direct naar inhoud van Artikel 7 Cultuur en Ontspanning
Plan: Landelijk Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0910BPSTD-VG01

Artikel 7 Cultuur en Ontspanning

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatste van de aanduiding 'kinderboerderij': een kinderboerderij;
  • b. ter plaatste van de aanduiding 'speeltuin': een speeltuin;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1': tentoonstellingruimtes, vergaderruimtes, horeca IV, en/of een oefenlocatie waar tevens zaalverhuur is toegestaan;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water, (ontsluitings)wegen en (aanlandingsplekken van) bruggen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen, uitgezonderd bedrijfswoningen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met dien verstande dat:

  • c. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan.

7.2.2 Bouwregels ten behoeve van bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen geldt naast de aanduidingen op de verbeelding tevens het volgende:

  • a. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan in bijlage 1 behorende bij de regels is aangegeven;
  • b. de goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.

7.2.3 Bouwregels ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het volgende:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag binnen het bouwvlak en voor de voorgevel ten hoogste 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag achter de voorgevel en buiten het bouwvlak ten hoogste 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.