaat-Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de gronden zijn bestemd voor waterstaatkundige werken, waaronder inbegrepen waterkeringen;
  • b. dit artikel geldt primair ten aanzien van de andere artikelen van deze regels die op dezelfde gronden van toepassing zijn.
  • c. Daar waar dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:
    1. in de eerste plaats de bepalingen van artikel 14;
  • d. 2. in de tweede plaats de bepalingen van artikel 12 dan wel artikel13.
14.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 14.1genoemde gronden mag worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken mogen uitsluitend boven peil worden opgericht;
  • b. ondergrondse bouwwerken, zoals kelders en kruipruimten, zijn niet toegestaan;
  • c. het waterkerend vermogen van de gronden mag niet worden aangetast.
14.3 Aanlegvergunning
  • a. Op en onder de in lid 14.1 genoemde gronden ligt, is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het uitvoeren van grondbewerkingen zoals het afgraven, ontgronden, ontginnen, ophogen of egaliseren van gronden;
    • 2. het graven, aanleggen, verbreden of dempen van waterlopen en/of waterpartijen;
    • 3. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen;
    • 4. oppervlakteverhardingen, zulks indien de oppervlakte van de aan te brengen verharding 10 m² of meer bedraagt;
    • 5. het verlagen of het verhogen van het waterpeil;
    • 6. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verbandhoudende constructies;
    • 7. het aanleggen van drainage;
    • 8. het aanbrengen van diepwortelende of hoogopgaande beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • b. Het bepaalde onder a, is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het inwerking treden van dit plan;
    • 3. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen.
  • c. De onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien is gebleken dat de daar genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot aantasting van het waterkerend vermogen van de gronden.
  • d. De onder a genoemde vergunning wordt niet verleend dan nadat een rapport is overgelegd, waarin naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgelegd dat geen aantasting plaatsvindt van het waterkerend vermogen van de gronden.