Plan: | Schellingwoude |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N0805BPSTD-OH01 |
De centrale doelstelling van het instrument milieueffectrapportage is het milieubelang een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming over activiteiten met mogelijk belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. De basis van de milieueffectrapportage wordt gevormd door de EU Richtlijn m.e.r.. De richtlijn is van toepassing op de milieueffectbeoordeling van openbare en particuliere projecten die aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben.
De Europese regelgeving is in de Nederlandse wetgeving onder andere geïmplementeerd in de Wm en in het Besluit milieueffectrapportage 1994. In de bijlagen behorende bij het Besluit m.e.r. zijn de m.e.r.-plichtige activiteiten (de C-lijst) en de m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten (de D-lijst) beschreven.
Om te bepalen of het bestemmingsplan m.e.r.-(beoordelings)plichtig is, is het programma getoetst aan de Nederlandse en Europese wetgeving. In het bestemmingsplan zijn geen activiteiten opgenomen die voorkomen op de C/D-lijst. De ontwikkelingen liggen niet in en op zeer geruime afstand ten opzichte van een gevoelig gebied, zoals de ecologische hoofdstructuur of een Natura 2000-gebied, in dit geval het 'Markermeer & IJmeer'. Bovendien heeft het bestemmingsplan een conserverend karakter en voorziet niet in activiteiten die grote negatieve effecten hebben op het milieu.
Op 1 april 2011 is het gewijzigd Besluit m.e.r. in werking getreden. Aanleiding voor de wijziging van het Besluit m.e.r. is de ingebrekestelling door het Hof van Justitie in oktober 2009. Nederland heeft volgens die uitspraak de m.e.r.-richtlijn niet juist geïmplementeerd door in het Besluit m.e.r. ten aanzien van m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten absolute drempelwaarden op te nemen, zonder daarbij rekening te houden met de overige criteria uit bijlage III van de richtlijn, zoals cumulatie met andere projecten en de ligging van het project.
Van belang voor dit bestemmingsplan is dat ook voor activiteiten die onder de ondernorm voor de m.e.r.-beoordelingsplicht een vorm van milieueffectbeoordeling moet plaatsvinden. Zoals eerder opgemerkt heeft dit bestemmingsplan een conserverend karakter aangezien de functies c.q. activiteiten als het ware opnieuw worden vastgelegd in dit bestemmingsplan. De ontwikkelingsmogelijkheden die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, zijn allen - maar ook samen - gering van omvang. Daarnaast blijkt uit onderzoeken dat er geen sprake is van gebruik van natuurlijke hulpbronnen, productie van afvalstoffen, verontreiniging en hinder als ook risico van ongevallen. De te beschermen gebieden en hun functie als verbindingszone wordt niet aangetast en vindt evenmin geen cumulatie van overlast plaats. Zoals uit de onderzoeken, die zijn uitgevoerd, blijkt dat de functies c.q. activiteiten die in het bestemmingsplan worden toegestaan geen belangrijke (grote) nadelige gevolgen voor het milieu hebben op grond waarvan het opstellen van een mer noodzakelijk is.
Voor het bestemmingplan 'Schellingwoude' bestaat geen plicht tot het opstellen van een milieueffectrapportage.