direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch met waarden - Veenweidegebied
Plan: Landelijk Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0910BPSTD-VG01

Artikel 5 Agrarisch met waarden - Veenweidegebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Veenweidegebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van een agrarisch (deeltijd)bedrijf, zoals genoemd in artikel 1 lid 7 sub b en k;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens jeugd- en kinderopvang met bijbehorende voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'pad': tevens wandel- en fietspaden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2': uitsluitend een mestbak met bijbehorende overkapping;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en (aanlandingsplekken van) bruggen;

alsmede voor:

  • f. de in tabel 5.1 genoemde nevenfuncties, met dien verstande dat binnen het bouwvlak in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van horecacategorie 4': horeca IV;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 5': zaalverhuur;
  • i. behoud, versterking en ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;

met dien verstande dat:

  • j. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  • k. de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken (bestaand en nieuw) in gebruik voor nevenfuncties binnen het bouwvlak ten hoogste 500 m² bedraagt.

Tabel 5.1 Toegestane nevenfuncties

nevenfunctie   binnen bouwvlak   buiten bouwvlak  
horeca IV   *   -  
verkoop agrarische producten
kaasmakerijen e.d.  
*   -  
wandel- of fietspaden over het boerenland   *   *  
paardenbak (zonder overkapping)   *   -  
verhuur van kano's, fietsen en soortgelijke vervoermiddelen voor extensieve recreatie   *   -  
overnachtingsmogelijkheden, zoals boerenkamers, bed & breakfast   *   -  
kleinschalig kamperen (max. 450 m2 aan gronden binnen bouwvlak, max. 4 binnen plangebied)   *   -  
maatschappelijke nevenfuncties   *   -  
galerie of museum   *   -  
extensieve sport- en spelvormen op het boerenland (zoals boerengolf)   *   *  

* Wel toegestaan.

- Niet toegestaan.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met dien verstande dat:

  • c. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen en met uitzondering van het bepaalde in lid 5.1 onder d, uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan.

5.2.2 Bouwregels ten behoeve van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen geldt naast de aanduidingen op de verbeelding tevens het volgende:

  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • b. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • c. het oppervlak van de bedrijfswoning mag, inclusief aan- en uitbouwen en overkappingen, ten hoogste 100 m² bedragen;
  • d. het oppervlak van bijgebouwen mag ten hoogste 30 m² bedragen;
  • e. de goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning mogen ten hoogste respectievelijk 3,5 m en 9 m bedragen;
  • f. de goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning mogen ten hoogste respectievelijk 3 m en 5 m bedragen;
  • g. daar waar geen goot- en bouwhoogtes op de verbeelding zijn aangegeven geldt dat de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen en overkappingen ten hoogste respectievelijk 4 m en 10 m mogen bedragen;
  • h. de dakhelling van de bedrijfswoning dient ten minste 45° en ten hoogste 60° te bedragen;
  • i. de dakhelling van bedrijfsgebouwen dient ten minste 15° te bedragen.

5.2.3 Bouwregels ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde geldt naast de aanduidingen op de verbeelding tevens het volgende:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag binnen het bouwvlak voor de voorgevel ten hoogste 1 m bedragen en achter de voorgevel ten hoogste 2 m bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag buiten het bouwvlak ten hoogste 1 m bedragen;
  • c. de hoogte van voedersilo's mag ten hoogste 9 m bedragen;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mag ten hoogste 6 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Ten behoeve van extra woonruimte

Het Dagelijks Bestuur kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de voor de bedrijfswoning geldende maximale oppervlaktemaat, teneinde het mogelijk te maken de oppervlakte van de woning te vergroten ten behoeve van de huisvesting van een rustende boer of in het kader van mantelzorg met inachtneming van het volgende:

  • a. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruik gemaakt indien sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf en de extra woonruimte noodzakelijk is voor de huisvesting van een rustende boer of ten behoeve van mantelzorg;
  • b. uitbreiding van de woning dient plaats te vinden aansluitend aan de bestaande woning in de vorm van een aanbouw;
  • c. de oppervlakte van de aanbouw bedraagt ten hoogste 40 m²;
  • d. het aantal bouwlagen van de aanbouw bedraagt ten hoogste 1.
5.4 Specifieke gebruiksregels

