Plan: | Museumkwartier en Valeriusbuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1005BPSTD-VG01 |
Wet luchtvaart / Luchthavenindelingbesluit Schiphol
Rond Schiphol gelden diverse beperkingen, die voortvloeien uit de Wet Luchtvaart en het Luchthavenindelingbesluit Schiphol. Het Luchthavenindelingbesluit heeft het karakter van een voorbereidingsbesluit. Dit werkt totdat het bestemmingsplan in overeenstemming is gebracht met het Luchthavenindelingbesluit. Dit legt het beperkingengebied en het luchthavengebied vast. In het beperkingengebied gelden beperkingen met het oog op veiligheid en milieu. Het gaat daarbij om hoogtebeperkingen, geluidsgevoelige functies en het voorkomen van het aantrekken van vogels. Een groot deel van Amsterdam is volgens het Luchthavenindelingbesluit Schiphol aangewezen als beperkingengebied.
Vogelaantrekkende functies:
In het Luchthavenindelingbesluit Schiphol is een zonegebied rond Schiphol aangewezen waarbinnen geen nieuwe vogelaantrekkende functies zijn toegestaan. Het westelijke deel van de Willemsparkbuurt valt binnen deze zone.
Geluidsgevoelige functies:
In het Luchthavenindelingbesluit Schiphol is een zonegebied rond Schiphol aangewezen waar in beginsel geen woningen, woonwagens, gebouwen met een onderwijsfunctie en gebouwen met een gezondheidszorgfunctie zijn toegestaan. Het plangebied valt buiten deze zone.
Maximum bouwhoogten:
Op een kaart van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol zijn verschillende zones met verschillende maximum bouwhoogten rond Schiphol aangegeven. Voor het plangebied geldt een maximum bouwhoogte van ca. 50 meter aan de westzijde tot ca. 80 meter aan de oostzijde van het gebied.
Besluit externe veiligheid inrichtingen
In oktober 2004 is het 'Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen' (BEVI) in werking getreden. Hiermee zijn voor risicovolle activiteiten normen vastgelegd. In het besluit wordt van overheden verwacht dat zij zich rekenschap geven van elke verandering in het groepsrisico dat wordt veroorzaakt door bedrijven en ruimtelijke ontwikkelingen nabij risicovolle activiteiten. Bij deze ruimtelijke ontwikkelingen dient zorgvuldig en eenduidig met de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico te worden omgegaan.
In of nabij het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die onderzoek of verantwoording vergen.
Kabels en leidingen
In of nabij het plangebied bevinden zich geen kabels en leidingen die onderzoek of verantwoording vergen.
Transport gevaarlijke stoffen
In of nabij het plangebied bevinden zich geen routes voor transport van gevaarlijke stoffen die onderzoek of verantwoording vergen.
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de nationale regelgeving.