direct naar inhoud van 6.5 Milieuzonering
Plan: Osdorperweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02

6.5 Milieuzonering

Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkómen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Sommige activiteiten die in een bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, veroorzaken milieubelasting voor de omgeving. Andere activiteiten moeten juist beschermd worden tegen milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen.
In het bestemmingsplan kan de afstand tussen milieugevoelige en milieubelastende activiteiten worden vastgelegd. Het regelen van die afstand wordt ook wel milieuzonering genoemd. Het doel van milieuzonering is om te komen tot een optimale kwaliteit van de leefomgeving. Instrumenten van ruimtelijke ordening en milieu kunnen elkaar daarbij ondersteunen.

Het waar nodig ruimtelijk scheiden van bedrijven en woningen bij nieuwe ontwikkelingen dient twee doelen:

  • 1. het reeds in het ruimtelijk spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar voor woningen (en andere milieugevoelige objecten);
  • 2. het tegelijk daarmee aan de bedrijven voldoende zekerheid bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.

De hoofdvraag van milieuzonering is hoe bedrijven en woningen ten opzichte van elkaar worden gesitueerd. Daarbij komen de volgende deelvragen aan de orde:

  • 1. welke afstand is aanvaardbaar tussen nieuwe bedrijven en bestaande woningen;
  • 2. welke afstand is aanvaardbaar tussen nieuwe woningen en bestaande bedrijven;
  • 3. welke bedrijven zijn aanvaardbaar in een gemengd gebied;
  • 4. mag een concreet bedrijf zich op een bepaalde locatie vestigen.


Het voorliggende bestemmingsplan bevat een milieuzonering. Daarbij is gebruik gemaakt van de VNG-uitgave "Bedrijven en Milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk van 2007" (VNG-publicatie).

6.5.1 VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering

De VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk (VNG-publicatie) is een hulpmiddel voor milieuzonering in de ruimtelijke planvorming (2007). Om een milieuzonering in een concrete situatie te kunnen uitwerken bevat de VNG-publicatie bouwstenen. De drie belangrijkste bouwstenen zijn:

  • 1. de richtafstandenlijst;
  • 2. twee omgevingstypen;
  • 3. een lijst van toelaatbare activiteiten in gemengd gebied met het oog op functiemenging.


De belangrijkste bouwstenen voor milieuzonering zijn de twee richtafstandenlijsten die zijn opgenomen in bijlage 1 van de VNG-publicatie. Dit zijn afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk (of een vergelijkbaar omgevingstype, zoals een rustig buitengebied). In de bijlagen wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de ruimtelijke relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie.
Om tot een optimale invulling van de ruimte te komen worden diverse omgevingstypen onderscheiden. Het achterliggende idee is dat de gevoeligheid van een gebied mede afhankelijk is van het omgevingstype. De gevoeligheid van een gebied kan daarom aanleiding zijn om af te wijken van de standaardafstanden in de bedrijvenlijst die uitgaan van de ligging in een rustige woonwijk. Afhankelijk van het type gebied kan een correctie worden toegepast op de afstanden die zijn genoemd in de standaardlijst en wel per hinderaspect (geluid, stof, stank e.d.) dat in de lijst is genoemd.

Gemengd gebied / gebied met functiemenging

Gemengde gebieden zijn gebieden met matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals kleine bedrijven. Gebieden die direct langs hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied.

De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-publicatie zijn afgestemd op een rustige woonwijk. Deze richtafstanden kunnen zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandstap worden verlaagd indien sprake is van omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend. Verdere reducties zijn niet te verantwoorden, omdat in algemene zin niet aannemelijk kan worden gemaakt dat het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast en het functioneren van bedrijven niet in gevaar wordt gebracht.

De richtafstanden ten opzichte van de omgevingtypen 'rustige woonwijk', 'rustig buitengebied' en 'gemengd gebied' gaan uit van het principe van functiescheiding. Binnen gemengde gebieden (gebieden met functiemenging) heeft men echter veelal te maken met milieubelastende en milieugevoelige functies die op korte afstand van elkaar zijn gesitueerd. In dergelijke gebieden is de vraag welke bedrijven en andere milieubelastende functies nog aanvaardbaar zijn; wat is vanuit leefbaarheid gezien mogelijk aan functiemenging? De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-publicatie zijn dan niet goed toepasbaar. Daarom is in de VNG-publicatie een lijst met functies opgenomen die passen in een gemengd gebied.
In bijlage 4 van de VNG-publicatie is een Staat van Bedrijfsactiviteiten voor gebieden met functiemenging opgenomen, die specifiek is gericht op de toelaatbaarheid van milieubelastende activiteiten binnen gebieden met functiemenging. Deze Staat van Bedrijfsactiviteiten bevat geen richtafstanden, maar categorieën A, B en C, die aangeven onder welke omstandigheden activiteiten inpasbaar zijn.

