direct naar inhoud van Artikel 19 Verkeer - Railverkeer
Plan: Oostelijk Havengebied Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.BP01117-VG01

Artikel 19 Verkeer - Railverkeer

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen / railverkeer;

en de daarbij behorende:

  • b. geluidswerende voorzieningen;
  • c. wegen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. bermen en taluds;
  • f. groen;
  • g. water;
  • h. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
  • i. objecten van beeldende kunst.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

Op en onder de in 19.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

19.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het grondoppervlak mag voor maximaal 10 m² worden bebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m1.
19.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten, bewegwijzering, voorzieningen voor het railverkeer en verkeersregulering bedraagt maximaal 12 m1;
  • b. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst bedraagt maximaal 4 m1;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 m1.
19.3 Afwijken van de bouwregels
19.3.1 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in 19.2.3 een omgevingsvergunning te verlenen:

  • a. voor het bouwen van een geluidwerende voorziening met een bouwhoogte van maximaal 8 m1 met dien verstande dat:
    • 1. middels een akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat dit noodzakelijk is;
    • 2. wordt aangetoond dat het voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is;
    • 3. voor de omgeving een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt gerealiseerd;
    • 4. uit onderzoek blijkt dat de realisatie geen significant nadelige gevolgen heeft voor de ecologie.