Plan: | Kolenkitbuurt Middengebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.E1201BPSTD-OH01 |
Ontstaansgeschiedenis
De Kolenkitbuurt is gerealiseerd in de jaren '50. Toen de wijk net was gebouwd, lag deze aan de rand van de stad en was het toonbeeld van het moderne bouwen. De wijk maakt onderdeel uit van de Westelijke Tuinsteden die zijn ontwikkeld op basis van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Cornelis van Eesteren. De Westelijke Tuinsteden vormden de schakel tussen stad en platteland. Het ideaal van de groene, open stad met "licht, lucht en ruimte" stond centraal. Het plan van Van Eesteren heeft de kenmerken van het Nieuwe Bouwen: brede straten, open bouwblokken, portieketagewoningen op een plint van bergingen, collectieve binnentuinen.
Locatie en omgeving
Na de aanleg van de A10-West en de Ringspoorlijn, raakte de Kolenkitbuurt - ingeklemd tussen deze barrières - verbrokkeld en kregen de bewoners te maken met milieuhinder. Anno 2010-12 laat de staat van de woningen en de leefbaarheid in de buurt te wensen over. Het Middengebied wordt begrensd oor de Bos en Lommerweg, de Akbarstraat, de Wiltzanghlaan en de Ringspoorzone. De buurt ligt aan de voet van de New Kit, het appartementengebouw dat Eigen Haard begin 2011 heeft opgeleverd. Met dit opvallende gebouw laat Eigen Haard haar ambitie voor de aanpak van de buurt zien. De markante schuine toren vormt een icoon voor de omgeving. Het Middengebied bestaat uit het Nannokwartier, met de 4 oude wooncomplexen, het Scholeneiland, met twee scholen (Paulusschool en de Bos en Lommerschool), een wooncomplex, een speeltuingebouwtje en het Johan Cruyffcourt en de Ringspoorzone. Aan de oostzijde staat o.a. het gerestaureerde woningcomplex de Nieuwe Akbar.
Stedenbouwkundige structuur
Kenmerkend voor de verkaveling van het Middengebied is de strokenbouw met daartussen afgesloten kijktuinen, open groen en ruime pleinen bij de scholen. Het middengebied is onderdeel van de Kolenkitbuurt. Deze buurt is opgezet in een stedenbouwkundig plan voor het gebied tussen de Erasmusgracht en de Haarlemmerweg. Er zijn diverse variaties met strokenbouw toegepast van losse stroken in het groen tot bijna gesloten bouwblokken met binnentuinen. In het middengebied gaat het voor wat betreft de woonbebouwing, uitsluitend om losse stroken. De oriëntatie in de Kolenkitbuurt is hoofdzakelijk noordzuid gericht om optimaal van het zonlicht in de (na)middag te profiteren.
Bebouwing
In totaal zijn er 361 huurwoningen en 8 bedrijfsruimtes. De woningvoorraad bestaat uit portieketagewoningen van 30-65 vierkante meter zonder lift. De woningen staan op een gesloten plint van bergingen, waardoor een directe relatie tussen bewoners en de straat wordt bemoeilijkt. Dit heeft tot gevolg dat er minder sociale controle en betrokkenheid van bewoners met de openbare ruimte is. De 8 bedrijfsruimtes bevinden zich op de koppen aan de Bos en Lommerweg en Leeuwendalersweg. De straten hebben een royale maat, maar zijn toe aan onderhoud en nodigen niet uit tot spelen of verblijven.
Functionele structuur
De eenzijdige woningvoorraad zorgt ervoor dat bewoners weinig keuze hebben als hun woonbehoefte verandert en noodgedwongen de buurt verlaten. De huidige woningen worden in meerderheid bewoond door huishoudens met kinderen, circa 200 van de 361 huishoudens, waaronder 63 grote gezinnen met vijf of meer personen. Gezien de oppervlakte van de woningen is in veel gevallen sprake van overbewoning. Voor de vele kinderen heeft de buurt voldoende ruimte. Ze spelen op straat, op het naastgelegen Ernest Staesplein (Zuidelijk Veld), op de schoolpleinen, op het Johan Cruyffcourt of in de speeltuin. In het Middengebied zijn de nodige voorzieningen beschikbaar. Op het Scholeneiland bevinden zich twee basisscholen, de Paulusschool en de Bos en Lommerschool. Aan de Bos en Lommerweg vindt men detailhandel, consumentgerichte dienstverlening, bedrijven, horeca en maatschappelijke voorzieningen. Voor de dagelijkse boodschappen zijn de bewoners aangewezen op buiten de buurt gelegen winkels op het Bos en Lommerplein en de Burgemeester Vlugtlaan.
Cultuurhistorie
Binnen het plangebied zijn geen gemeentelijke en rijksmonumenten gesitueerd. Zoals aangegeven maakt de wijk onderdeel uit van de Westelijke Tuinsteden die zijn ontwikkeld op basis van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Cornelis van Eesteren. Het plan van Van Eesteren, met bebouwing die bestaat uit open en halfopen bouwblokken met groene binnentuinen, heeft de kenmerken van het Nieuwe Bouwen: brede straten, open bouwblokken, portieketagewoningen op een plint van bergingen en collectieve binnentuinen. Deze uitgangspunten zijn binnen het ruimtelijk en programmatisch kader in het onderhavige plan zoveel mogelijk gerespecteerd.
