direct naar inhoud van Artikel 37 Algemene aanduidingsregels
Plan: Landelijk Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0910BPSTD-VG01

Artikel 37 Algemene aanduidingsregels

37.1 Wro-zone-wijzigingsgebied 1

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt dat het Dagelijks Bestuur ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 1' de bestemming Wonen kunnen wijzigen in de bestemming Maatschappelijk met inachtneming van het volgende:

  • a. de functie mag uitsluitend binnen het bouwvlak plaatsvinden;
  • b. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
  • c. indien de bestemming Wonen wordt gewijzigd in de bestemming Maatschappelijk dient de bestemming van het gehele bouwvlak gewijzigd te worden in de bestemming Maatschappelijk;
  • d. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden, binnen het bestemmingsvlak dan wel dient op andere wijze te worden zeker gesteld dat in de parkeerbehoefte kan worden voorzien.
37.2 Wro-zone-wijzigingsgebied 2

Het Dagelijks Bestuur is ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 2' bevoegd de bestemming Agrarisch met waarden - Veenweidegebied te wijzigen ten behoeve van de vervolgfunctie wonen, met inachtneming van het volgende:

  • a. de bestaande agrarische bebouwing dient geheel gesloopt te worden;
  • b. het aantal nieuw te bouwen woningen bedraagt ten hoogste 4;
  • c. de bestemming van het gehele bouwvlak dient gewijzigd te worden in de bestemmingen Wonen, Wonen met de specifieke bouwaanduiding - 3, Tuin en/of Agrarisch met waarden - Veenweidegebied zonder bouwvlak;
  • d. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;

mits aangetoond kan worden dat het (bouw)plan waartoe deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast:

  • e. niet lijdt tot een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde op de in het (bouw)plan zelf voorziene bebouwing en de omliggende (geluidsgevoelige) bebouwing als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel er een ontheffing kan worden verleend van de voornoemde voorkeursgrenswaarde;
  • f. niet in betekende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • g. in voldoende mate bijdraagt aan watercompensatie;
  • h. door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
  • i. voldaan moet worden aan het bepaalde in de Wet bodembescherming;
  • j. nadere toetsing plaatsvindt in het kader van externe veiligheid;
  • k. het Dagelijks Bestuur wint, alvorens gebruik te maken van deze wijzigingsbevoegdheid, advies in bij de waterbeheerder.