Plan: | Osdorperweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02 |
Bestemmingsplan Osdorperweg en omgeving
Het plangebied is gelegen in het landelijke gebied van Amsterdam. De parkeernormen voor het stedelijke gebied zijn hier niet van toepassing. Daarom is gebruik gemaakt van de landelijke parkeerkengetallen van het CROW (kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur). Daartoe is in het plan voorgeschreven dat parkeren op eigen terrein moet worden opgelost en zullen nieuwe stadslandbouwfuncties worden beoordeeld volgens de CROW-cijfers. Zo zal per 100 m2 bvo museum/bibliotheek (milieueducatiecentrum) minimaal 1,0 en maximaal 1,2 parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd (zie ook hoofdstuk 11.3 van deze toelichting).
Parkeernota Amsterdam
In de nota Parkeren is Manoeuvreren (Parkeernota Amsterdam, april 2001) is het gemeentelijk parkeerbeleid verwoord. Het parkeerbeleid bepaalt in belangrijke mate de bereikbaarheid van een stedelijk gebied en is daarmee van belang voor de economische en sociaal-culturele vitaliteit. Het gemeentelijk beleid richt zich primair op het tegengaan van niet-noodzakelijk autogebruik. Gestreefd wordt naar het concentreren van arbeids- en bezoekersintensieve functies op goed per openbaar vervoer en fiets bereikbare locaties. Ter wille van de bereikbaarheid per auto blijft het stellen van een maximum aantal parkeerplaatsen onvermijdelijk.
Tot de vaststelling van het nieuwe Locatiebeleid blijven de normen van het oude beleid van kracht, conform het vorige Structuurplan en het Regionaal Verkeer-en-Vervoerplan (RVVP). Dit is vastgelegd in het document Parkeernormering Amsterdam.
Nota Locatiebeleid Amsterdam
Het huidige locatiebeleid is in april 2008 vervangen door het beleid neergelegd in de Nota Locatiebeleid Amsterdam. Deze nota bevat een aanvullend toetsingskader op grond van het Structuurplan.
Aan de Nota Locatiebeleid Amsterdam ligt ten grondslag dat de gemeente Amsterdam de ambitie heeft geformuleerd om van Amsterdam een Topstad te maken. Bedrijven - groot of klein, internationaal, nationaal, regionaal - moeten in Amsterdam een attractieve plek kunnen vinden om het bedrijf goed te kunnen laten functioneren. Een belangrijk aspect daarbij is een uitstekende bereikbaarheid van deze plekken.
Er is voor gekozen om de huidige parkeernormen voor kantoren en bedrijven te blijven hanteren. Dit houdt in een parkeernorm voor kantoren en bedrijven van 1:250 m² bvo op A-locaties en 1:125 m² bvo op B-locaties. A-locaties bevinden zich rondom de belangrijkste NS-stations (CS, Sloterdijk, Zuid en Bijlmer) en B-locaties zitten in de directe omgeving van ringlijn/metrolijnstations en overige NS-stations of liggen binnen het tram/busnetwerk.
Daarnaast echter wordt de mogelijkheid gegeven om in bepaalde gevallen van deze vaste normen te kunnen afwijken. Flexibele toepassing van parkeernormen kan alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit/capaciteit van het wegennet dit toelaten. Dit zijn harde randvoorwaarden.
Voor overige niet-woonfuncties (bijvoorbeeld leisure, hotels, congresruimten en winkels) worden de zogenaamde CROW-parkeercijfers gehanteerd (dit zijn op de praktijk gebaseerde kencijfers, die zijn ontwikkeld als hulpmiddel bij het berekenen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening).
Voor de woonfunctie zijn geen normen of richtlijnen opgenomen. Stadsdelen of de centrale stad in geval van grootstedelijke gebieden, kunnen zelf deze normen voor wonen opnemen in hun parkeerbeleid of vastleggen in grondexploitatie of erfpachtcontract. Deze normen worden niet centraal geregeld, aangezien de parkeernorm in hoge mate afhankelijk is van de locatie en het type woning.