De toelaatbaarheid van milieubelastende functies in gebieden met functiemenging wordt beoordeeld aan de hand van de volgende drie ruimtelijk relevante milieucategorieën:

  • 1. categorie A: toelaatbaar inpandig aan woningen;
  • 2. categorie B: toelaatbaar indien bouwkundig afgescheiden van woningen;
  • 3. categorie C: toelaatbaar indien gesitueerd langs een hoofdweg.

Categorie A

Het betreft activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan een woning - in gebieden met functiemenging - kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend.

Categorie B

Het betreft activiteiten die in gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies moeten plaatsvinden

Categorie C

Het betreft activiteiten uit categorie B, waarbij vanwege relatief grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is aangewezen.

6.5.2 Milieuzonering Osdorperweg e.o.

Het plangebied van de Osdorperweg e.o. is aangemerkt als een gemengd gebied waar de woonfunctie van oudsher is gemengd met (kleinschalige) bedrijvigheid en agrarische activiteiten. Om in de bestaande woningen een voldoende woon- en leefklimaat te kunnen garanderen zijn wonen en (relatief grootschalige) bedrijvigheid van elkaar gescheiden (zonering). Daarom hebben de relatief grootschalige bedrijven een bedrijfsbestemming gekregen (B) en is de kleinschalige bedrijvigheid te midden van een overwegende woonomgeving opgenomen in de woonbestemming met een aanduiding (b) voor kleinschalige bedrijvigheid bij de woning.

Op die wijze is onderscheid gemaakt tussen "bedrijven" (met de bestemming Bedrijf) en "kleinschalige bedrijvigheid bij de woning" (met een woonbestemming). Voor dat onderscheid is aangesloten bij het geldende bestemmingsplan. De percelen met een geldende bestemming "Bedrijven (B)" hebben opnieuw de bestemming "Bedrijf (B)" gekregen. De percelen met de bestemming Wonen en Bedrijven (WB)" hebben conform de landelijke standaard voor bestemmingsplannen, de bestemming "Wonen (W)" gekregen met een functie aanduiding "bedrijf (b)".

Het verschil tussen deze regelingen zit in de zwaarte van de toegelaten bedrijven. Binnen de bedrijfsbestemming (B) zijn bedrijven toelaatbaar in de categorieën A en B. Alleen bestaande categorie C-bedrijven zijn toelaatbaar en krijgen een maatbestemming.

Binnen de woonbestemming met een functieaanduiding voor bedrijf zijn alleen categorie A-bedrijven toelaatbaar. De bestaande categorie B bedrijven krijgen een maatbestemming. Categorie C-bedrijven zijn hier niet toelaatbaar. In dat geval is een bedrijfsbestemming aangewezen.

Sommige bedrijvigheid zoals de maneges hebben een specifieke Sport-bestemming gekregen. Vervolgens is nagegaan hoe ze in het geldende bestemmingsplan waren bestemd (meestal Bedrijf of Wonen en Bedrijf) en of de bestaande bedrijfsomvang nog een bedrijfsbestemming rechtvaardigt.

De bedrijfsbestemming

Binnen de bedrijfsbestemming zijn alleen bedrijfstypen toelaatbaar die voorkomen op een bij het bestemmingsplan behorende lijst met bedrijvigheid, de zogenaamde Staat van Bedrijfsactiviteiten. Deze Staat van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de VNG Staat van Bedrijfsactiviteiten voor gebieden met functiemenging. Zo zijn bedrijven in de categorieën A en B zonder meer toelaatbaar binnen de bedrijfsbestemming (zoals bijvoorbeeld autohandel- en reparatie/servicebedrijven). In zijn algemeenheid is de milieubelasting van deze bedrijven zo gering dat ze ook te midden van woningen (in een gemengde omgeving) aanvaardbaar zijn.

Maar voor autosloperijen gaat dat niet op. Deze zijn vanwege lawaai en verkeer niet zonder meer aanvaardbaar in de nabijheid van woningen. In het plangebied zijn echter van oudsher een aantal autosloperijen gevestigd zoals bijvoorbeeld Autosloperij Rooie Ben. Deze bedrijven hebben een maatbestemming gekregen. Op de verbeelding hebben ze de functieaanduiding (sb - asl) gekregen voor autosloperij.

