Plan: | Herziening van het uitwerkingsplan Ugd-4 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.M1005BPSTD-VG01 |
In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw (WB'21) ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de “watertoets”: de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem.
Ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder( s) betrekken. De initiatiefnemer vraagt de waterbeheerder(s) om een wateradvies.
In de waterparagraaf worden de uitkomsten van het overleg opgenomen.
In dit gebied is Waternet de waterbeheerder. Op 1 januari 2006 is Waternet officieel gestart. Het is een nieuw bedrijf voortkomend uit het Waterleidingbedrijf Amsterdam en Dienst Waterbeheer en Riolering. Waternet wordt bestuurd door de gemeente Amsterdam en het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV).
De visie van de waterbeheerders, ook van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vechtstraak (AGV) en de dienst Waterbeheer en Riolering (DWR), is gelijk aan die van het Rijk in de Vierde Nota Waterhuishouding (4NW), namelijk:
Waterwet
Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De Waterwet verving de bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland (Wet op de waterhuishouding, Wet op de waterkering, Grondwaterwet, Wet verontreiniging oppervlaktewateren, Wet verontreiniging zeewater, Wet droogmakerijen en indijkingen (Wet van 14 juli 1904), Wet beheer rijkswaterstaatswerken (het zogenaamde 'natte gedeelte'), Waterstaatswet 1900, Waterbodemparagraaf uit de Wet bodembescherming. De Waterwet stelt integraal waterbeheer op basis van de 'watersysteembenadering' centraal. Deze benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen. Hierbij moet worden gedacht aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. Hiernaast kenmerkt integraal waterbeheer zich ook door de samenhang met de omgeving.
De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de huidige vergunningstelsels uit de afzonderlijke waterbeheerwetten worden gebundeld. Dit resulteert in één vergunning, de Watervergunning, die met een wettelijk vastgesteld aanvraagformulier kan worden aangevraagd.
Keur
Op 26 november 2009 is de Integrale Keur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) vastgesteld. De Keur van het AGV is gericht op het beschermen van de wateraan- en –afvoer, de bescherming tegen wateroverlast en overstroming en op het beschermen van de ecologische toestand van het watersysteem. In de Keur zijn verschillende geboden en verboden opgenomen, waarop echter door het waterschap ontheffing kan worden verleend.
Nationaal Waterplan
Het ontwerp Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die op 22 december 2009 in werking is getreden. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op het gebied van waterveiligheid, het beleid voor het IJsselmeergebied, het Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen. Als bijlage bij het ontwerp Nationaal Waterplan zijn beleidsnota's toegevoegd over waterveiligheid, het IJsselmeergebied en de Noordzee. Deze beleidsnota's vormen een nadere uitwerking en onderbouwing van de keuzes die in de hoofdtekst staan van het Nationaal Waterplan en dienen in samenhang ermee te worden gelezen. Bij de ontwikkeling van locaties in de stad wordt ernaar gestreefd dat de hoeveelheid groen en water per saldo gelijk blijft of toeneemt. Dit moet stedelijk gebied aantrekkelijk en leefbaar maken en houden. Het voorliggende bestemmingsplan gaat uit van behoud van het bestaand groen en water. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die een toename van verharding mogelijk zou maken.
Breed Water, plan gemeentelijke watertaken 2010-2015
Het ’Plan gemeentelijke Watertaken 2010-2015’ bevat de visie van de gemeente op het gewenste waterbeleid voor de komende jaren. De gemeente Amsterdam is wettelijk verantwoordelijk voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater, de inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater en het nemen van grondwatermaatregelen. In dit onderliggend ’Plan gemeentelijke Watertaken 2010-2015’ staat hoe deze drie zorgplichten door de gemeente Amsterdam worden ingevuld.
Doel van het plan is om aan het bevoegd gezag te verantwoorden op welke wijze de gemeente Amsterdam haar watertaken uitvoert en in hoeverre zij afdoende middelen heeft om dit in de toekomst te blijven doen. Hiermee voldoet de gemeente aan de planverplichting zoals die in de Wet milieubeheer (artikel 4.22) is opgenomen. Dit plan biedt tevens een kans om in te spelen op ontwikkelingen zoals het veranderende klimaat.
Waterbeleid 21ste eeuw
De kern van het Waterbeleid 21ste eeuw is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. Het water de ruimte geven betekent dat in het landschap en in de stad ruimte gemaakt wordt om water op te slaan.
Anders omgaan met water. Waterbeleid in de 21ste eeuw
Dit kabinetsstandpunt uit december 2000 geeft de overkoepelende visie van het Rijk weer op de aanpak van veiligheid en wateroverlast. In dit beleidsstuk wordt de watertoets geïntroduceerd om te voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt, door bijvoorbeeld landinrichting, de aanleg van infrastructuur of woningbouw.
Het Nationaal Bestuursakkoord Water
Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en daarna op orde te houden. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. Het NBW is ondertekend door het Rijk, IPO en de VNG.
