a. In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het verboden om gronden te laten gebruiken in strijd met de bestemming.
b. In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het in ieder geval verboden om gronden te gebruiken of laten gebruiken voor:
1. telefoneerinrichting of belhuis, automatenhal, prostitutiebedrijf, seksinrichting, geldwisselkantoor, smartshop;
2. inrichtingen als aangewezen in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht.
c. Ten aanzien van parkeren gelden de volgende normen:
1. voor bedrijven en kantoren: 1 parkeerplaats per 125 m2 bruto vloeroppervlak;
2. voor overige functies: de minimum en maximum normen die zoals aangegeven in de van deze regels deel uitmakende "Amsterdamse lijst parkeercijfers", onderdeel "Overig gebied binnen de ring A10".
3. Indien een functie niet voorkomt in de "Amsterdamse lijst parkeerkencijfers", gelden de parkeernormen van een functie op die lijst die naar aard van die functie een vergelijkbare parkeerbehoefte heeft.
4. Indien een functie niet voorkomt in de "Amsterdamse lijst parkeerkencijfers" en in redelijkheid ook niet kan gelijk gesteld worden met één van de daarin voorkomende functies, geldt een minimale en maximale parkeernorm van 1 parkeerplaats per 100 m2 bruto vloeroppervlak.
d. Parkeren dient op eigen terrein opgelost te worden.
e. Ten aanzien van kantoren gelden de volgende bepalingen:
1. het maximum gezamenlijk bruto vloeroppervlak in het totale plangebied: 30.000 m2;
2. maximaal 500 m2 per vestiging;
3. maximaal 30% van het totaal bruto vloeroppervlak van het programma per perceel.
f. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op gemengde functies van kantoren en bedrijven waarbij het kantooroppervlakte meer dan 50% bedraagt, met dien verstande dat de bedrijfsruimte van deze functies niet wordt betrokken bij het bepalen van de hierboven genoemde metrages.
g. Het kantoorvloeroppervlak van een bedrijf mag niet groter zijn dan 500 m2.
h. Ten aanzien van de functies horeca I, III, IV en V, markt, dienstverlening, ontspanning en vermaak geldt een gezamenlijk maximum bruto vloeroppervlak van 36.000 m2.
i. Ten aanzien van de functies horeca I, III, IV en V geldt een gezamenlijk maximum brutovloeroppervlak van 25.000 m2.
j. Ten aanzien van de functies horeca I en III geldt een maximum brutovloeroppervlak van 500 m2 per vestiging.
k. In afwijking van het vorige lid geldt voor de daar genoemde functies op de kavels ten zuiden en zuidoosten van de Gedempt Hamerkanaal een maximum brutovloeroppervlak van 1250 m2 per vestiging.
l. Voor ontspanning en vermaak geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 1000 m2 per vestiging, met uitzondering van de kavels ten zuidwesten van het Gedempte Hamerkanaal.