Openbare ruimte
Het plangebied bestaat voor een groot deel uit openbare ruimte (circa 80%), maar deze openbare ruimte heeft weinig verblijfskwaliteit, waardoor er niet optimaal gebruik van wordt gemaakt. De kijktuinen van de bouwblokken hebben echter wel veel kwaliteit en dragen dan ook bij aan het woongenot in de buurt.
Verkeersstructuur
Het Middengebied wordt voor auto's ontsloten via de Leeuwendalersweg, vanaf de Bos en Lommerweg en het Jan van Schaffelaarplantsoen. De A10 is de belangrijkste nabijgelegen verkeersweg. Daarnaast vormen de Wiltzanghlaan en de Bos en Lommerweg belangrijke verkeersaders. Beide wegen behoren bij het hoofdnet openbaar vervoer. Station Sloterdijk bevindt zich op relatief korte afstand. Van hieruit zijn het centrum en Schiphol binnen een kwartier te bereiken. Metro- en tramhaltes liggen in de buurt en bieden de bewoners een ruime keuze aan verbindingen in en om de stad.
Kaders Parkstad
In de Raamovereenkomst Integrale Gebiedsontwikkeling Parkstad (2008) is afgesproken dat uitwerkingsplannen worden opgesteld door de ontwikkelende corporatie. Het uitwerkingsplan geeft de kaders waarbinnen het voorlopig ontwerp en ten slotte het definitief ontwerp kunnen worden opgesteld.
De Parkstadkaders staan beschreven in:
Het Ontwikkelingsplan Richting Parkstad 2015 en de Herziening van 2008 beschrijven op hoofdlijnen de vernieuwing van Nieuw West (de voormalige stadsdelen Bos en Lommer, Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp en Slotervaart-Overtoomse Veld). Het plan bevat een lange termijn programma (15 jaar) voor de sociale, de economische en de fysieke pijler. De beleidskaders van Parkstad zijn van toepassing op dit gebied. In de Raamovereenkomst Integrale Gebiedsontwikkeling Parkstad 2008 hebben gemeente, stadsdelen en corporaties afspraken gemaakt over de realisering van de vernieuwing. Afgesproken is dat de stadsdelen (samen met de betrokken partijen) per gebied een vernieuwingsplan maken met de specifieke vernieuwingsopgave; de corporaties stellen op basis daarvan de uitwerkingsplannen op.
Kaders Stadsdeel West
De belangrijkste kaders van Stadsdeel West staan in de volgende documenten:
In de nota van (ruimtelijke) randvoorwaarden zijn de overige van toepassing zijnde nota's verwerkt zoals Herziening Parkstad 2015, Handboek openbare ruimte en de gebiedsspecifieke randvoorwaarden. Het uitwerkingsplan wijkt op een aantal onderdelen af van het Vernieuwingsplan. Deze zijn in de nota Randvoorwaarden voor Vernieuwing specifiek benoemd en betreffen de ligging van de nieuw te bouwen school, het sociaal maatschappelijk vastgoed, de parkeeroplossing binnen de bouwblokken, ruimte voor economische bedrijvigheid, stratenpatroon Akbarstraat en duurzaamheid / klimaatneutraal bouwen. Het uitwerkingsplan is 17 april 2012 door de stadsdeelraad vastgesteld.
Stedenbouwkundige uitgangspunten
Met het Uitwerkinsgplan wordt ingezet op stedelijkheid in de luwte. Die term is niet alleen van toepassing op de ligging van de buurt, maar ook op de contrasten binnen de buurt. De combinatie van een prettig en rustige woonomgeving en de nabijheid van een druk en levendig stadsleven. Het contrast krijgt vorm door een buitenrand die samenhangt met het Zuidelijk Veld en de overige Kolenkitbuurt en een autovrij binnengebied, dat als een eigen wereld afleesbaar is door middel van de kleine maat en schaal. Met de introductie van de buitenranden en binnenstraten wordt duidelijk dat het Uitwerkingsplan enerzijds opgaat in het Vernieuwingsplan en anderzijds een aparte positie in neemt. De thematiek van binnen en buiten heeft betrekking op de bebouwing (bebouwingshoogte en architectonische verschijningsvorm) en op de openbare ruimte (verkeersstructuur, maaiveldinrichting en groenstructuur). Het verschil en het onderscheid tussen buitenranden en binnenstraten wordt versterkt door de toegangen naar deze binnenstraten te versmallen waardoor de intimiteit in de binnenstraten vergroot wordt.
