direct naar inhoud van Artikel 26 Leiding - Gas (dubbelbestemming)
Plan: Nieuwendam-Zuid II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0902BPSTD-VG01

Artikel 26 Leiding - Gas (dubbelbestemming)

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas (dubbelbestemming)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van gasleidingen. De bestemming 'Leiding - Gas (dubbelbestemming)' is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

26.2 Bouwregels
  • a. Op of onder de in lid 26.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bedoelde leiding(en);
  • b. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, zijn uitsluitend toelaatbaar indien de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten.
26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de tot Leiding - Gas (dubbelbestemming) bestemde grond, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het dagelijks bestuur (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:
    • 1. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
    • 2. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen;
    • 3. het aanbrengen van diepgewortelde beplanting en of bomen;
    • 4. het vellen of rooien van houtgewas
    • 5. het wijzigen van het maaiveldniveau door ophoging.
  • b. Het onder 26.3 onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    • 1. welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de gasleiding;
    • 2. die op het moment waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
  • c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 26.3 onder a zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de gasleidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan;
  • d. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 26.3 onder a wordt het advies ingewonnen van de leiding beheerder / directeur van het energiebedrijf.