direct naar inhoud van 13.2 Regelgeving
Plan: Bestemmingsplan ArenAPoort West Kavel 17
Plannummer: T0901BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.T0901BPGST-OH01

13.2 Regelgeving

Kaderrichtlijn Water en waterplannen
Op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) die sinds 2000 van kracht is moeten lidstaten ervoor zorgen dat uiterlijk in het jaar 2015 een 'goede toestand' van de Europese wateren wordt bereikt. In dat jaar moet het oppervlaktewater en grondwater van de lidstaten voldoen aan de milieudoelstellingen zoals omschreven in artikel 4 van de richtlijn. De lidstaten moeten er voor zorgen dat voor oppervlaktewateren de best mogelijke ecologische en chemische toestand wordt bereikt die redelijkerwijs haalbaar is. Voor grondwater geldt dat een goede chemische toestand moet worden gerealiseerd. Bovendien moet een evenwicht worden bereikt tussen onttrekking en aanvulling van grondwater.

Door middel van de Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water is de KRW omgezet in Nederlandse wetgeving. Deze wet regelt aanpassing van de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet op de waterhuishouding (Wwh). De milieudoelstellingen als bedoeld in artikel 4 van de KRW zullen worden geïmplementeerd door vaststelling van milieukwaliteitseisen in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) of provinciale verordeningen op grond van artikel 5.2b Wm.

De kaderrichtlijn heeft tot doel landbouwoppervlaktewater, overgangswater, kustwateren, en grondwater te beschermen om:

  • van water afhankelijke ecosystemen in stand te houden en te verbeteren;
  • de beschikbaarheid van water veilig te stellen en het duurzaam gebruik te bevorderen;
  • het aquatisch milieu in stand te houden en te verbeteren door het voorkomen van verontreiniging;
  • de gevolgen van overstroming en droogte te beperken.

De kaderrichtlijn moet onderdeel zijn van het gemeentelijk beleid en derhalve ook van het ruimtelijk beleid. In dit verband is van belang het op 25 juni 2009 gesloten Nationaal Bestuursakkoord Water, dat o.a. in verband met de implementatie van de kaderrichtlijn is geactualiseerd. In dit akkoord zijn de inspanningen beschreven om de waterhuishouding tegen de achtergrond van de richtlijn en de nieuwe klimaatscenario's op orde te brengen en te houden.

Nationaal Bestuursakkoord 25 juni 2009 en vertaling naar gemeentelijk beleid
Om aan deze verplichting te voldoen stellen waterbeheerders op alle niveaus plannen voor waterbeheer in de zin van de Wet op de waterhuishouding op en nemen – indien noodzakelijk – maatregelen om de goede chemische en ecologische toestand te bereiken.

Ook het waterschap Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) werkt mee aan dit akkoord. Afgesproken is dat voor 2015 de maatregelen genomen moeten zijn om wateroverlast te bestrijden.

De eerste fase van het akkoord bestaat uit de toetsing van het gebied aan de normen voor wateroverlast. De normen zijn gebaseerd op de voorspellingen van het KNMI voor het jaar 2050. Volgens deze klimaatvoorspelling gaat het in de komende decennia harder en langduriger langer regenen maar er zijn ook meer perioden met droogte te verwachten. De berekeningen voor het beheersgebied Amstel, Gooi en Vecht zijn voor 97% voltooid. Het resterende deel wordt ook nog getoetst maar zal volgens de eerste berekeningen geen echt grote knelpunten opleveren.
Uit de toetsing blijkt dat 99 procent van het beheergebied van AGV voldoet aan de normen voor wateroverlast. De resterende 1% van het gebied, 493 hectare, is voor het grootste deel grasland en voor een klein deel stedelijk gebied. AGV kan ongeveer de helft van de risico's voor wateroverlast opvangen met kleinere maatregelen. Zoals het verbreden van een watergang of het aanleggen van een (kleine) waterberging. De andere helft vraagt om ingrijpende maatregelen waarvoor overleg en toezeggingen nodig zijn van derden, zoals provincies en gemeenten. Voor het stedelijke gebied maakt het waterschapsbestuur plannen samen met de betrokken gemeenten. Tenslotte worden ook afspraken met andere waterbeheerders gemaakt over de verdeling van het water in droogte perioden.

Typerend voor AGV is de integrale benadering van waterthema's. De voorgenomen maatregelen zijn niet alleen een antwoord op eventuele wateroverlast maar stimuleren ook de waterkwaliteit en helpen tegen de verdroging.

