direct naar inhoud van 3.2 Rijksbeleid
Plan: Osdorperweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Nota Ruimte

Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat. Het ruimtelijk beleid zal worden gericht op vier algemene doelen:

  • 1. de versterking van de internationale concurrentiepositie;
  • 2. het bevorderen van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • 3. het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • 4. het borgen van veiligheid.


Bestemmingsplannen zullen aan dit beleid zoveel mogelijk een bijdrage moeten leveren.

In het rijksbeleid geldt het gebied tussen Amsterdam en Haarlem al jaren als rijksbufferzone, waar verdere verstedelijking moet worden tegengegaan en grootschalige bebouwing moet worden geweerd. In de Nota Ruimte is de status (en het beleid) voor de rijksbufferzones gehandhaafd en aangevuld met het beleid tot transformatie van deze zones naar relatief grootschalige groene gebieden met diverse mogelijkheden voor ontspanning en dagrecreatie. De provincies moeten voor de rijksbufferzones planologische regimes vaststellen, gericht op het vrijwaren van deze gebieden van verdere verstedelijking.

3.2.2 Nota Mobiliteit

De Nota Mobiliteit geeft de volgende beleidsdoelen aan:

  • 1. het verbeteren van de internationale bereikbaarheid;
  • 2. het verbeteren van de interne en onderlinge bereikbaarheid van de nationale stedelijke netwerken en economische ontwikkeling;
  • 3. een goed functionerend systeem voor het vervoer van personen en goederen als essentiële voorwaarde voor economische ontwikkeling;
  • 4. het inzetten op proces- en technologie-innovatie ter realisering van de beleidsdoelen.


De uitgangspunten bij het realiseren van deze beleidsdoelen zijn betrouwbare reistijden, vlotte en veilige verkeersafwikkeling binnen de (inter)nationale wettelijke en beleidsmatige kaders van milieu en leefomgeving. De nota Mobiliteit bevat tevens beleid met betrekking tot verkeer, vervoer en verkeersveiligheid voor decentrale overheden.

3.2.3 Vierde Nota Waterhuishouding

Het beleid in deze nota heeft tot doel duurzame en veilige watersystemen in stand te houden of tot stand te brengen. Dit beleid vormt ook de basis voor de watertoets, die het Besluit ruimtelijke ordening voor ruimtelijke plannen voorschrijft.

De hoofddoelstelling van de vierde nota waterhuishouding is het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd.

De nota pleit voor meer samenhang tussen het beleid voor water, ruimtelijke ordening en milieu, gericht op de verschillende belangen zoals veiligheid, landbouw, natuur, drinkwatervoorziening, transport, recreatie en visserij. Een groeiende economie, een groeiende bevolking, de wens te bouwen in en aan het water, de aanleg van nieuwe infrastructuur, de diffuse verontreiniging en vervuilde waterbodems, de voortschrijdende bodemdaling en de verandering van het klimaat maken het noodzakelijk dat daarop vanuit de waterhuishouding tijdig wordt geanticipeerd.

Dit kan volgens de nota gebeuren door naast andere (economische en sociaal-maatschappelijke) ook ecologische en hydrologische ordeningsprincipes te laten dienen als grondslag voor ruimtelijke keuzes. Het beleid, verwoord in de nota, vormt hiermee de basis voor de watertoets zoals voorgeschreven door het Besluit ruimtelijke ordening (zie hoofdstuk 8).

De vierde nota zal naar verwachting in december 2009 worden vervangen door het Nationaal Waterplan. Het Nationaal Waterplan zal het beleid uit de Vierde Nota versterkt voortzetten. Het beleidsdoel is het realiseren of in stand houden van een duurzame en klimaatbestendige watersystemen. Bij de besluitvoerming over ruimtelijke ontwikkelingen zullen de wateraspecten een zwaarder belang in de afweging moeten krijgen dan onder het beleid van de Vierde Nota het geval is. Dit is noodzakelijjk om op de korte en lange termijn te kunnen blijven beschikken over duurzame en klimaatbestendige watersystemen. Het ontwerp voor het Nationaal Waterplan is in te zien en te downloaden op de site van het inspraakpunt www.inspraakpunt.nl.

3.2.4 Anders omgaan met water, Waterbeleid in de 21ste eeuw

Dit kabinetsstandpunt uit december 2000 geeft de overkoepelende visie van het Rijk weer op de aanpak van veiligheid en wateroverlast. In dit beleidsstuk wordt de watertoets geïntroduceerd om te voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt, door bijvoorbeeld landinrichting, de aanleg van infrastructuur of woningbouw.

3.2.5 Nationaal Bestuursakkoord Water

In 2003 sloten het Rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen het Bestuursakkoord water. Het akkoord heeft tot doel om in de periode tot 2015 de gevolgen van zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat aan te pakken. Het akkoord is op 25 juni 2008 geactualiseerd. In het geactualiseerde akkoord zijn de inspanningen beschreven om de waterhuishouding tegen de achtergrond van de Kaderrichtlijn Water en de nieuwe Klimaatscenario's op orde te brengen en te houden.