Plan: | Wiener |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1106BPSTD-OH01 |
De Oostelijke Eilanden werden aangelegd volgens het principe van de schakeling aan een lineair element, in dit geval de Nieuwe Vaart. Hier is een nog sterkere uitsplitsing van functies gehanteerd: niet meer binnen het eiland, maar op de schaal van het eiland als geheel. Het zuidelijk deel van Oostenburg kreeg een structuur die op dezelfde principes was gebaseerd als de eerdere haveneilanden. Symmetrie was het uitgangspunt in de ontsluiting en verkaveling. Er werd gezocht naar een ontsluiting over land en over water, en naar de beste ordening van functies op het eiland. Het haveneiland kreeg daarom twee middenstraten en werven langs het water. De rationalisering van de overslag werd mogelijk doordat de bedrijven aan het water én aan de straat kwamen te liggen. Aan het water kwam een verkaveling die specifiek was toegesneden op de bestemming van werf, met een eigen maatvoering, ontsluiting vanaf het water en de straat en een veelal weinig permanente, vaak houten bebouwing. Zo ontstond een typologie met een centrale zone die voor het wonen was bestemd, en een randzone waar zich de bedrijvigheid bevond. Het noordelijke deel van Oostenburg had een gedraaide oriëntering. In plaats van een middenas met daaraan werven, was dit deel van het eiland rechtstreeks op het IJ georienteerd.