direct naar inhoud van 11.3 Resultaten onderzoeken
Plan: Bestemmingsplan Eenhoorn I
Plannummer: M1207BPSTD
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1207BPSTD-OH01

11.3 Resultaten onderzoeken

Een deel van het Eenhoorn I gebied zal worden herontwikkeld. In dit kader zijn in de afgelopen vijf jaar twee milieuhygiënische bodemonderzoeken uitgevoerd voor het gehele Eenhoorngebied (Zie bijlage 18en 19: Milieuhygiënisch bodem- en verhardingsonderzoek plangebied 'De Eenhoorn' te Amsterdam. Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV, 27 maart 2006; Milieuhygiënisch bodemonderzoek plangebied 'De Eenhoorn' te Amsterdam. Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV, 21 februari 2011). De aanleiding voor het tweede onderzoek (2011) zijn de resultaten van het onderzoek dat in 2006 is uitgevoerd en de gewijzigde plannen in het gebied.

De doelstelling van het onderzoek is:

  • Het vaststellen van de algemene milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en het verkrijgen van een indicatie over de hergebruikmogelijkheden ter plaatse van te graven waterpartijen in de Rudolf Dieselbuurt (deels in dit plangebied).
  • Verkrijgen van een beter beeld over de aanwezigheid van asbest in grond in de James Wattstraat ter hoogte van het politiebureau.
  • Het vaststellen van de algemene milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op een niet eerder onderzocht terreindeel ter plaatse van het noodgebouw van een school (niet in dit plangebied).

In het onderzoek onderscheid gemaakt in een aantal deellocaties (zie onderstaand figuur) waarvan deellocaties II en III binnen dit bestemmingsplan liggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.M1207BPSTD-OH01_0017.png"

Figuur 1. Deellocaties plangebieden Eenhoorn I en Eenhoorn II

In het onderzoek uit 2006 zijn de wegen onderzocht, evenals de locatie van het nieuwe hotel Casa 400. Geconstateerd werd dat de locatie ter plaatse van het hotel sterk verontreinigd was. Ten behoeve van de nieuwbouwontwikkeling is een saneringsplan opgesteld. Ook in de grond onder de wegconstructie zijn op een tweetal plaatsen sterke verontreinigingen aangetoond (één boring ter plaatse van het oostelijk deel van de Ringvaart en één boring ter plaatse van het westelijk deel van de J. Wattstraat). Gezien het immobiele karakter van de verontreinigende componenten en de diepte waarop de verontreinigingen zijn aangetroffen, wordt aanvullend onderzoek niet direct noodzakelijk geacht.

Op basis van het onderzoek dat in 2011 is uitgevoerd, kan het volgende worden geconcludeerd:

Deellocatie II
In de drie onderzochte grondmengmonsters (2x sterk puinhoudende en 1x niet sterk puinhoudende grond) is geen asbest in gehalten boven de detectielimiet aangetoond.

Deellocatie III
In de sterk puinhoudende grond alsook in de niet sterk puinhoudende grond zijn in onderhavig onderzoek geen asbest in gehalten boven de detectielimiet aangetoond. De in eerder onderzoek (in 2006) aangetoonde sterke asbestverontreiniging is (waarschijnlijk) beperkt van omvang. Overwogen kan worden om ter plaatse een nader onderzoek asbest conform de NEN 5707 (met proefsleuven) uit te voeren nadat het terrein bouwrijp is gemaakt. De sterk sintelhoudende grond (boring 26, traject 1,5-2,0 m-mv) is sterk verontreinigd met barium, koper, lood, nikkel en zink en matig verontreinigd met kobalt. Het traject 2,0-2,5 m-mv uit boring 26 is waarschijnlijk matig of sterk verontreinigd met koper (van dit deelmonster (uit een matig met koper verontreinigd mengmonster) was niet genoeg materiaal om het separaat te analyseren op koper). In de overige onderzochte grond zijn ten hoogste licht verontreinigingen aangetoond met de parameters waarop is geanalyseerd. De sterk sintelhoudende grond ter plaatse van boring 26 (traject 1,5-2,0 m-mv) komt niet in aanmerking voor hergebruik. De omvang van de sterke verontreiniging dient in een nader onderzoek te worden vastgesteld. Het onderzochte grondwater is ten hoogste licht verontreinigd met de onderzochte parameters.