direct naar inhoud van 5.2 Bedrijven
Plan: Olympisch Stadion e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1204BPSTD-VG02

5.2 Bedrijven

5.2.1 Regionaal beleid

Kantoor Platform Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties (Plabeka)

Waar er een overschot is op de kantorenmarkt, dreigt er op regionale schaal ook een kwantitatief overschot aan bedrijventerreinen. Er is 2.200 hectare aan verouderde bedrijventerreinen. Dit is 30% van het totale volume aan bedrijventerreinen. De herstructurering van deze verouderde terreinen gaat niet zo snel alsgehoopt, ondanks het instellen van een Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen. Amsterdam heeft zichzelf een grote transformatieopgave gesteld waardoor geen overschot ontstaat, maar juist evenwicht. Er is wel een tekort aan natte zeehaventerreinen. Een groter probleem is de kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod. Er is op korte termijn voldoende aanbod aan moderne gemengde bedrijventerreinen en transport- en distributieterreinen. Aan terreinen in de hogere milieuhindercategorieën en binnenstedelijke terreinen is een kwalitatief tekort.

De mogelijkheden voor het creëren van extra binnenstedelijk terrein zijn beperkt. Soms kunnen segmenten van bedrijventerreinen onderling worden uitgeruild. Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstellingen:

  • Het schrappen van 520 hectare plancapaciteit bedrijventerreinen voor de periode 2010-2040. Dit is 23% van het planaanbod;
  • Voortzetting van de aanpak van verouderde bedrijventerreinen door 2.200 hectare te revitaliseren en te herprofileren;
  • Voor de periode na 2020 ruimte vinden voor het toevoegen van ‘natte' zeehaventerreinen;
  • Meer vestigingsruimte reserveren voor milieuhinderlijke bedrijven.


Conclusie: Het bestemmingsplan sluit aan bij het regionaal beleid ten aanzien van kantoren.

5.2.2 Provinciaal beleid

Nota Locatiebeleid 'Een goede plek voor ieder bedrijf - naar een nieuw locatiebeleid in Noord-Holland'

Op 26 april 2005 is de Beleidsnota met betrekking tot het locatiebeleid voor bedrijven in Noord-Holland vastgesteld. Het locatiebeleid kent de volgende uitgangspunten:

  • Intensief ruimtegebruik is strikt noodzakelijk. Hierbij gaat verdichting boven uitbreiding en dienen de specifieke werkmilieus zo intensief mogelijk te worden ingericht;
  • Er moet voldoende ruimte beschikbaar blijven of worden ontwikkeld voor bedrijvigheid die vanwege milieu, veiligheid of andere overlast niet met andere activiteiten kan worden gemengd;
  • Er dient voor specifieke bedrijvigheid eveneens voldoende ruimte beschikbaar te blijven. Het betreft hier in ieder geval havengebonden terreinen en terreinen voor grootschalig transport en overslag alsmede distributiefuncties;
  • Arbeids- en publieksintensieve functies dienen zoveel mogelijk rond de openbaar vervoersinfrastructuur te worden geconcentreerd;
  • Grootschalige ontwikkelingen en plannen met een zodanige verkeersaantrekkende werking dat deze mobiliteitseffecten hebben voor de wijdere omgeving, dienen goed te worden afgestemd op de verkeers- en vervoersinfrastructuur.

In zijn algemeenheid geldt dat de locaties, die tot een bepaald werkmilieu behoren dienen te worden ingericht met de daarbij passende activiteiten en dat geen activiteiten mogen worden gevestigd die de ontwikkeling van deze passende activiteiten kunnen belemmeren.

Conclusie: Het bestemmingsplan sluit aan bij het provinciale beleid

5.2.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie "Amsterdam 2040, economisch sterk en duurzaam"

In de structuurvisie is het gebied Havenstraat/Karperweg aangeduid als woon-werkgebied voor de periode 2010-2020. Uitgangspunt van dergelijke gebieden is dat minimaal 25% van de in 2009 voor bedrijven gebruikte oppervlakte van de terreinen voor bedrijven in gebruik blijft. Daarbij gaat het om bedrijven met een stedelijke oriëntatie. Voor het terrein Havenstraat (tramremise) bestaan - nog niet vastgestelde plannen - voor een herontwikkeling. Deze plannen worden nog verder uitgewerkt.

Conclusie: Het bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast.Het project Havenstraatterrein zal invulling gevan aan de visiebeelden uit de Structuurvisie. Het projectgebied is uit het plangebied van onderhavig bestemmingsplan geknipt en zal voorzien worden van een eigen bestemmingsplan

Amsterdams Ondernemers Programma "Amsterdam Onderneemt!"

