direct naar inhoud van 10.2 Regelgeving
Plan: Osdorperweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02

10.2 Regelgeving

Monumentenwet 1988

De Monumentenwet 1988 biedt bescherming aan monumenten en stads- en dorpsgezichten. Per 1 september 2007 is de wijziging van de Monumentenwet 1988 ten behoeve van de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Daarin is bepaald dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening houdt met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Dat betekent dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan niet alleen rekening moet worden gehouden met bekende monumenten, maar ook met de omstandigheid dat in bepaalde terreinen nog archeologische resten in de bodem kunnen worden aangetroffen.

In het belang van de archeologische monumentenzorg kan in een bestemmingsplan een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening verplicht worden gesteld.
Verder kan bij bestemmingsplan worden bepaald dat de aanvrager van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 44 lid 1 van de Woningwet een rapport/archeologisch onderzoek dient te overleggen als bedoeld in artikel 39 lid 2 van de Monumentenwet 1988. Tevens kunnen bij bestemmingsplan aan een reguliere bouwvergunning voorschriften worden verbonden als bedoeld in artikel 39 lid 3 van de Monumentenwet 1988 (maatregelen van technische aard, doen van opgravingen, inhuren deskundige).

Ook aan een aanlegvergunning en ontheffing kunnen regels worden verbonden in het belang van de archeologische monumentenzorg.

In paragraaf 3.3. is aangegeven dat de provincie Noord-Holland de Cultuurnota 2005-2008 heeft vastgesteld en dat gebieden, die naar verwachting archeologisch waardevol zijn, zijn aangewezen als provinciale archeologische attentiegebieden op de Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Noord-Holland (CHW).

In het kader van het bestemmingsplan zal onderzoek moeten plaatsvinden of archeologische en cultuurhistorische waarden aanwezig zijn. Het archeologisch en cultuurhistorisch erfgoed zal ook via de bestemmingsregeling beschermd moeten worden.