Plan: | Osdorperweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 |
In de Europese Kaderrichtlijn Water (EKRW) wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën wateren met verschillende beleidsdoelstellingen. Dit systeem was echter nog niet af bij de opstelling van het "Watergebiedsplan Osdorper Binnenpolder Hoog3 ". De ecologische toestand is daarom beoordeeld aan de hand van de Nota Ecologische Doelstellingen. Bij de detailuitwerking van de EKRW worden de ecologische doelen opnieuw vastgesteld. De verwachting is dat het Watergebiedsplan en de EKRW goed op elkaar zullen aansluiten. Wel is het mogelijk dat er vanuit de detailuitwerkingen aanvullende knelpunten en maatregelen naar voren gebracht zullen worden, met name voor waterkwaliteit en ecologie.
Uit de Waternet nota Ecologische doelstellingen volgt dat voor de polder het midden ambitieniveau geldt. Dit houdt in dat wordt gestreefd naar een licht verstoorde of vrijwel niet verstoorde toestand. Voor de fysisch-chemische waterkwaliteit gelden specifieke normen voor eutrofe veensloten welke strenger zijn dan MTR.
Het plangebied maakt deel uit van het geldigheidsgebied van de Integrale keur van het hoogheemraadschap Amstelland, Gooi- en Vechtstreek (AGV). Zonder ontheffing op de keur zijn werkzaamheden aan/op waterstaatskundige werken, watergangen en waterkeringen verboden. Tevens worden in de keur verplichtingen ten aanzien van het onttrekken en lozen, afvoeren en aanvoeren van water, meldplicht en meetplicht aangegeven.
Het uitvoeren en handhaven van de keur wordt door Waternet gedaan, thans gevestigd te Amsterdam, Spaklerweg 16. Voor het keurgebied gelden verbods- en gebodsbepalingen tot het onderhoud en gebruik van wateren, oevers en waterkeringen zowel bovengronds als in de grond. In de keur wordt een aantal nota's genoemd waarin de algemene gedragsregels, ontheffingsbepalingen en voorwaarden staan waarmee een keurontheffing verkregen kan worden. Nadere informatie over de keur van AGV + genoemde nota's is te vinden op Internet: www.waternet.nl en www.hhs-agv.nl of via e-mail: communicatie@waternet.nl.
De verplichting om een keurontheffing aan te vragen en te verkrijgen staat beschreven in de handleiding van de Watertoets en Vergunningverlening, deel III, blz 5 en geldt ook voor de (eventuele) WVO-plicht. Naast de (eventuele) gemeentelijke aanlegvergunning is dus ook een keurontheffing vereist.
Het gebruik van uitlogende materialen beïnvloedt de kwaliteit van regen- en oppervlaktewater negatief en dient voorkomen te worden. (gedurende zowel de bouw- en gebruiksfase evenals de inrichting van de openbare ruimte). Emissies naar het oppervlaktewater van PAK (teer- en bitumineuze materialen, verduurzaamd hout), lood, zink en koper (via regenwaterafvoer) moeten worden tegengegaan.
Kelders en parkeergarages moeten in principe waterdicht zijn. Ondergrondse werken mogen een vrije afstroming van grondwater naar het oppervlaktewater niet belemmeren.
Voor een goede doorstroming is het van belang om doodlopende watergangen en sloten smaller dan 3 à 4 meter, te voorkomen.
Uitgangspunt voor nieuwe situaties is dat schoon- en vuilwaterstromen worden gescheiden. Relatief schoon regenwater van gevels en daken wordt waar mogelijk benut (toiletspoeling, daktuinen e.d.) en mag rechtstreeks via regenwaterriool naar het oppervlaktewater/grondwater worden afgevoerd.
Hemelwater afkomstig van wegen met een relatief lage verkeersintensiteit wordt voorgezuiverd met een lokale voorziening (helofitenfilter/bezinkvoorziening/wadi (water afvoersystemen door infiltratie)) alvorens het op het oppervlaktewater te lozen.
Vervuild regenwater, afkomstig van hoofdwegen/drukke parkeerplaatsen e.d. wordt middels het verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.
In het plangebied is geen gescheiden rioolwatersysteem aanwezig.