Plan: | Museumkwartier en Valeriusbuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1005BPSTD-VG01 |
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient de financiƫle haalbaarheid van het plan aangetoond te worden. Dit om te voorkomen dat recht gaat gelden dat niet realistisch blijkt te zijn. Voor het stadsdeel zijn aan zowel de opstelling als de uitvoering van dit conserverende plan geen kosten verbonden. De economische uitvoerbaarheid kan derhalve geacht te zijn aangetoond.
Op grond van artikel 6.12, lid 1 Wro moet voor een bestemmingsplan een exploitatieplan worden vastgesteld. In afwijking van het eerste lid kan de stadsdeelraad bij een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, besluiten geen exploitatieplan vast te stellen, wanneer het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is. Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet bepaald worden of een exploitatieplan als vastgesteld moet worden.
De 'grex-wet' is erop gericht dat de overheid kosten kan verhalen die gemaakt worden naar aanleiding van een bouwplan. Indien er geen kosten gemaakt worden, hoeven deze ook niet verhaald te worden.
Het bestemmingsplan beoogt niet om nieuwe bouwplannen mogelijk te maken die aanleiding zouden geven tot het vaststellen van een exploitatieplan. Uitsluitend op de locatie Hobebmakade 31 is een omzetting vamn 'Maatschappelijk' naar 'Gemegd - 6' mogelijk gemaakt om woningen te kunnen realiseren. Het kosteverhaal is in dat geval geregeld met een anterieure overeenkomst.
Voorts is het,zoals in elk bestemmingsplan, mogelijk om binnen bestaande bebouwingscontouren sloop-nieuwbouwplannen te ontwikkelen. In die gevallen, voor zover zij zich zullen voordoen, zijn er echter geen kosten voor het stadsdeel, waardoor kostenverhaal niet aan de orde is.
Conclusie:
Op grond van het voorgaande wordt geconcludeerd dat er geen exploitatieplan opgesteld hoeft te worden.