Dat betekent dat de bestaande autosloperij kan worden voortgezet en dat op die locatie ook een nieuwe autosloperij mag komen. Maar op deze locatie mag de autosloperij niet worden vervangen door bijvoorbeeld een groothandel in bouwmaterialen. Vanwege hun verkeersaantrekkende werking zijn dergelijke groothandelsbedrijven namelijk aangemerkt als categorie C-bedrijven. De Osdorperweg is niet geschikt om het daarbij behorende verkeer op een goede wijze te kunnen verwerken. Groothandelsbedrijven zijn daarom voor hun vestigingsmogelijkheden aangewezen op een bedrijventerrein en niet op een locatie langs de Osdorperweg.

Binnen de bestemming Bedrijf zijn ook aannemers met een kleine werkplaats zonder meer toelaatbaar (minder dan 1.000 m² bruto vloeroppervlak). Vanwege lawaai en stof zijn grotere aannemers/bouwbedrijven niet zo maar toegestaan in een gemengde omgeving met woningen. De nieuwvestiging van dergelijke grote bouwondernemingen is om die reden uitgesloten. Maar dat geldt niet voor de bestaande grote bouwbedrijven zoals bijvoorbeeld Rutte (Osdorperweg 580-592). Deze kunnen aanspraak maken op geldende rechten en zijn daarom op maat bestemd. Dat betekent dat zij op de verbeelding een aanduiding hebben gekregen (in het geval van Rutte( sb - tah)). Ter plaatse mag het bestaande grootschalige aannemingsbedrijf worden voortgezet en mag ook een nieuw grootschalig bouwbedrijf komen. Elders in het plangebied is een dergelijk grootschalig bouwbedrijf echter niet toelaatbaar.

Binnen de bedrijfsbestemming zijn alle bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking uitgesloten (Categorie C-bedrijven zoals bijvoorbeeld een transportbedrijf of groothandels in bouwmaterialen en tuinartikelen met een brutovloeroppervlakte van meer dan 2.000 m²). De Osdorperweg is niet geschikt om deze verkeersstromen te kunnen verwerken. Dergelijke bedrijven zijn aangewezen op een locatie op een bedrijventerrein waar de ontsluiting wel goed is geregeld. Voor de bestaande categorie C-bedrijven is een uitzondering gemaakt. Deze kunnen worden voortgezet en mogen in de toekomst door een zelfde type bedrijf worden vervangen (of door een lichter bedrijf). Daartoe hebben deze bestaande verkeersaantrekkende bedrijven zoals Ton de Jeu aan de Osdorperweg 452 (en andere groothandelsbedrijven) een maatbestemming gekregen (gh).

Verder is ook een maatbestemming opgenomen voor een aantal bestaande nutsvoorzieningen (B(nv)). Deze bedrijvigheid is zo specifiek en de bebouwing zo beperkt dat het gerechtvaardigd is om hier andere bedrijvigheid uit te sluiten.

Ook voor een tankstation in de woonomgeving gelden vanuit milieuoogpunt zulke specifieke eisen dat deze vorm van bedrijvigheid niet zonder meer overal binnen de bedrijfsbestemming kan worden toegestaan. In beginsel zijn tankstations binnen deze bestemming dan ook niet toelaatbaar (ze komen niet voor in de Staat van Bedrijfsactiviteiten). Voor het bestaande tankstation aan de Osdorperweg 547 is een uitzondering gemaakt en een maatbestemming opgenomen. Ter plaatse van de aanduiding B(vm) is behalve de overige bedrijvigheid ook een verkooppunt motorbrandstoffen toelaatbaar. Het bestaande tankstation kan hier worden voortgezet en vervangen door een nieuw tankstation. De milieuaspecten rond het tankstation worden verder afgewogen via het milieuspoor.

Voor een autosloperij > 1000 m² geldt een richtafstand van 100 meter vanwege het geluid en een potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking (goederenvervoer).
Voor een autosloperij = 1000 m² geldt een richtafstand van 50 meter vanwege het geluid en ook hier een potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking (goederenvervoer).

Voor een aannemersbedrijf met een werkplaats met een bedrijfsoppervlakte > 1000 m² geldt een richtafstand van 50 meter met een potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking.
Voor een aannemersbedrijf met een werkplaats en een bedrijfsoppervlakte = 1000 m² geldt een richtafstand van 30 meter en een potentieel geringe verkeersaantrekkende werking.

Voor een bouwbedrijf met een bedrijfsoppervlakte > 2000 m² geldt richtafstand van 100 meter. Voor een bouwbedrijf = 2000 m² geldt een richtafstand van 50 meter.
Beide met potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking (goederenvervoer). In bijlage 2 van de toelichting is een lijst opgenomen met de bedrijven die volgens de inschrijving bij de de Kamer van Koophandel in het plangebied zijn geregistreerd.