direct naar inhoud van Artikel 31 WONEN - 4
Plan: Bestemmingsplan Westerpark Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.C0702BPSTD-OH01

Artikel 31 WONEN - 4

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor WONEN - 4 (wonen met parkeren bovengronds) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis / bedrijf aan huis;
  • c. bergingen en andere nevenruimten;
  • d. parkeergarages in de kelder, het souterrain en de eerste bouwlaag met bijbehorende al dan niet bovengrondse in- en uitritten en toegangsgebouwen;
  • e. tuinen;
  • f. erven;
  • g. verkeersareaal;
  • h. groenvoorzieningen;

met dien verstande dat de eerste bouwlaag uitsluitend is bestemd voor:

  • i. consumentverzorgende dienstverlening, kantoren, bedrijven, parkeergarages of maatschappelijke voorzieningen met uitzondering van geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van gemengd-1.
31.2 Bouwregels
31.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 31.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.

31.2.2 Bouwregels gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bebouwingspercentage: 100%;
  • b. maximum bouwhoogte: zoals op de plankaart aangegeven;
  • c. maximum goothoogte: zoals op de plankaart aangegeven;
  • d. er mag uitsluitend worden gebouwd indien de bouwhoogte van de eerste bouwlaag minimaal 3,50 meter bedraagt;
  • e. voor de gebouwen waarbij zowel een maximum bouwhoogte als maximum goothoogte is aangegeven, geldt dat uitsluitend mag worden gebouwd indien de kap wordt gerealiseerd met een hellingshoek van maximaal 80 graden met dien verstande dat dakkapellen zijn toegestaan;
  • f. het dak van de gebouwen mag worden ingericht en gebruikt als dakterras, met dien verstande dat:
    • 1. dakterrassen alleen zijn toegestaan op daken die plat zijn afgedekt;
    • 2. hekwerken zijn toegestaan van maximaal 1,20 meter, gemeten vanaf de te realiseren terrasvloer;
    • 3. daktoegangen zijn toegestaan van maximaal 0,50 meter, gemeten vanaf het dak;
    • 4. de afstand tussen dakterrassen en de dakrand die grenst aan lager gelegen openbare ruimte minimaal 2 meter bedraagt, met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor aanbouwen;
    • 5. de afstand tussen dakterrassen en de dakrand die grenst aan lager gelegen privĂ© buitenruimten of gemeenschappelijke binnentuinen minimaal 1 meter bedraagt, met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor aanbouwen.
31.2.3 Bouwregels bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. maximum bouwhoogte erfafscheidingen: 2 meter;
  • b. maximum bouwhoogte voor overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 3 meter.