In het Amsterdams Ondernemers Programma "Amsterdam Onderneemt!" (AOP) zijn concrete acties en doelstellingen opgenomen om het ondernemersklimaat in Amsterdam verder te verbeteren. Met een krachtige coalitie van bedrijfsleven, stad, stadsdelen en Kamer van Koophandel willen we van Amsterdam een nog sterkere, ondernemende economie maken. Ondernemerschap is een belangrijke motor voor de economie. Het zorgt voor werkgelegenheid, innovatie, en productiviteitsgroei. Ook op sociaal terrein kan ondernemerschap een rol spelen, bijvoorbeeld door bij te dragen aan de bestrijding van armoede, werkeloosheid en sociaaleconomische achterstand. Daarom is de doelstelling ondernemerschap stimuleren en een gunstig klimaat creëren voor het ontstaan, aantrekken en groeien van ondernemingen. Ondernemen doe je zelf, maar de gemeente kan ervoor zorgen ervoor dat het in Amsterdam makkelijker wordt.

Kortom: Ondernemerschap + Ondernemersklimaat = Amsterdam Onderneemt!

Met dit plan heeft men als doel het aantal starters en de ondernemersquote handhaven, het aantal faillissementen laag houden en het aantal snelle groeiers vergroten.

Hiervoor dienen de de randvoorwaarden om te ondernemen optimaal zijn. In het AOP heeft het college de ambitie voor een ondernemende metropool voor 2011-2014 uitgewerkt. In het AOP worden knelpunten geïndentificeerd op het gebied van ondernemen, zoals veiligheid, en gaan daarmee aan de slag. Op deze manier wordt de ondernemer gefaciliteerd en gestimuleerd om de kansen te benutten die de stad Amsterdam biedt.

Met dit plan heeft het bestuur de missie om een beter ondernemersklimaat te creeeren. Daarvoor dient het succesvolle ondernemingen te trekken en een samenwerking tussen gemeente en ondernemer te bevorderen; er dient ruimte te zijn voor ondernemerschap.

Conclusie: Het bestemmingsplan sluit aan bij het gemeentelijk beleid.

5.2.4 Stadsdeelbeleid

Visie Citroëngebouwen

In mei 2008 is een visie vastgesteld door het toenmalige Stadsdeel Oud-Zuid, over de ontwikkeling van de Citroëngebouwen. Het vormt een verkenning van de toekomstige herontwikkeling van de gebouwen in de context van de vernieuwing van het Stadionplein. Een gewijzigde invulling van de gebouwen past in de Olympische ambitie voor het gebied rond het Olympisch Stadion, alsmede in de plannen voor de Zuidas en Sportas.
In de verkenning is aangegeven dat de wens bestaat de Citroëngebouwen een meer publieke functie te geven. Daarbij moet rekening gehouden worden met de volgende zaken:

  • De herontwikkeling moet passen binnen het brede perspectief van het gebied (Olympische karakter, aansluiting op SportAs en op de Zuidas)
  • Onnodige en ongewenste concurrentie met het Stadionplein, PC Hooftstraat, Beethovenstraat en de Zuidas moet voorkomen worden.
  • Uitgangspunt is de realisatie van kwalitatief hoogwaardig programma.
  • Om de gewenste bijdrage aan de levendigheid in het gebied te kunnen realiseren, moeten de functies op de begane grond een directe relatie aangaan met het publieke domein
  • Het gewenste programma moet ook financieel haalbaar zijn (wie gaat wat betalen).

Voor het noordelijke gebouw is een combinatie van horeca en cultuur en studio-, bedrijfs- en kantoorruimtes voorzien. Voor het zuidelijke gebouw een combinatie van detailhandel, cultuur, mediabedrijven en horeca.

Conclusie: In hoofdstuk 4 staat reeds beschreven dat de Visie Citroëngebouwen geen blauwdruk is voor toekomstige situatie de Citroëngebouwen, maar aanknopingspunten biedt voor het hergebruik. Het bestemmingsplan staat het gebruik dat was bedacht voor het noordelijk Citroëngebouw als recht toe in de Citroëngebouwen.

 

Nota 'Ondernemen in Zuid'

In de op 26 oktober door de stadsdeelraad vastgestelde nota 'Ondernemen in Zuid' is stadsdeelbeleid voor diverse economische functies weergegeven. Het voor bestemmingsplan Olympisch Stadion e.o. relevante aspect is het volgende.

Kantoren: Het bestuur van Stadsdeel Zuid heeft de intentie mee te werken aan bestemmingsaanpassing van leegstaande kantoren als dat kansen biedt voor nieuw gebruik. Daarbij kan worden gedacht aan de omzetting van grote kantoren in kleinere eenheden of in bedrijfsverzamelgebouw. Daarnaast wil het stadsdeel waar mogelijk meewerken bij het mogelijk maken van tijdelijke invullingen, bijvoorbeeld voor culturele functies. Daarom worden bij nieuwe bestemmingsplannen omzettingen (dubbelfuncties) mogelijk gemaakt.

Conclusie: deze beleidslijn heeft zijn beslag gekregen in het bestemmingsplan.