Waterbeheer is niet alleen een zaak voor individuele waterschappen. In het verlengde van de regelgeving die in Europees verband is opgesteld en waarop landelijke wetgeving is gebaseerd, stelt AGV de Keur op. Dit is de verordening waarmee zij de waterkwaliteit verbetert, de doorstroming in de sloten beschermt en de dijken sterk houdt.

Keur
De Waterschapswet zegt in artikel 78 dat het waterschap verordeningen mag opstellen voor de "behartiging van aan het waterschap opgedragen taken". Op 9 maart 2006 is de Integrale Keur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht vastgesteld.

De Keur van AGV is gericht op het beschermen van de water aan- en -afvoer, de bescherming tegen wateroverlast en overstroming en op het beschermen van de ecologische toestand van het watersysteem. In de toelichting bij de Keur is aangegeven dat de aanleg van verhard oppervlak in beginsel leidt tot een grotere belasting van het oppervlaktewatersysteem en/of rioleringssysteem, omdat pieken in de regenafvoer minder worden afgevlakt door infiltratie. Bij nieuwbouw in stedelijk gebied, verdichting in bestaand stedelijk gebied of de aanleg van wegen is sprake van verharding van gebieden waar voorheen water in de bodem kon worden geborgen. De toename van de belasting van het oppervlaktewatersysteem moet daarom worden gecompenseerd door de initiatiefnemer. Dat betekent dat het watersysteem na de realisering van de verharding niet zwaarder belast mag worden dan voordien. Op grond van artikel 16, onder a, van de Keur is het verboden om in stedelijk gebied meer dan 1.000 vierkante meter verharding aan te brengen of het verhard oppervlak met 1.000 vierkante meter te laten toenemen. Het Dagelijks Bestuur van het waterschap kan ontheffing verlenen van deze verbodsbepaling.

Legger
De legger is een openbaar register van AGV waarin wordt bepaald aan welke eisen (diepte, hoogte, sterkte enz.) de wateren, dijken en kunstwerken moeten voldoen. Het is een openbaar register van het waterschap en dient als uitwerking van de Keur.

Waterbeheerplan AVG 2006-2009
Het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht zorgt voor schoon water op het juiste peil en voor droge voeten in het beheergebied.

Daarnaast zal de focus liggen op de volgende aspecten:

  • het implementeren van de KRW;
  • het op de rol zetten van acties die nodig zijn om de verwachte klimaatverandering en de daarmee gepaard gaande wateroverlast problemen het hoofd te bieden (gericht op het nakomen van de afspraken uit het Nationaal Bestuursakkoord Water in 2015);
  • een nieuwe benadering van de afvalwaterketen, waarbij het uitgangspunt is: die maatregelen treffen in de afvalwaterketen, die het meest kosteneffectief zijn voor het realiseren van de watersysteemdoelen.

Waterwet
Naar verwachting treedt op 22 december 2009 de Waterwet in werking. De Waterwet vervangt de bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland:

  • Wet op de waterhuishouding
  • Wet op de waterkering 
  • Grondwaterwet 
  • Wet verontreiniging oppervlaktewateren 
  • Wet verontreiniging zeewater 
  • Wet droogmakerijen en indijkingen (Wet van 14 juli 1904) 
  • Wet beheer rijkswaterstaatswerken (het zogenaamde 'natte gedeelte') 
  • Waterstaatswet 1900
  • Ook verhuist de saneringsregeling voor waterbodems van de Wet bodembescherming naar de Waterwet (dit gebeurt via de Invoeringswet).

Naast de Waterwet blijft de Waterschapswet voor de waterschappen bestaan.

Met de Waterwet zijn het Rijk, de waterschappen, de gemeenten en de provincies straks beter in staat om wateroverlast, waterschaarste en waterverontreiniging tegen te gaan. Ook is het gebruik van water in de wet geregeld. Denk hierbij aan water voor scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Afhankelijk van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water(systeem).

De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten.

Nota grondwater Amsterdam 2007-2011
Deze beleidsnota vervangt de nota 'Leven met grondwater' en het beleidsdocument 'Grondwaterzorg Amsterdam 2002-2006'. De nota heeft tot doel vermindering van de grondwateroverlast en onderlast. Het streefbeeld voor langere termijn gaat uit van 80% minder bestaande overlast en geen nieuwe problemen.

Bij nieuwbouwplannen wordt de volgende voorkeursvolgorde gehanteerd om de inrichting en het gebruik van het plangebied af te stemmen op de grondwatersituatie:

  • a. aanleg van open water;
  • b. integraal ophogen van het maaiveld;
  • c. grondverbetering;
  • d. aanpassing in de bouwwijze of het gebruik.