Voor de twee blokken aan de Bos en Lommerweg komen drie blokken in de plaats. De Nannostraat komt te vervallen voor het middelste blok dat uit twee delen zal bestaan met daartussen het nieuwe Nannoplein. De openbare ruimte wordt in kleinere ruimten tussen de blokken en aan de Bos en Lommerweg gerealiseerd en de buurt wordt gedeeltelijk autoluw gemaakt. De woonstraatjes krijgen hierdoor een intiemer en smaller profiel en de autovrije woonstraten bepalen de structuur van de wijk. Ze worden ingericht als voetgangersgebied. De bouwmassa’s van de nieuwbouw worden afgestemd op de maat van de openbare ruimte. Tussen de Leeuwendalersweg en de Wiltzanghlaan komen vier kleine woonblokken in de plaats van een school en de stroken met woningen aan de Akbarstraat en de Wiltzanghlaan. Tussen de school aan de Wiltzanghlaan die blijft staan, en drie nieuwe bouwblokken aan de Leeuwendalersweg, komt een parkje dat aansluit op het Lidewijdepad.
Het doorzetten van de rooilijnen en de straatprofielen is een uitgangspunt. In het Uitwerkingsplan worden de profielen wel overgenomen maar de rooilijnen niet altijd letterlijk. In het nieuwe plan wordt teruggegrepen op het principe van eenheid per straat en niet eenheid per bouwblok.
Langs de buitenranden van het plangebied, worden de gebouwen ten opzichte van de rooilijn niet uitgebouwd. Op deze manier zorgen de buitenranden voor de eenheid en de structuur en zoeken de buitenranden aansluiting met de omgeving.
Door het introduceren van twee autovrije of autoluwe gebieden wordt op een vanzelfsprekende manier een onderscheid gemaakt tussen de drukke buitenwanden en de rustige binnenstraten van het plan. Ruimtelijk wordt het plangebied op deze manier opgedeeld in twee plandelen, van elkaar gescheiden door het autoverkeer langs de Leeuwendalersweg. Elk van beide plandelen wordt gegroepeerd rond een openbaar gebied met bijzondere functies en een school. Zij vormen een belangrijke rol bij de transformatie van de buurt.
Op de plek van de voormalige Nannostraat komt het Nannoplein. Aan de andere kant van de Leeuwendalersweg ligt het andere autovrije gebied; het Lidewijpark. De oorspronkelijke strokenverkaveling, die aan de overkant van de Bos en Lommerweg nog zichtbaar is, wordt vervangen door een smallere driedeling. De woonstraatjes krijgen hierdoor een intiemer en smaller profiel en de autovrije woonstraten bepalen de structuur van de wijk. Ze worden ingericht als voetgangersgebied. Er zijn encroachmentzones aanwezig die een zachte overgang tussen straat en woningen garanderen. Door de versmalling in het profiel wordt de intimiteit en levendigheid versterkt.
Het zuidelijke plandeel wordt begrensd door de Bos en Lommerweg, Leeuwendalersweg en Akbarstraat. In het hart van dit plandeel ligt als verbijzondering van het weefsel, het Nannoplein. Bijzondere functies en buurtinitiatieven krijgen hun plek aan en op het plein.
Het plein wordt begrensd door bebouwing van de binnenstraten die hier een ensemble vormen. De historische asymmetrie van de Bos en Lommerweg blijft afleesbaar in het nieuwe plan. Aan de zuidzijde van de Bos en Lommerweg vervangen de gesloten koppen de gesloten wand en aan de noordzijde worden de koppen van de bebouwing stedebouwkundig en architectonisch zodanig vormgegeven dat ze in perspectief lijken op open kopse kanten.
Het behoud van de twee bestaande monumentale kastanjebomen geven aanleiding tot het plaatselijk teugleggen van de rooilijn waardoor een plein ontstaat. Het pleintje aan de Bos en Lommerweg vormt een voorportaal voor de achtergelegen school. Ook reageert het plein op het volume van de New Kit. De hoogte van het gebouw maakt het tot een landmark voor de omgeving.
De bebouwing aan de Leeuwendalersweg, het groen domineert in deze straat, heeft ook drie koppen aan de openbare ruimte. De wanden vormen een donker decor voor de lommerrijke straat. De drie gebouwen vormen een reeks en een wand maar kennen geen mechanische repetitie. Ten noorden van de Leeuwendalersweg ligt het tweede plandeel, waarbinnen een school, het Johan Cruyff-court en een park worden opgenomen. Het Lidewijpad komt via pleintjes en poortjes uit in het Lidewijpark. Het Lidewijpark vormt het hart van de buurt en zal een belangrijke ontmoetingsplaats worden voor alle bewoners in de wijk. Het plein neemt ook de verdraaiing in verkavelingrichting in zich op.
Bij de inrichting van het park wordt plek gereserveerd voor iedereen. Zo ontstaan er plekken voor verschillend gebruik, elk met een eigen uitstraling. Aan de zonzijde van de Leeuwendalersweg volgt de bebouwing de vertanding van de Piggelmee bebouwing. De opdeling in drie eenheden wordt ook hier toegepast. De koppen zijn breder waardoor het mogelijk wordt om raampartijen te maken die over de gehele lengte van de straat kunnen kijken. De bebouwing aan het Lidewijpark begeleidt de randen van het park. Het park wordt beëindigd door de bebouwing in de Ringspoorzone. De gebouwen in deze zone hebben verwantschap met elkaar. Ze worden gekenmerkt door volumes die zijn opgedeeld in meerdere eenheden.