Plan: | Buikslotermeer II |
---|---|
Plannummer: | N1204BPSTD |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N1204BPSTD-OH01 |
In artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening staat dat bestemmingsplannen moeten voldoen aan het 'vereiste van een goede ruimtelijke ordening'. Voorgaande vereiste geldt ook in verkeerskundig opzicht. Daarmee is dus op een indirecte manier de plicht tot het uitvoeren van een verkeersonderzoek opgenomen in de wetgeving.
In het kader van de ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied zoals het CAN-gebied, de ontsluiting van Elzenhagen en de verlegging van de IJdoornlaan zijn verkeersonderzoeken uitgevoerd die echter geen consequenties hebben voor het plangebied Buikslotermeer. In deze paragraaf wordt beschreven of een verkeersonderzoek voor het plangebied noodzakelijk is.
Parkeernota Amsterdam
Het parkeerbeleid van de gemeente Amsterdam is verwoord in de nota 'Parkeren is Manoeuvreren' (Parkeernota Amsterdam, april 2001). Het parkeerbeleid bepaalt in belangrijke mate de bereikbaarheid van een stedelijk gebied en is daarmee mede bepalend voor de economische en sociaal-culturele vitaliteit. Het gemeentelijk beleid richt zich primair op het tegengaan van niet-noodzakelijk autogebruik. Gestreefd wordt naar het concentreren van arbeids- en bezoekersintensieve functies op goed per openbaar vervoer en fiets bereikbare locaties. Ter wille van een goede bereikbaarheid per auto blijft het stellen van een maximum aantal parkeerplaatsen in geval van ontwikkelingen onvermijdelijk.
Nota Locatiebeleid Amsterdam
In de Nota Locatiebeleid Amsterdam (2008) zijn nieuwe parkeernormen opgenomen. Er is er voor gekozen om de huidige parkeernormen voor kantoren en bedrijven te blijven hanteren. Dit houdt in een parkeernorm voor kantoren en bedrijven van 1:250 m2 bvo op A-locaties en 1:125 m2 bvo op B-locaties. A-locaties bevinden zich rondom de belangrijkste NS-stations (CS, Sloterdijk, Zuid en Bijlmer) en B-locaties zitten in de directe omgeving van ringlijn/metrolijnstations en overige NS-stations of liggen binnen het tram/busnetwerk.
Daarnaast wordt de mogelijkheid gegeven om in bepaalde gevallen van deze vaste normen af te wijken. Flexibele toepassing van parkeernormen kan alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit/capaciteit van het wegennet dit toelaten. Dit zijn harde randvoorwaarden. Voor overige niet-woonfuncties (bijvoorbeeld leisure, hotels, congresruimten en winkels) zijn als richtlijn aangepaste CROW-parkeercijfers opgenomen (dit zijn op de praktijk gebaseerde kerncijfers, die zijn ontwikkelt als hulpmiddel bij het berekenen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening).
Voor de woonfunctie zijn geen normen of richtlijnen opgenomen. Stadsdelen of de centrale stad in geval van grootstedelijke gebieden, kunnen zelf deze normen voor wonen opnemen in hun parkeerbeleid of vastleggen in grondexploitatie of erfpachtcontract. Deze normen worden niet centraal geregeld, aangezien de parkeernorm in hoge mate afhankelijk is van de locatie en het type woning.
Het volgende is geconstateerd in of nabij het plangebied van het Buikslotermeer II:
Gezien het bovenstaande bestaat er geen aanleiding en/of noodzaak om onderzoek te doen naar verkeer en parkeren. In het kader van verkeer en parkeren zijn geen belemmeringen te constateren voor het bestemmingsplan Buikslotermeer II.