Nationaal Bestuursakkoord Water
In 2003 sloten het Rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen het Bestuursakkoord water. Dit akkoord is op 25 juni 2008 onder andere in verband met de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water geactualiseerd. Met de actualisatie van het NBW onderstrepen de betrokken partijen, rijk, provincies, gemeenten en waterschappen nogmaals het belang van samenwerking om het water duurzaam en klimaatbestendig te beheren. In het akkoord staat onder meer hoe met klimaat-veranderingen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur moet worden omgegaan. Ook is er meer aandacht voor het realiseren van schoon en ecologisch gezond water. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaatverandering. Het gaat hierbij om de verwachte zeespiegelstijging, bodemdaling en klimaatverandering. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes.
Waterbeheerplan AGV 2010-2015
Het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) zorgt voor schoon water op het juiste peil en voor droge voeten in het beheergebied. In dit Waterbeheerplan staat welke doelen AGV de komende zes jaren nastreeft en op welke manier het waterschdoelen wil bereiken. Het WBP is een regionale doorvertaling van het provinciale waterbeleid.De drie provincies waar AGV binnen valt (Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland) toetsen het WBP en verlenen goedkeuring. De essentie van dit nieuwe Waterbeheerplan (WBP) is dat AGV de planperiode gaat gebruiken om door te gaan met het garanderen van voldoende waterstaatkundige veiligheid voor mensen, dieren en goederen, voldoende water en schoon water.
Het draait om water, Watercyclusplan 2010-2015
‘Het draait om water’ is Waternet’s eerste versie van een integraal watercyclusplan, waarin aan de hand van de kernwaarden van Waternet inhoud wordt gegeven aan de zogenaamde watercyclusbenadering. Met de watercyclusbenadering proberen we de watercyclus verder vorm te geven en strategische vragen niet sectoraal op te lossen, maar breder in te steken. ‘Het draait om water’ is geen losstaand verhaal, maar is in samenhang geschreven met de wettelijk verplichte sectorale beleidsplannen, waarbij rekening is gehouden met de samenhang tussen alle facetten.
De waterhuishouding in het plangebied Het plangebied is een deel van het bestemmingsplan Weesperzijdestrook. De Weesperzijdestrook bestaat uit een aaneenschakeling van kleine bemalinggebieden die van oudsher deel uitmaakten van de Overamstelse polder. Hydrologisch gezien wordt de Weesperzijdestrook begrensd door het boezemwater van de Amstel, de Ringvaart, de Singelgracht en de metrobuis ter hoogte van de Wibautstraat. Het boezempeil dat nagestreefd wordt is 0.40 m –NAP.
De ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot de waterhuishouding
Het plangebied is op dit moment grotendeels verhard (gebouwen) en een deel aan de achterzijde is onverhard (tuin). Het maximaal toegestane bebouwingspercentage volgens het huidige bestemmingsplan is 100%. Het plangebied zal volledig bebouwd en daarmee verhard worden, aangezien op de begane grond bedrijfsfuncties komen en daarmee tuinen overbodig zijn. In het Programma Milieu en Mobiliteit van Wibaut aan de Amstel is afgesproken dat de watercompensatieopgave afhankelijk is van de gecumuleerde verhardingen van projecten in het deelgebied Oosteramstel. Het uitwerkingsplan "Ugd4" maakt hier deel van uit.
In het gebied bevinden zich geen open water en waterkeringen.
In het kader van het opstellen van het huidige bestemmingsplan “Weesperzijdestrook” heeft overleg plaatsgevonden met de waterbeheerder (DWR). Daarbij is toen door DWR aangegeven dat de ontwateringsdiepte bij nieuwbouw moet worden afgestemd op de gewenste ontwateringsdiepte in de omgeving. Ook om redenen van aantasting van funderingshout en mogelijke zettingen is een te diepe ontwatering niet gewenst. Het bepalen van een optimale ontwateringsdiepte vereist maatwerk. Het is dan ook van belang inzicht te hebben in bouwpeilen, maaiveldhoogten, situering en diepteligging van evt. aanwezige polderriolen en drainages. De (onderhoud) maaiveldhoogte is in dit deel van het Stadsdeel standaard 0.70 m +NAP. Polderriolen zijn in het plangebied niet aanwezig. In het geldende bestemmingsplan is de aanleg van ondergrondse of volledig inpandig gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan. Onder het gebouw komt een parkeerkelder van 2 lagen (ca 6,5 m) De architect gaat in deze fase van het plan uit van een gescheiden hemelwaterafvoer.
Tevens wordt uitgegaan van traditionele bouwmaterialen (beton, hout), passend binnen de huidige denkbeelden ten aanzien van duurzaam bouwen. Voor het dak wordt uitgegaan van titaanzink (gecoat zink).
Wateradvies Waternet
Een concept van het uitwerkingsplan is in januari 2007 aan Waternet voorgelegd. Zij hebben aangegeven geen opmerkingen te hebben, behalve het advies om een geohydrologisch onderzoek te laten verrichten naar de effecten van de aanleg van een parkeergarage in twee lagen op het grondwater. Alvorens bouwvergunning wordt afgeven dient de initiatiefnemer een dergelijke onderzoek te overleggen.
Er hebben geen wijzigingen voorgedaan in het bebouwd oppervlak, wijze van waterafvoer e.d. Derhalve is geen nieuw onderzoek nodig en is het advies van waternet nog van toepassing.
Het aspect water vormt geen belemmering in de afweging of hier sprake is van een goede ruimtelijke ordening.