Het is niet toegestaan gronden en of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor de teelt van ruwvoeder voor meer dan 10% van de gronden behorende bij een in het plangebied gelegen bedrijf waarbij de gronden in gebruik zijn en de teelt bedoeld is voor de eigen bedrijfsvoering. Dit betreft zowel gronden die in eigendom zijn als gronden die langdurig via huur of pacht deel uitmaken van het bedrijf.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Kleinschalig kamperen buiten bouwvlak

Het Dagelijks Bestuur kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 onder f ten behoeve van kleinschalig kamperen als nevenfunctie buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte die in gebruik is voor kleinschalig kamperen buiten het bouwvlak ten hoogste 450 m² bedraagt;
  • b. trekkershutten niet buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
  • c. de gronden die buiten het bouwvlak in gebruik zijn voor de nevenfunctie voorzien zijn van een adequate landschappelijke inpassing;
  • d. de nevenfunctie bij ten hoogste vier agrarische bedrijven binnen het plangebied van dit bestemmingsplan wordt uitgeoefend;
  • e. binnen het bouwvlak in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien ten behoeve van de nevenfunctie.

5.5.2 Afwijking ten behoeve van de teelt van ruwvoeder

Het Dagelijks Bestuur kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4 ten behoeve van het verruimen van het percentage van de bij het agrarisch bedrijf in gebruik zijnde gronden, met inachtneming van het volgende:

  • a. het percentage van de bij het agrarisch bedrijf in gebruik zijnde gronden ten behoeve van ruwvoederteelt mag met ten hoogste 10% worden verruimd;
  • b. de in gebruik zijnde gronden behoren tot een in het plangebied gelegen agrarisch bedrijf;
  • c. de ruwvoederteelt is uitsluitend bedoeld voor de eigen agrarische bedrijfsvoering;
  • d. de landschaps- en natuurwaarden als benoemd in 5.1 onder i mogen niet onenvenredig aangetast worden.
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het aanleggen of verharden van wegen, paden (niet zijnde kavelpaden) of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het beplanten of bijplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet of gedeeltelijk reeds met legale houtgewassen waren beplant, met dien verstande dat hieronder niet wordt verstaan het aanleggen van een windsingel binnen 15 m van of aansluitend op agrarisch bouwvlakken;
  • f. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van aanwezige waterlopen;
  • h. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen.

5.6.2 Uitzonderingen op aanlegverbod

Het verbod als bedoeld in lid 5.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. worden aangelegd of uitgevoerd binnen bouwvlakken;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

5.6.3 Voorwaarde voor de omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschaps- en natuurwaarden als benoemd in 5.1 onder i niet onenvenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid
5.7.1 Vergroten agrarische bouwvlakken

Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om het bouwvlak te vergroten. Bij haar afweging houdt het Dagelijks bestuur in ieder geval rekening met :

  • a. de noodzaak om het bedrijf te vergroten;
  • b. het bedrijf moet door de vergroting een subsantiele bijdrage (blijven) leveren aan het beheer van het gebied;
  • c. er moet sprake zijn van een duurzaam bedrijf;
  • d. er moet sprake zijn van een goede ruimtelijke kwaliteit.

Na instemming van de provincie kan, met inachtneming van bovenstaande punten, het bouwvlak verder worden vergroot tot ten hoogste 2 ha, mits de noodzaak daartoe blijkt uit een bedrijfsplan.

5.7.2 Natuurontwikkeling

Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om ten behoeve van natuurontwikkeling de bestemming Agrarisch met waarden - Veenweidegebied te wijzigen in de bestemming Natuur met inachtneming van het volgende:

  • a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden als reservaat- of natuurontwikkelingsgebied in eigendom zijn overgedragen aan een terreinbeherende instantie dan wel, indien verwerving door een terreinbeherende instantie niet aan de orde is, de afspraken met betrekking tot de inspanningsverplichtingen en vergoedingen om tot bepaalde natuurdoeltypen te komen, in een conceptnotariële akte zijn vastgelegd;
  • b. planwijziging mag uitsluitend worden toegepast ten behoeve van behoud en ontwikkeling van natuurwaarden zoals bedoeld in lid 5.1 sub i.